6.3 Winst of verlies? deel 2

6.3 Winst of verlies? deel 2

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

6.3 Winst of verlies? deel 2

Slide 1 - Tekstslide

          In deze les leer je:
          - wat de brutowinstmarge inhoudt
          - hoe je de consumentenprijs berekent (dus inclusief btw)
          
         
          

Slide 2 - Tekstslide

Van inkoopprijs naar consumentenprijs


Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs


Verkoopprijs + btw = consumentenprijs

Slide 3 - Tekstslide

Brutowinstmarge



     Consumentenprijs



Inkoopprijs     = 100%

BW-marge       =   65% 

                               -------- +

Verkoopprijs   = 165%

                           


   Verkoopprijs   = 100%    

   BTW                   =   21% 

                                  -------- +

   Cons.prijs         = 121%

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Voorbeeldsom 1

De verkoopprijs van een jas is € 125. De btw is 21%.

Bereken de consumentenprijs.



Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeldsom 1

De verkoopprijs van een jas is € 125. De btw is 21%.

Bereken de consumentenprijs.


Btw = € 125 : 100 x 21 = € 26,25
Consumentenprijs = € 125,00 + € 26,25 = € 151,25


Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeldsom 1

De verkoopprijs van een jas is € 125. De btw is 21%.

Bereken de consumentenprijs.


Btw = € 125 : 100 x 21 = € 26,25
Consumentenprijs = € 125,00 + € 26,25 = € 151,25

of: Consumentenprijs = € 125 : 100 x 121 = € 151,25

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldsom 2

De consumentenprijs van een jas is € 159,95. De btw is 21%.

Bereken de verkoopprijs.



Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldsom 2

De consumentenprijs van een jas is € 159,95. De btw is 21%.

Bereken de verkoopprijs.


Verkoopprijs = € 159,95 : 121 x 100 = € 132,19



Slide 10 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 11 - Tekstslide

De brutowinstmarge wordt berekend als percentage van de ...
A
inkoopprijs
B
bedrijfskosten
C
verkoopprijs
D
consumentenprijs

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs excl. btw
B
verkoopprijs
C
verkoopprijs incl. btw
D
inkoopprijs

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting totale waarde
D
belasting tegen waarde

Slide 14 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Het algemene btw-tarief is 21%.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel is het verlaagde btw-tarief?

Slide 16 - Open vraag

m. opg. 29 t/m 34 (blz.172)



Slide 17 - Tekstslide

extra uitleg

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video