De Tweede Wereldoorlog SB

De Tweede Wereldoorlog 
1940-1945
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 3,4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

De Tweede Wereldoorlog 
1940-1945

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel

Aan het einde van de les kan ik de belangrijkste gebeurtenissen en oorzaken van de Tweede Wereldoorlog benoemen. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al van de
Tweede Wereldoorlog?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is antisemitisme?
A
Jodenvervolging
B
Jodenhaat
C
Dat een land bestuurd wordt door 1 persoon
D
Mensen ongelijk behandelen vanwege hun uiterlijk

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antisemitisme
Antisemitisme betekend haat tegen joden: 
Anti = tegen en Semtiet = joods

Hoewel het, officieel, haat richting alle Semitisch sprekende volken betekent,
wordt het eigenlijk alleen gebruikt als ander woord voor Jodenhaat.

Antisemitisme bestaat al duizenden jaren...

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de Holocaust?
A
Een ander woord voor de Tweede Wereldoorlog
B
Een vernietigingskamp in voormalig door Nazi-Duitsland bezet Polen
C
De geplande moord op 6 miljoen Joden in Europa door het naziregime van Adolf Hitler
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 6 - Quizvraag

Deze interactieve opdracht laat leerlingen individueel nadenken over de vraag wat is de Holocaust.

Het goede antwoord is C. Het is de systematische moord op de Joden van Europa onder het nazi-regime van Adolf Hitler. Ongeveer 6 miljoen Joden zijn vermoord. Een groot deel van hen is vermoord in een concentratie- of vernietigingskamp, zoals bijvoorbeeld Auschwitz of Sobibor.
Holocaust
Het vervolgen en de uiteindelijke moord door de nazi's op de joden tijdens de Tweede Wereldoorlog noemen we de Holocaust
Holocaust betekend 'brandoffer'. Omdat dit in de geschiedenis ook als een vrijwillig offer is gebruikt, gebruiken sommigen liever een andere naam.

Bijvoorbeeld Shoah of Sjoa. Dit betekend 'ramp. 
De J in het persoonsbewijs staat voor 'Joods'. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier fasen
De holocaust kun je in vier verschillende fasen verdelen:
  • Discriminatie
  • Uitsluiten
  • Concentreren
  • Vernietiging

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 1

Discriminatie
Pesten en vernederen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hitler wordt kanselier
januari 1933




  • Hitler speelt in op gevoelens van onvrede bij delen van de bevolking.
  • Hij zegt dat de economische crisis én het verlies van de oorlog de schuld is van Joden en Communisten


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Discriminatie
Het pesten en vernederen van joden is iets wat je in de geschiedenis veel terug kan vinden. 
Toch zie je dat in jaren voor de oorlog het antisemitisme langzaam groeit.  
In Duitsland zijn veel mensen teleurgesteld, boos en verdrietig vanwege de Eerste Wereldoorlog, veel politieke onrust en economische problemen vanwege de crisis in 1929. 
Fase 1

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Kristallnacht
9 november 1938




  • In Parijs vermoordt een jonge Jood, Herschel Grynszpan, een Nazi. 
  • Na een haatrede tegen Joden op de radio van Joseph Goebbels, trekken Duitsers massaal de straat op om eigendommen van Joden te vernielen.
  • De politie en SS kregen de opdracht om niet in te grijpen.
Fase 1

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 2

Uitsluiten
Wetten en sterren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitsluiten
De Nazi's willen de joden steeds meer buitensluiten van het gewone leven.

Er komen verschillende wetten waarin stond dat joden niet met niet-joden mochten trouwen. 
Niet meer bij de overheid mochten werken. Geen fiets mochten hebben. 
En nog veel meer... 

De algehele strekking was vooral dat Joden lui zouden zijn, niets bijdragen en niet eerlijk.

Men moest een ster gaan dragen.
Fase 2

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom mochten Joden niet meer met niet-Joden trouwen?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rassenleer
Hitler had een hekel aan joden. Hij was aanhanger van de rassenleer:

  • De onjuiste theorie over verschillen tussen 'mensenrassen'

  • Hitler beweerde dat het jodendom geen godsdienst was, maar een 'joods ras´ dat het Duitse 'Arische ras' bedreigde. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Arisch ras
Het 'Arische ras' was volgens Hitler veel belangrijker en beter dan de Joodse mensen.

  • Geboren in (Noord) Europa
  • Blond, blauwe ogen en/of
  • Blank/Wit

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij de tekst en filmpjes goed begrepen?
Test je kennis!
Mensen moeten een ariërverklaring ondertekenen. Volgens Hitler moest je tot het arische ras behoren. 
Wat betekende dit?
Je behoort tot het arische ras als ...
je blond haar hebt.
je Joods bent.
je gehandicapt bent.
je donker haar hebt.
je blauwe ogen hebt.

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antisemitisme
Kristallnacht
Rassenleer

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Fase 3

Concentreren
Getto's en kampen

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Joodse wijken
Vanaf de Middeleeuwen werden joden gedwongen om in eigen wijken te wonen. In de Italiaanse stad Venetie woonden de joden in de wijk 'Ghetto Nuovo'. Hierkomt de bijnaam 'getto' vandaan. 

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de joden verplicht om naar deze getto's te verhuizen. 
Fase 3

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies





In de getto's was het leven zwaar: 
er was te weinig woonruimte voor de 
duizenden joden die er moesten leven.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het leven was ook onzeker om dat soms delen ghetto moeten worden ontruimd. 
Joden moesten stel hun spullen pakken en werden naar concentratiekampen gebracht. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fase 4
Vernietiging
Uitroeiing van de Joden
Endlösung (=eindoplossing)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SS groepen

In het begin van fase 4, worden de Joden neergeschoten. Een aantal SS groepen van het Duitse leger krijgen de opdracht om door Polen te trekken en zo veel mogelijk Joden te vermoorden.

Joden moeten hun eigen massagraf graven. Daarna worden ze op een rij doodgeschoten. Op deze manier worden er ongeveer 1 miljoen joden vermoord. 
Fase 4

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Concentratiekampen
  • Volkenmoord
  • Kogels kosten de Duitsers teveel geld, en het duurde lang.

De Nazi's bouwden vernietigingskampen in Polen
  • Concentratiekampen gemaakt om mensen te vermoorden. Voor de Duitsers zijn concentratiekampen veel 'overzichtelijker' en 'effectiever' om het 'Joodse probleem' op te lossen.
  • Waar in ghetto's nog manieren worden gevonden om te verstoppen voor de Duitsers, is dat in de kampen vrijwel onmogelijk.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke instantie(s) werkte(n) mee aan het transport van de Joden?
A
Gemeentehuis
B
Politie
C
Spoorwegen
D
Joodse Raad

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Auschwitz-Birkenau

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies







Een gaskamer in Auschwitz
Een gaskamer.

In een kamer hiervoor moest iedereen, met tientallen tegelijk, zich uitkleden en werd er gezegd dat ze eerst moesten douchen. Dat zou in deze ruimte gebeuren.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Zyklon B


  • Het was oorspronkelijk een bestrijdingsmiddel tegen ongedierte en bestond al vóór de oorlog.

  • Zyklon B bestaat uit korrels die verdampen (blauwzuur) als ze in contact komen met lucht.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Al het bewijsmateriaal moeten worden vernietigd:
kleding, foto's én lichamen... 
In de crematoria werken de Joden die voorlopig aan de gaskamers ontkomen zijn.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de oorlog zijn er 6 miljoen Joden vermoord. 
Van de 110.000 Nederlandse Joden overleven maar 5000 de concentratie en vernietingskampen.

Op 4 mei tijdens de Nationale Herdenking herdenkt Nederland allen, burgers en militairen, die het Koningkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op 5 mei vieren we de bevrijding van Nederland in 1945. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is vrijheid voor jou?
Je ontvangt van je docent een vlag.
Deze knip je netjes uit en op de vlag schrijf je op wat voor jou vrijheid betekent.
Je docent heeft scharen, stiften en pennen om te gebruiken.

De vlag lever je weer in.
Alle vlaggen van alle klassen worden in de school opgehangen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De volgende les
In de volgende les ga je aan de slag met een opdracht over het verzet óf er komt een gastspreker langs (afhankelijk van planning L&B klas).
In elke klas komt er sowieso een gastspreker zijn/haar verhaal vertellen over Wereld Oorlog II.  

Op de volgende dia lees je nu alvast het verhaal van deze gastspreker. 




Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frans Koops (1937) is drie jaar oud als de oorlog uitbreekt in 1940. Hij heeft vele herinneringen, zoals de Duitse soldaten die in kolonnes langs hun huis in Aalst (Eindhoven) trekken, de verduisterde ramen in de avond, vliegtuigen die beschoten worden in de nacht, lichtbundels van zoeklichten, de vondst van neergeschoten vliegtuigdelen in het bos.
Met de buren is het oppassen geblazen, want die zijn lid van de NSB. Als op bevel van de Duitsers alle radio’s moeten worden ingeleverd, nemen vader en moeder Koops daarom geen risico: de radio wordt weggedaan. Vader knutselt in het geheim kleine radiootjes in elkaar, om stiekem naar de Engelse radio te luisteren. Omdat het radiootje zo klein is, kan het makkelijk verstopt worden, en de stroom wordt opgewekt door een dynamo aan een fietswiel. Vader typt het Engelse nieuws op papier en verspreid die in brievenbussen in de buurt.
In 1943 wordt vader door de NSB-buurman mishandeld, waarna gevangenisstraf dreigt. Gelukkig wordt hij vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.
Wanneer het vliegveld van Eindhoven wordt gebombardeerd, zet vader alle ramen open om te voorkomen dat die door de luchtdruk breken. Tijdens de opmars van geallieerden in 1944 slaapt Frans in de kelderkast, wat ook de schuilplaats is wanneer granaten overvliegen.
Na de bevrijding worden er Engelse soldaten ingekwartierd in huis, met tanks en zwaar materiaal voor de deur. Een bijzondere ervaring voor Frans die dan 7 jaar oud is.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies