Nederland 1948-2008

Historische context 3: Nederland (1948-2008)

1. Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland van 1948 tot 1978?

2. Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1978 en 2008?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Historische context 3: Nederland (1948-2008)

1. Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland van 1948 tot 1978?

2. Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland tussen 1978 en 2008?

Slide 1 - Tekstslide

Wederopbouw

Slide 2 - Tekstslide

Wat bedoelen we met 'de wederopbouw'?

Slide 3 - Open vraag

Waarom was de Marshallhulp zo belangrijk?

Slide 4 - Open vraag

Warschaupact (1955-1991)
NAVO (1949)
Nederland wordt lid van de NAVO 1949
Het polygoonjournaal uit 1950 vertelt trots over het West-Europese leger en waarom Nederland daaraan deel wil nemen

Slide 5 - Tekstslide

EGKS 6 leden
In 1951 wordt Nederland lid van de  van de EGKS.

Slide 6 - Tekstslide

EGKS / EEG / EG / EU
1951
1958
1967
1993
Nederland blijft ook in de opvolgers van de EGKS een belangrijke rol spelen.

Slide 7 - Tekstslide

Waarom deed Nederland mee aan het Marshallhulpprogramma, de EGKS en de NAVO?
A
Uit angst voor de Soviet-Unie
B
Om nieuwe oorlogen te voorkomen
C
Omdat de neutraliteitspolitiek mislukt was
D
Om Nederland snel te laten herstellen

Slide 8 - Quizvraag

Rooms en rood gaan samen
1946: Katholieke Volkspartij en PvdA de grootste partijen.

  • Zwakkeren in de samenleving beschermen.
  • Sociale wetgeving uitbreiden!
  • Rooms-rode coalitie tot 1958.
  • Opbouw verzorgingsstaat!!!

Politieke situatie na de oorlog
Dit filmpje van een collega behandelt de rooms-rode coalities, de geleide loonpolitiek, de AOW, de verzorgingsstaat en het begin van de consumptiemaatschappij

Slide 9 - Tekstslide


Willem Drees

Willem Drees (PvdA) was tussen 1948 en 1958 minister-president.
In die periode werd langzaam de verzorgingsstaat opgebouwd, met de komst van wetten zoals de Algemene Ouderdomswet (AOW, 1957)

'Vadertje Drees' wordt dan ook wel gezien als de grote man achter
de verzorgingsstaat, hoewel sommige wetten niet eens door hem zijn bedacht.
Het verhaal gaat dat Nederland de Marshallhulp heeft gekregen omdat de toenmalig minister-president Willem Drees de vertegenwoordiger van de Verenigde Staten in plaats van met een staatsbanket, met een kopje thee met een mariakaakje ontving. De vertegenwoordiger vond dat Nederland de steun blijkbaar hard nodig had en dat een land met een zo sobere minister-president het geld ongetwijfeld goed zou besteden.

Slide 10 - Tekstslide

Waar is AOW een afkorting van?
A
Algemene Ouderdomswet
B
Algemene Ouderenwet
C
Anti-ouderenwet
D
Arbeiders Ouderdomswet

Slide 11 - Quizvraag

Welke minister president is begonnen met de opbouw van de verzorgingsstaat?
A
Colijn
B
Drees
C
Mussert
D
Kuyper

Slide 12 - Quizvraag

Sleep de 4 gebeurtenissen in de juiste volgorde. Doe dit van hoog naar laag. Bovenaan de eerste gebeurtenis, onderaan de laatste.
1. Nederland verdient veel geld met de verkoop van gas
2. Nederland verandert in een verzorgingsstaat
3. Het is de tijd van de wederopbouw
4. De economie groeit door de lage lonen en het Marshallplan

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Immigratie
- Dekolonisatie
- Arbeidsmigratie
Schooltv Histoclip onafhankelijkheid indonesië
Canon clipje over gastarbeiders en Suriname
Onafhankelijkheid Suriname

Slide 16 - Tekstslide

Soekarno was:
A
de leider van de nationalisten in Indonesie
B
een collaborateur
C
een vrijheidsstrijder
D
een Japanse generaal

Slide 17 - Quizvraag

Na de overgave van Japan
A
neemt Nederland de macht weer over van de japanners.
B
wordt de USA de baas in Indonesie.
C
roept Soekarno op 15 augustus 1945 de Indonesische onafhankelijkheid uit.
D
kiezen de Indonesiers een keizer uit China.

Slide 18 - Quizvraag

Na de Indonesische onafhankelijkheid
A
vindt Nederland het allemaal wel best.
B
stuurt Nederland troepen naar Indonesie om de macht weer over te nemen.
C
biedt Nederland zijn excuses aan voor eeuwenlang misbruik van de Indonesische eilanden.
D
geeft Nederland Indonesie direct de onafhankelijkheid.

Slide 19 - Quizvraag

Waarom wilde de Nederlandse regering graag meewerken aan de onafhankelijkheid van Suriname?
A
Suriname kostte de schatkist teveel geld
B
Surinamers werden steeds gewelddadiger
C
Hij wilde de situatie van Indonesië voorkomen
D
Suriname werd gefinancierd door communistisch China

Slide 20 - Quizvraag


Lees het krantenartikel en kies het juiste antwoord: Den Haag, 20 maart 1975 - De onafhankelijkheid van Suriname werd actueel, toen de nieuwe Surinaamse premier Arron in februari 1974 aankondigde te zullen streven naar een zo spoedig mogelijke onafhankelijkheid van zijn land. Tijdens een topconferentie tussen Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen is besloten dat Suriname op 26 november een onafhankelijke republiek wordt. Het koninkrijksstatuut zal in die zin worden gewijzigd.
Over het bedrag dat Suriname aan ontwikkelingshulp van Nederland zal ontvangen, is nog geen overeenstemming bereikt. Surinamers die na de onafhankelijkheid de Nederlandse nationaliteit willen behouden, zullen daartoe in de gelegenheid worden gesteld.

A
Uit het artikel blijkt dat de dekolonisatie van Suriname met diplomatie plaatsvond.
B
Uit het artikel blijkt dat de dekolonisatie van Suriname ongeveer net zo verliep als die van Indonesië.
C
Uit het artikel blijkt dat de Nederlanders in 1975 Suriname wilden behouden als kolonie.
D
Uit het artikel blijkt dat de Nederlandse regering de dekolonisatie van Suriname een slecht idee vond.

Slide 21 - Quizvraag

V4 Welke twee conclusies kun je trekken uit de grafiek?
A
Door de Decembermoorden migreerden veel Surinamers naar Nederland
B
Door de onafhankelijkheid migreerden veel Surinamers naar Nederland
C
Vijf jaar na de onafhanelijkheid migreerden veel Surinamers naar Nederland
D
Voor de onafhankelijkheid was er weinig migratie van Suriname naar Nederland

Slide 22 - Quizvraag

Mensen die naar Nederland komen om te werken noemen we ...
A
Grensarbeiders
B
Gastarbeiders
C
Arbeidsmigranten
D
Arbeiders

Slide 23 - Quizvraag

In welk decennium kwamen veel gastarbeiders naar Nederland?
A
Jaren 1950
B
Jaren 1960
C
Jaren 1970
D
Jaren 2000

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde van binnenkomst in Nederland?
A
Gastarbeiders, vluchtelingen, Indonesiers, Surinamers
B
Vluchtelingen, gastarbeiders, seizoensmigranten, Surinamers
C
Indonesiers, gastarbeiders, Surinamers, vluchtelingen
D
Gastarbeiders, Surinamers, vluchtelingen, seizoensmigranten.

Slide 25 - Quizvraag

De oliecrisis van 1973

  • In 1973 was de eerste oliecrisis: enkele Arabische landen weigerden toen  om olie aan Nederland te leveren. (Jom Kipoer) 
    Plotseling bleek hoe kwetsbaar de Nederlandse economie eigenlijk was.  
  • Benzine op de bon, autoloze zondagen.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video