Begrijpend lezen blok 2 les 5

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 5

Begrijpend lezen

Blok 2 les 5
Bladzijde: 24 & 25 in het leesboek.

Let-op! woorden?

De televisie gebruik je elke dag.
Dat is nu heel gewoon.
Maar vroeger ging het anders.
Toen was er nog geen televisie.
--> Noteer de drie let-op! woorden die aangeven wanneer het gebeurt.

Pak nu je leesboek erbij.

Bladzijde 24 en 25

Wat is de titel van tekst 1 en van tekst 2?

Waar gaat de tekst over denk je?
- Kijk naar de titel en plaatjes.

Lees nu zelf de tekst!

Heb je de tekst gelezen?
Denk na over de volgende vragen:

1. Wat voor soort tekst is het? (weettekst, verhaal of gedicht)
2. Wie wint het spel bij tekst 1? (Ties of Tanja)

Wat voor soort tekst is het?

Wie wint het spel bij tekst 1?

Voorlezen

Wanneer win je het spel 'Hoeveel stenen?' Dat staat na een let-op! woord. Welk let-op! woord is dat?

Je kunt het spel ook met meer kinderen spelen.
Je wint dan, als je er het dichtst bij zit.

Wat is het belangrijkste verschil tussen spel 1 en spel 2?

1. Bij spel 1 kun je sneller winnen dan bij spel 2.
2. Spel 2 kun je met meer kinderen spelen, spel 1 niet.
3. In spel 1 tel je de steentjes op, in spel 2 neem je de steentjes weg.
4. Bij spel 1 kun je winnen door goed na te denken, bij spel 2 win je door geluk.

Je hebt nu de twee teksten gelezen. Waar gaan tekst 1 en 2 over?

1. Spelletjes met stenen.
2. Stenen.
3. Kinderen die spelletjes met stenen spelen.
4. Leren rekenen door spelletjes met stenen.

Welk spel lijkt jou het leukst?

1. Hoeveel stenen?
2. De laatste steen.

Tijd over?

-> Squla begrijpend lezen.