Oefentoets
1 / 20
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn de belangrijkste factoren van het klimaat?
Slide 2 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Dichter bij de zee is de schommeling van de temperatuur
A
Groter
B
Kleiner
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het verschil tussen aanlandige en aflandige wind?
Slide 4 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Bij welke wind is de kans op neerslag het grootst?
A
Aanlandig
B
Aflandig
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Herhaling: sleep de omschrijving naar de juiste klimaatgrafiek
Landklimaat
Zeeklimaat
Slide 6 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Aan welke vorm van veeteelt wordt vooral gedaan in steppegebieden?
A
Intensief
B
Extensief
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Zijn de Rocky Mountains een (geologisch) jong of oud gebergte?
A
Jong
B
Oud
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De lucht wordt opgewarmd
De lucht koelt af, waterdamp condenseert en er ontstaat bewolking
De waterdamp is al uit de lucht geregend
De lucht warmt op, waardoor de overgebleven waterdamp niet condenseert
Slide 9 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Geef aan welke tekening een lagedrukgebied (L) en een hogedrukgebied (H) laat zien
H
L
Slide 10 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een orkaan is eigenlijk een extreem lagedrukgebied. Zet de omschrijving in de juiste volgorde:
1
2
3
4
Het aardoppervlak is erg warm
Hierdoor wordt de atmosfeer warm
Warme lucht gaat stijgen
Doordat er een lagedrukgebied is ontstaan, wordt lucht aangezogen: er ontstaat een harde wind
Slide 11 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
In welk gebied ontstaan orkanen? (sleep de tekst naar het gebied)
In deze regio ontstaan orkanen
Slide 12 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een tornado is kleiner/groter dan een orkaan
A
Kleiner
B
Groter
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een tornado duurt korter/langer dan een orkaan
A
Korter
B
Langer
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
De windsnelheid bij een tornado is lager/hoger dan bij een orkaan
A
Lager
B
Hoger
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wanneer komt een tornado voornamelijk voor?
(gelet op warm oppervlak en koude atmosfeer)
(gelet op warm oppervlak en koude atmosfeer)
A
Winter
B
Lente
C
Zomer
D
Herfst
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Bekijk de bron.
Leg uit waarom er weinig
neerslag valt op de Great Plains (groene gebied)
Leg uit waarom er weinig
neerslag valt op de Great Plains (groene gebied)
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Op de Great Plains kan er sprake zijn van modderstromen.
Leg uit waarom er juist in de winter modderstromen kunnen ontstaan.
Leg uit waarom er juist in de winter modderstromen kunnen ontstaan.
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welke omschrijving past waar?
De grondprijs per m2 is hoog
Veel verlaten gebouwen
Hier wonen veel Afro-Amerikanen
Hier staan de mooiste huizen
Slide 19 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
In de kaart zie je de aanwezigheid van een bepaalde groep migranten. Welke migrantengroep is dit?
Slide 20 - Woordweb
Hispanics, komen vooral aan de grens met Mexico voor.
Bron: https://assets.pewresearch.org/wp-content/uploads/sites/7/2013/08/PH-2013-08-latino-populations-1-01.png
