2TL2 2 maart

WELKOM
3 Kader
Welkom 2TL2

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom 2TL2

Slide 1 - Tekstslide

     Let op je plek

Slide 2 - Tekstslide

 De les start over twee minuten !
- Mobiel in de bak
- Boek, laptop, pen en schrift op  
   tafel
- Tas van de tafel
- Eigen naam in LessonUp
- Iedereen doet mee

timer
2:00

Slide 3 - Tekstslide

Programma van de les 2TL2

Programma:

  • Aanwezigheid
  • Huiswerk
  • Uitleg
  • Aan de slag
Lesdoel:
Verwijswoorden op een goede manier gebruiken
Voltooid deelwoorden goed kunnen spellen

Slide 4 - Tekstslide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg
Verwijswoorden

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
Hoofdstuk 3 Taalverzorging formuleren
Over verwijswoorden
(Bladzijde 82 en 83)
Opdracht 1 t/m 6

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 1
1 die
2 haar
3 hun
4 zijn
5 hem

Slide 8 - Tekstslide

opdracht 2
1 Het kinderdagverblijf viert feest, want het bestaat tien jaar.
2 Pak een leeg vel A2-papier en vouw het in vieren.
3 Het Stadstheater heeft het nieuwe programma op zijn website gezet.
4 Omdat deze schoenenwinkel zo goedkoop is, is hij erg populair.
5 De bibliotheek wordt volgende week heropend, nadat zij is verbouwd.

Slide 9 - Tekstslide

opdracht 3
1 Ken jij Fatima’s broertje? Dat komt volgend jaar ook bij ons op school.
2 De zwemtraining van gisteren was vermoeiender dan die van vandaag.
3 We kunnen ons sportveld nu niet gebruiken, omdat dat te drassig is.
4 Tom heeft alle Harry Potter-films gezien, behalve deze ene.
5 Rens heeft zaterdag een rugzak gekocht en nu is die in de opruiming.

Slide 10 - Tekstslide

opdracht 4
1 Er zijn te weinig kaarten verkocht voor de toneelvoorstelling, dus we stellen die / deze/ haar uit.
2 De loterij was een groot succes, omdat die/ deze/ zij /ze veel geld heeft opgebracht.
3 Jos heeft zijn theorie-examen gehaald, want dat / dit / het was niet moeilijk.
4 Lia luistert altijd naar muziek van een brassband uit Groningen, maar ze heeft die / deze / hem nog nooit live gehoord.
5 Onze buren lieten hun huis schilderen, terwijl zij / ze op vakantie waren.

Slide 11 - Tekstslide

opdracht 5
Layla vond vrijdag in een pinautomaat geld dat door een klant voor (1) haar was vergeten. (2) Ze / Zij zette een bericht op Facebook om de klant te vinden. (3) Dat / Dit/ Het werd massaal gedeeld. Al snel meldden zich een paar ‘slachtoffers’, maar (4) die / deze / zij. waren alleen op het geld uit. Uiteindelijk vond Layla de echte eigenaar van de bankbiljetten. (5) Die / Deze/ Hij. kon precies vertellen op welk tijdstip hij (6) die gepind had. Ook kon hij het bankafschrift aan (7) haar laten zien. (8) Dat / Dit was voldoende bewijs voor Layla. ‘Ik ben een beetje geschrokken van alle aandacht die ik kreeg’, zegt (9) ze / zij. ‘Het geld is niet van mij, dus wil ik (10) dat / het teruggeven. Dat vind ik normaal.’

Slide 12 - Tekstslide

opdracht 6
Opdracht 6
(1) Ouders zouden hun kinderen kleedgeld moeten geven volgens het Nibud. (2) Het zegt op zijn website dat kleedgeld jongeren leert met geld om te gaan. (3) Ze / Zij moeten goed nadenken hoe ze dat / dit / het uitgeven, bijvoorbeeld aan een goedkope spijkerbroek of toch liever aan die duurdere van een bekend merk. (4) Goede afspraken zijn belangrijk. (5) Bijvoorbeeld: moeten kinderen zelf schoenen kopen of krijgen ze die / deze van zijn ouders?

Slide 13 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
H3 Taalverzorging Spelling
(blz 84 en 85)
Wat is ook alweer een voltooid deelwoord?

Een voltooid deelwoord zegt iets over wat al is gebeurd.
In een zin met een voltooid deelwoord is de PV een vorm van hebben, zijn of worden

Slide 14 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Wat is ook alweer een bijvoeglijk naamwoord (BN)?

Een bijv. nw (BN) zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
Bijvoorbeeld welke kleur, van welk materiaal of welke vorm;
een blauwe deur, het houten hutje, de grote trui

Slide 15 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Wat is dan een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?
Als een voltooid deelwoord voor een zelfstandig naamwoord wordt gezet.

We hebben veel kilometers gereden.-> De gereden kilometers
Mijn fietsband is eindelijk geplakt. -> De geplakte fietsband
De foto is vergroot. -> De vergrote foto
De muur in onze woonkamer is gewit. -> De gewitte muur

Slide 16 - Tekstslide

Een stukje theorie

Slide 17 - Tekstslide

DUS... samengevat
Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord: 

~ schrijf je met -en als het een sterk werkwoord is
~ schrijf je met -e als het een zwak werkwoord is

~ schrijf je zo kort mogelijk, dus niet met dubbele letters
~ schrijf je wél met dubbele medeklinkers als het moet vanwege de spraak

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het voltooid deelwoord?

De stroomstoring werd veroorzaakt door brand.
A
werd
B
brand
C
veroorzaakt
D
De stroomstoring

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?

Het afval was gedumpt door de vakantiegangers.
A
de vakantiegangers
B
was
C
Het afval
D
gedumpt

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het voltooid dlw. als bijvoeglijk nw.?

Het standbeeld wordt verlicht.
Het ... standbeeld

Slide 21 - Open vraag

Wat is het voltooid dlw. als bijvoeglijk nw.?

De man wordt naar zijn auto begeleid.
De ... man.

Slide 22 - Open vraag

Wat is het voltooid dlw. als bijvoeglijk nw.?

Wij hebben vroeger veel brieven geschreven.
De ... brieven.

Slide 23 - Open vraag

Wat is het voltooid dlw. als bijvoeglijk nw.?

Mijn vader heeft vroeger veel muren geverfd.
De ... muren

Slide 24 - Open vraag

En nu jullie
Je maakt opdrachten 1, 2, 3 en 5 bladzijde 85 van het boek.
Taalverzorging Spelling: voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord



Veel succes!
timer
30:00

Slide 25 - Tekstslide

Tot de volgende keer!

Slide 26 - Tekstslide