Le verbe 'savoir'

B O N J O U R
LE VERBE SAVOIR
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zit 16 slide, met interactieve quiz en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

B O N J O U R
LE VERBE SAVOIR

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
... weet ik wat het werkwoord savoir betekent.
... kan ik dit werkwoord al een beetje vervoegen.
... ken ik de regels voor de drie verschillende tijden.

Slide 2 - Tekstslide

Tu sais conjuger le verbe 'savoir'?
Schrijf de zinnen over en zet de vertaling erbij. 

-Je sais que ton nom est Jules.
-Il savait que j'ai 32 ans.
-Nous avons su le titre de ce film.
-Elles savent bien jouer au foot !
-Vous n'avez pas su qu'il est prof de français ?

Slide 3 - Tekstslide

Corriger
- Ik weet dat je naam Jules is.
- Hij wist dat ik 32 jaar ben.
- Wij hebben de titel van de film geweten. (we wisten)
- Zij kunnen goed voetballen.
- Hebben jullie niet geweten dat hij docent Frans is? (jullie wisten)

Slide 4 - Tekstslide

Après les phrases...
Quelle est la traduction du verbe 'savoir'?
A
weten
B
hebben
C
kunnen
D
zien

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Passé Composé:
hulp ww avoir + vtdw
Imparfait:
nous-vorm -ONS + uitgangen

Slide 7 - Tekstslide

Tu ... quelle est la capitale de la France?
A
sait
B
sais
C
savons
D
savent

Slide 8 - Quizvraag

Nous ne ... pas que tu as un frère.
A
savez
B
savent
C
sait
D
savons

Slide 9 - Quizvraag

Elles ... que leur mère aime des bonbons.
A
sait
B
sais
C
savons
D
savent

Slide 10 - Quizvraag

Je/J' ... que Bart avait une nouvelle voiture.
A
ai savoiré
B
ai su
C
as su
D
ai sue

Slide 11 - Quizvraag

Elles ... que j'aimais cette robe.
A
savaient
B
savait
C
savais
D
savions

Slide 12 - Quizvraag

Il (savoir - imparfait) tous les mots du test!

Slide 13 - Open vraag

Nous (savoir - passé composé) sa couleur préférée.

Slide 14 - Open vraag

On (savoir - imparfait) que c'était un joueur de basket connu.

Slide 15 - Open vraag

Comment est-ce que vous (savoir - passé composé) ça?

Slide 16 - Open vraag