25. A = de pomp
B = de CV-ketel
C = een radiator
26. a. koolstofdioxide en water
b. water
c. Dat zijn de "wolken" uit de
schoorstenen.
27. a. het is onvolledige verbranding.
b. koolstofmono-oxide
c. de geiser schoonmaken en
zorgen voor genoeg frisse lucht
in de ruimte.
28. a. koolmonoxide
b. koolstofmono-oxide
c. als er niet genoeg zuurstof is
d. Nee, koolmonoxide kun je niet
zien en niet ruiken.