3.5 Discriminatie

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Tot 3000 v.C.
3000 v.C. tot 500 n.C.
500 - 1000 n.C.
1000 - 1500 n.C..
Tijd van jagers en boeren
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van Monniken en ridders
Tijd van Steden en Staten
Middeleeuwen
Prehistorie
Oudheid

Slide 5 - Sleepvraag

Karel de Grote
Edelen
Ridders
Horigen
Graafschap
Hertogdrom

Slide 6 - Sleepvraag

Horigen zijn:

Slide 7 - Open vraag

De leider van een kerk, noem je een...

Slide 8 - Open vraag

Wat zijn de vijf zuilen van de islam?

Slide 9 - Open vraag

Christendom
Islam
Jodendom
Hindoeïsme
Boeddhisme

Slide 10 - Sleepvraag

Waarden zijn:
A
alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
B
de gedragsregels die belangrijk zijn in Nederland.
C
regels over hoe je je moeten gedragen.
D
belangen die alle Nederlanders delen.

Slide 11 - Quizvraag

Normen zijn:
A
alles wat mensen belangrijk vinden in het leven.
B
besluiten die de overheid neemt.
C
regels over hoe je je moet gedragen.

Slide 12 - Quizvraag

Wat bedoelen we met de dominante cultuur?
A
De cultuur van de oudere generatie.
B
De subculturen die naast elkaar leven.
C
De cultuur van de meeste mensen in een land.
D
De cultuur van jongeren.

Slide 13 - Quizvraag

Je bent een ... als jijzelf en allebei je ouders in Nederland zijn geboren.

Slide 14 - Open vraag

Memphis Depay zijn vader is geboren Ghana. Hij is zelf geboren in Nederland. Hij is iemand met een...
A
Nederlandse achtergrond
B
Migratie achtergrond

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Een vooroordeel is...

Slide 21 - Open vraag

Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen.
Is deze uitspraak is

A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quizvraag

Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype?
1. “Esther kan goed leren, want haar vader is arts.”
2. “Limburgers kun je niet verstaan.”

A
1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
B
1 en 2 zijn vooroordelen.
C
1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
D
1 en 2 zijn stereotypen.

Slide 23 - Quizvraag


Jongens die op volksdansen zitten, zijn watjes.

Deze uitspraak is een VOOROORDEEL / STEREOTYPE, want

Slide 24 - Open vraag

Zijn de uitspraken een vooroordeel of stereotype?
1. “Jongeren zonder bijbaantje zullen wel lui en verwend zijn.”
2. “Benny zal wel arm zijn, want zijn ouders hebben geen auto.”

A
1 is een vooroordeel, 2 is een stereotype.
B
1 en 2 zijn vooroordelen.
C
1 is een stereotype, 2 is een vooroordeel.
D
1 en 2 zijn stereotypen.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

“We laten in deze kroeg geen Marokkanen toe.” Deze uitspraak is een duidelijk voorbeeld van:
A
Stereotype
B
Discriminatie
C
Respect

Slide 39 - Quizvraag

Bij een sollicitatiegesprek krijgt een vrouw deze vraag:
"Ik mag het eigenlijk niet vragen, maar... ben je van plan om zwanger te worden?"
Waarom mag die persoon dat eigenlijk niet vragen?

A
Het is een vooroordeel.
B
Het is een stereotype.
C
Het is discriminatie.
D
Het is wettelijk.

Slide 40 - Quizvraag

De Marokkaan Hakim wil leraar worden op een basisschool. Hij heeft zijn diploma al gehaald. Toch kan hij geen werk vinden.

Welke reden is het meest waarschijnlijk?
A
Marokkanen weten niet goed hoe ze werk moeten vinden.
B
Hakim heeft een grote taalachterstand.
C
Hij integreert nauwelijks
D
Hij wordt gediscrimineerd.

Slide 41 - Quizvraag

Een jongen van 16 krijgt bij een supermarkt geen bier mee.
Zijn vriend van 19 wel.

Dit is WEL / GEEN discriminatie, omdat

Slide 42 - Open vraag

Slide 43 - Tekstslide

Mensen worden om verschillende redenen gediscrimineerd. Noem twee redenen

Slide 44 - Open vraag

Tekst 1
Coming out

Sommige mensen hebben er moeite mee dat hun vriendin, kind of collega homoseksueel is. Ze reageren afwijzend of beledigend.
Ze denken bijvoorbeeld dat homoseksualiteit een ziekte is. Of ze denken dat homo’s en lesbo’s alleen met seks bezig zijn.
Bedenk dat het vaak hun eigen angst is die maakt dat ze zo onvriendelijk doen. Ze zijn bang dat ze zelf moeten veranderen en hun vaste opvattingen bijstellen. Of ze zijn bang voor de mening van anderen.

Slide 45 - Tekstslide

Lees tekst 1. Noem twee vooroordelen die in de tekst genoemd worden.

Slide 46 - Open vraag

Lees tekst 1. Geef een voorbeeld van discriminatie in de tekst

Slide 47 - Open vraag

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide