6.2/6.3 NL na 1945

Wereld zonder grenzen
Nederland na 1945
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wereld zonder grenzen
Nederland na 1945

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • quizje
  • theorie herhalen 

Slide 2 - Tekstslide

Uitspraak: De Koude Oorlog is een strijd tussen twee "blokken" het kapitalistische blok en het communistische blok.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika.
B
Hulp van de VS aan West-Europa na WO II.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een wapenwedloop
A
Strijd wie het snelst een oorlog kan winnen.
B
Strijd wie het snelst gebieden kan veroveren.
C
Strijd wie de meeste en krachtigste wapens kan maken.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is kapitalisme?
A
Het streven naar zoveel mogelijk winst
B
Het streven naar zoveel mogelijk kolonies
C
Het streven naar zoveel mogelijk macht
D
Het opslaan van producten

Slide 6 - Quizvraag

Bij het communisme:
A
Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk.
B
Wordt gestreefd naar een maatschappij van gelijkheid.
C
Worden andere rassen als minderwaardig gezien.
D
Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers.

Slide 7 - Quizvraag

Wat was het IJzeren Gordijn eigenlijk?
A
De muur tussen Oost- en West Berlijn.
B
De scheiding in Duitsland.
C
De grens tussen het Oost- en Westblok in Europa.
D
Scheiding tussen Noord- en Zuid-Vietnam.

Slide 8 - Quizvraag

De Berlijns Muur werd gebouwd omdat:
A
De DDR geen mensen meer uit West-Berlijn wilde ontvangen.
B
Er teveel mensen vanuit Oost- naar West-Berlijn vluchtten.
C
De Amerikanen dat aan de SU hadden gevraagd.
D
De SU elke ontmoeting tussen Oost en West wilde verbieden.

Slide 9 - Quizvraag

Wederopbouw

Slide 10 - Tekstslide

Gasbel
In 1959 werd een enorme gasbel gevonden bij Slochteren.

Heel snel was bijna iedereen erop aangesloten.

Er was zelfs zo veel gas dat NL het ook verkocht aan andere landen! 

Slide 11 - Tekstslide

De haven van Rotterdam

Door dat het goed ging met NL groeide de haven snel.

Ook andere landen gebruikten de haven voor handel.

Lange tijd was het ook de grootste haven van de wereld.

Slide 12 - Tekstslide

Verzorgingsstaat
De overheid zorgt voor de welzijn van de burgers.
Solidariteit is nodig voor de verzorgingsstaat.
Iedereen die minimaal 67 jaar ouder is een AOW.
Mensen die niet kunnen werken krijgen een uitkering.

Slide 13 - Tekstslide

Jeugdculturen na WO2
e toegenomen welvaart hoefden jongeren niet meer zoals vroeger direct na school te gaan werken. Ze kregen meer vrije tijd en el welvaart kunnen jongeren zichzelf ontwikkelen.
Jongeren willen een eigen leven.
Jongeren zetten zich af.
Hippies
Skinheads
Punk
Gothic
Door de toegenomen welvaart hoefden jongeren niet meer zoals vroeger direct na school te gaan werken. Ze kregen meer vrije tijd en geld. 

Er ontstonden verschillende jeugdculturen. Zoals de nozems en de hippies.

Slide 14 - Tekstslide

Emancipatie
Door de groeiende welvaart werd
Nederland een consumptiemaatschappij.
Vrouwen kregen meer tijd en gingen werken en studeren. Ze ontdekten dat ze in de maatschappij niet gelijk behandeld werden als mannen. Ze gingen strijden voor gelijke rechten; emancipatie.

Slide 15 - Tekstslide

Verhuizen naar Nederland
Uit de koloniën:
  • Indonesië
  • Suriname
Gastarbeiders
Vluchtelingen
Mensen uit Europa

Slide 16 - Tekstslide

Integratie
De Nederlandse regering is pas laat gaan nadenken over de plaats van de nieuwkomers in onze samenleving. 

Toen bleek dat het niet goed ging met sommige groepen, nam de overheid alsnog allerlei maatregelen voor de integratie van deze mensen. Dat is niet altijd gelukt.   

Slide 17 - Tekstslide

De EU
Alle inwoners van de EU kiezen het Europees Parlement. Dat parlement maakt wetten voor zaken die alle lidstaten aangaan en let op het geld dat de EU uitgeeft.

In de Europese Raad (of Europese Top) zitten de regeringsleiders van alle lidstaten. 

Slide 18 - Tekstslide

De VN
Direct na de Tweede Wereldoorlog kwam er een organisatie waarin bijna alle landen van de wereld samenwerken: de Verenigde Naties (VN). Ze proberen oorlog te voorkomen en het leven van mensen te verbeteren (INICEF, blauwhelmen)

Slide 19 - Tekstslide

Israeliërs en Palestijnen
In het gebied dat nu Israël is, woonden al ver voor Romeinse tijd joden. Na een mislukte opstand tegen de Romeinen trokken veel joden weg. Ze gingen in andere landen wonen. Vaak werden ze vervolgd. Daarom bleven velen terugverlangen naar hun oude land: Israël.
Eind 19e eeuw wilden de Zionisten weer voor hun volk een eigen land: Israël. De Engelsen  (toen de baas in Palestina) vonden dat goed. Er woonden wel Arabieren ( Palestijnen) genoemd maar het gebied was dunbevolkt.

Slide 20 - Tekstslide

Een eigen land
Toen er, vooral na WOII, steeds meer joden in het gebied kwamen wonen, was er vaak ruzie tussen de joden en de Palestijnen. In 1947 besloten de Verenigde Naties het gebied op te delen in een joodse en een Arabische (Palestijns) staat. De Palestijnen accepteerden dit niet: zij vonden dat zij als de oorspronkelijke bewoners recht hadden op het hele gebied. De joodse leiders accepteerden de beslissing wel en riepen de onafhankelijke staat Israël uit.

Slide 21 - Tekstslide

Nog lang geen vrede
Het wantrouwen tussen Israël en de Palestijnen is groot. Bovendien zijn er aan beide kanten mensen die alleen maar willen vechten én mensen die vrede willen tussen de twee volken. Dit maakt de situatie nog ingewikkelder.

Slide 22 - Tekstslide