In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de Eerste Wereldoorlog voor Nederland en Belgie heeft gehad.
Slide 2 - Tekstslide
Welk jaartal hoort bij het begrip Von Schlieffenplan
A
1914
B
1917
C
1923
D
1924
Slide 3 - Quizvraag
Wie kwamen na de Russische Revolutie van 1917 in Rusland aan de macht?
A
kapitalisten
B
communisten
C
fascisten
D
nationaalsocialisten
Slide 4 - Quizvraag
Amerika doet mee met de Eerste Wereldoorlog in het jaar:
A
1912
B
1914
C
1917
D
1918
Slide 5 - Quizvraag
Welk verdrag moest Duitsland na de Eerste Wereldoorlog tekenen?
A
Verdrag van München
B
Verdrag van Parijs
C
Verdrag van Versailles
D
Verdrag van Münster
Slide 6 - Quizvraag
Vooraf controleren van het nieuws/pers door de overheid:
A
Communisme
B
Indoctrinatie
C
propaganda
D
censuur
Slide 7 - Quizvraag
Mobilisatie
1914
Hoewel Nederland neutraal was, mobiliseerde het leger toch:
ook België had zich immers neutraal verklaard,
maar was toch aangevallen!
Slide 8 - Tekstslide
Op de vlucht
Slide 9 - Tekstslide
Belgische vluchtelingen
Nederland nam rond de 1 miljoen vluchtelingen uit België op.
Deze Belgen waren op de vlucht voor de oorlog.
Belgische soldaten werden, net als soldaten uit andere landen, ontwapend en gevangen gezet
Slide 10 - Tekstslide
Dodendraad
De Dodendraad was door de Duitsers aangelegd tussen België en Nederland
Ze wilden voorkomen dat geallieerde soldaten, Duitse deserteurs, spionnen of oorlogsvrijwilligers van of naar België konden reizen
Op de draad stond 2000 volt
Slide 11 - Tekstslide
Contact met de Dodenraad, waarop 2000 volt stond, betekende dood door elektrocutie...
...daarom bedachten smokkelaars allerlei manieren om de draden niet aan te raken.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Slide 14 - Tekstslide
gedeserteerde soldaten
Belgische vluchtelingen
Slide 15 - Tekstslide
Tekorten
Onbeperkte duikbootoorlog van Duitse leger maakt handel drijven van Nederland steeds moeilijker
Om de producten eerlijk te verdelen werden er distributiebonnen verdeeld.
Ondanks de rantsoenering, was er dikwijls te weinig voedsel.
Slide 16 - Tekstslide
Aardappeloproer
1917
Enkele Amsterdamse vrouwen zagen dat er een schip vol aardappelen in een van de grachten lag. Ze gingen erop af en plunderden het schip: hun schorten vol aardappelen. De dag erna waren er meer plunderaars. Pas nadat zes mensen door het leger werden doodgeschoten, keerde de rust terug
Slide 17 - Tekstslide
Vergissing van Troelstra
In veel landen is onvrede in laatste oorlogsjaren, communisten beloven snelle verandering
Rusland wordt communistisch en Troelstra denkt dat ook NL dit kan
Troelstra kondigt in Tweede Kamer revolutie aan, maar die breekt niet uit
Slide 18 - Tekstslide
Wat betekent het begrip mobilisatie?
A
Het leger gaat meevechten
B
Het leger kan zich snel bewegen
C
Het leger communiceert veel met elkaar
D
Het leger staat paraat, maar vecht niet mee.
Slide 19 - Quizvraag
Wie legde het dodendraad aan?
A
Belgen
B
Duitsers
C
Engelsen
D
Nederlanders
Slide 20 - Quizvraag
Wat is het distributiesysteem?
A
Bonnetjes sparen
B
Manier van oorlogvoeren
C
Eerlijke verdeling voedsel door bonnen
D
Duitsers die torpedo's schieten op iedereen
Slide 21 - Quizvraag
Hoeveel Belgische vluchtelingen kwamen er naar Nederland?