1.5 en 1.6 Oost-Azië en Zuidoost Azië

Oost-Azië (1.5) en Zuidoost-Azië (1.6)

Vandaag:
 (komt in V5)
-Uitleg 1.5/1.6: Azië: Vliegende Ganzenmodel --> nadruk op economische globalisering

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oost-Azië (1.5) en Zuidoost-Azië (1.6)

Vandaag:
 (komt in V5)
-Uitleg 1.5/1.6: Azië: Vliegende Ganzenmodel --> nadruk op economische globalisering

Slide 1 - Tekstslide

1.5: Reuzeverschillen in Oost-Azië
De economische ontwikkeling van de verschillende landen in Oost en Zuidoost-Azië staat niet op zichzelf, maar met elkaar in verband. Dit verband is te verklaren met het Model van de Vliegende Ganzen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Vliegende ganzenmodel

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Landen met economische groei
We hebben het tot nu toe vooral over landen gehad, maar eigenlijk klopt dit niet. Vaak zijn het regio's die erop vooruit of achteruit gaan door globalisering. Een goed voorbeeld is dat het oosten van China erg heeft geprofiteerd van globalisering: Daar zijn de inkomens een stuk hoger, terwijl in het westen het inkomen een stuk lager ligt. Het inkomen in de rijkste provincie is gemiddeld 4 keer zo hoog als het inkomen in de armste provincie. Daarom is dit een goed voorbeeld van regionale ongelijkheid: het inkomen in sommige regio's is hoog, terwijl dat in andere regio's zeer laag is. Hierdoor kan er ook sprake zijn van sociale ongelijkheid: sommige bevolkingsgroepen 
profiteren meer van economische groei dan 
andere bevolkingsgroepen. 
Ook op nationaal schaalniveau is er dus sprake van een centrum en een periferie. Voor China geldt dat het oosten het centrum is en het westen de periferie. De semiperiverie bestaat uit enkele provincies die niet duidelijk arm of rijk zijn.

Slide 10 - Tekstslide