Oefenen 6.1 t/m 6.3

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Thema 6 - Eenheid en verdeeldheid

1. Door de                 
binnengrenzen komen
er steeds 

internationale contacten in Europa.

_________

open

gesloten

meer

minder

2. sleep naar het juiste plaatje

Laagland 

(tot 200m boven NAP)

Heuvelland 

(200m - 500m boven NAP)

Middelgebergte 

(200m - 1500m boven NAP)

Hooggebergte 

(1500m en hoger boven NAP)

3. De bevolkingsdichtheid in een stad is hoger dan het gemiddelde.

1. juist
2. onjuist

4. De bevolkingsdichtheid is in een land gelijk verdeeld.

1. juist
2. onjuist

5. Sleep de 2 gebiedskenmerken naar het blok toe

Gebiedskenmerken

beroepssectoren

bevolkingsdichtheid

klimaat

reliëf

welvaart

6. Dit is de kaart van Europa ....

1. Voor de Koude Oorlog
2. Tijdens de Koude Oorlog
3. Na de Koude Oorlog

7. Hoe toonden het Westblok en het Oostblok hun macht?

1. het bouwen van de Berlijnse Muur
2. het bouwen van het IJzeren Gordijn
3. het voeren van een Koude Oorlog
4. het voeren van een wapenwedloop

8. Sleep de woorden naar het juiste 'blok' toe.

Westblok

Oostblok

communisme

één partij

geen democratie

planeconomie

kapitalisme

veel verschil tussen arm en rijk

vrijemarkteconomie

Verenigde Staten

9. Als je je eigen bedrijf mag oprichten en zelf bepaalt wat je wilt produceren, is dat een voorbeeld van:

1. communisme
2. democratie
3. planeconomie
4. vrije markt

10. Als je probeert het geld, voedsel en goederen en grond eerlijk te verdelen, is dat een voorbeeld van

1. communisme
2. democratie
3. planeconomie
4. vrije markt

11. Wat hoort bij de Koude Oorlog?

1. De temperatuur tijdens die oorlog was zo laag, dat er vaak sneeuw viel
2. Er werd in die periode niet gevochten, het werd geen echte oorlog
3. Er werd in die periode veel gevochten, het was een verwoestende oorlog
4. Het was een koude periode waarin veel mensen omkwamen van de honger

12. Een                           die in Nederland toestemming 

vraagt om te blijven is hier 

Als die toestemming niet gegeven wordt en hij niet 

weggaat, is hij hier

asielzoeker

illegaal

vluchteling

14. Welke uitspraak past bij deze afbeelding van een oude grensovergang?

1. Deze mensen mogen in een ander land werken
2. Europol spoort misdadigers op tot over de grens
3. Je moet hier je paspoort laten zien
4. Hier is vrij verkeer van personen

15. Het lage deel van een bergrug heet een...

16. Bij landen die gingen samenwerken in Europa waren …

1. alleen landen die bondgenoten van Duitsland waren in de Tweede Wereldoorlog
2. alleen bondgenoten van Frankrijk in de Tweede Wereldoorlog
3. ook landen die elkaars vijanden waren in de Tweede Wereldoorlog
4. alleen landen die niet betrokken waren bij de Tweede Wereldoorlog

17. Wat is juist over ‘vrij verkeer van personen en goederen’ in de EU?

1. EU-inwoners hoeven geen paspoort (of ID-pas) te hebben om binnen de EU te reizen.
2. EU-inwoners mogen in een ander EU-land gaan wonen
3. Iedereen mag naar de EU komen om spullen te kopen en verkopen.
4. Iedereen mag de EU in- en uitreizen, met handbagage.

Zelf aan de slag

1. cursustoets 6.3 (80%)

2. Checken of 6.1 t/m 6.3 cursustoets af is (80%)

3. Oefengenerator 6.1 t/m 6.3 maken (80%)