Ted Talk: Inside the mind of a master procrastinator

Ted Talk 
Inside the mind of a master procrastinator
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ted Talk 
Inside the mind of a master procrastinator

Slide 1 - Tekstslide

procrastination [proh-kras-tuh-ney-shuhn]
noun

the act or habit of procrastinating, or putting off or delaying, especially something requiring immediate attention.

"She was smart, but her constant procrastination led her to be late with almost every assignment."

Slide 2 - Tekstslide

procrastinate [proh-kras-tuh-neyt]
verb 

to put off till another day or time; defer; delay.

"I have a big test tomorrow, should I start
studying or should I turn on Netflix and just
procrastinate?"


Slide 3 - Tekstslide

Procrastinator [proh-kras-tuh-neytor]
noun
A person who delays or puts things off

Slide 4 - Tekstslide

Think, pair, share: Which type of procrastinator are you?

Slide 5 - Poll

Have you ever pulled an all-nighter?
Yes
No

Slide 6 - Poll

Moeilijke woorden uit het filmpje
Procrastinator
Uitsteller


Thesis
Verslag/ scriptie


Hypothesis
Hypothese (Vewachting van een onderzoek)

Rational decision maker
Rationele/ logische beslisser


Instant gratification
Onmiddelijke voldoening




Productive
Productief


Playground
Speeltuin


Make sense
Logisch


Leisure activities
Vrijetijdsactiviteiten


Dormant
Slapend

Slide 7 - Tekstslide

10

Slide 8 - Video

01:02
Hoelang zou je normaal over je eind verslag moeten doen?
A
Een half jaar
B
Een paar maanden
C
2 jaar
D
1 jaar

Slide 9 - Quizvraag

02:11
Hoe lang heeft de spreker over zijn verslag gedaan?

Slide 10 - Open vraag

02:58
Heeft de spreker een voldoende gehaald voor zijn verslag?
A
Ja, het was het beste wat de school ooit heeft gezien.
B
Nee, hij heeft het niet op tijd ingeleverd.
C
Ja, maar geen heel hoog cijfer.
D
Nee, het was heel slecht.

Slide 11 - Quizvraag

05:07
Wat doet de ' instant gratification monkey' ?
A
Het aapje helpt je om de juiste besluiten te nemen.
B
Het aapje leidt je af.
C
Het aapje helpt als je concentratie nodig hebt.
D
Het aapje wilt dat je slaagt.

Slide 12 - Quizvraag

07:06
Wat is ' The dark playground'?

Slide 13 - Open vraag

08:01
Wat doet de ' panic monster' ?
A
Zorgt alleen maar voor paniek en helpt niet.
B
Zorgt ervoor dat je kalm blijft is stressvolle momenten.
C
Zorgt ervoor dat je aan het werk gaat als de deadline te dicht bij komt.

Slide 14 - Quizvraag

08:53
Is de spreker meteen begonnen met het voorbereiden van zijn TED-talk presentatie?

Slide 15 - Open vraag

10:07
Wat zette de spreker aan het werk en zorgde ervoor dat de panic monster kwam?

Slide 16 - Open vraag

11:20
Wat is het verschil tussen de twee uitstel gedragingen?

Slide 17 - Open vraag

11:56
Wanneer komt de ' panic monster' NIET volgens het filmpje?

A
Wanneer je geen deadline hebt.
B
Wanneer je wel een deadline hebt.
C
Wanneer het je niks kan schelen.
D
Wanneer je kalm blijft.

Slide 18 - Quizvraag

Hoe erg is jouw uitstel gedrag?
Heel erg
Niet heel erg
Ik ben geen uitsteller

Slide 19 - Poll

Hoe lang heb je het langst uitgesteld?
Langer dan 2 maanden voor de deadline.
2 maanden voor de deadline
1 maand voor de deadline
1 week voor de deadline
Tussen de 3 en 1 dag voor de deadline

Slide 20 - Poll

Komt de ' panic monster' ook bij jouw langs
Nee, ik heb nooit paniek
Ja, zodra de deadline dichter bij komt.
Ja, die is er altijd.

Slide 21 - Poll

Wat vond je van het filmpje? Op een schaal van 1 (heel slecht) tot 10 (heel leuk).
010

Slide 22 - Poll

Time Left!
OK! Let's watch another video.
Why do we say OK?

Slide 23 - Tekstslide

8

Slide 24 - Video

01:26
KY
KC
OK
OW
knuff ced
oll korrect
oll wright
know yuse
all correct
enough said
no use
all right

Slide 25 - Sleepvraag

01:56
Why?
A
Because OK became so popular among American people.
B
Because he was from a town which name started with K.
C
Because OK were actually the initials of his own name.

Slide 26 - Quizvraag

03:06
Do you remember what OK looked like?
A
. . . ̶ .
B
. . . ̶ ̶ ̶ . . .
C
. . ̶ . ̶

Slide 27 - Quizvraag

03:59
But OK became so successful and widely used also because
A
letter K is quite unusual in English but eye-catching
B
a lot of adverts started to use it to sell products
C
it was used in an extremely popular folk song

Slide 28 - Quizvraag

05:15
We use OK to agree, to describe something, to say we understand. OK does not say anything about how we feel about things. We use OK without thinking about it. That is why OK was probably the first word that was used when people landed:

Slide 29 - Open vraag

03:06
The telegraph
As we saw, the telegraph was a machine used to send messages across long distances in forms of dots and dashes. Unlike KY, KC, or OW, OK became so widely used because the telegraphists started to use it at the end of every message they telegraphed.

Slide 30 - Tekstslide

01:56
Presidential campaign that failed big time
OK was soon used by many 18th century newspapers. Even the US President of that time tried to use OK in his campaign. 

Why?

Slide 31 - Tekstslide

01:26
The very beginning
OK was born in Boston, USA, as early as in the 1830s. 
Then young intellectuals liked to use abbreviations (shortened words) of incorrectly spelt words. Match the abbreviations with the misspelt words and their correct spelling.

Slide 32 - Tekstslide