§4.6 De eurozone (kader)/ §4.6 Reëel &nominaal inkomen (PM)

Aan de slag
§4.6 De eurozone (kader)

T.boertien@ooz.nl
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aan de slag
§4.6 De eurozone (kader)

T.boertien@ooz.nl

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 
  • Ik kan de voor- en nadelen van de eurozone benoemen.
  • Ik kan uitleggen wat de invloed van de euro is op de economie van de EMU-landen.

Slide 2 - Tekstslide

(EMU) europes monetaire unie

Slide 3 - Tekstslide

Gevolgen van koersverandering
Als de prijs van vreemde valuta stijgt, moeten bedrijven meer euro’s betalen bij import.

Hogere wisselkoersen van vreemde valuta leiden tot inflatie.

Wisselkoers vreemde valuta stijgt? = euro goedkoper. 
Gevolg... export en werkgelegenheid neemt toe.

Slide 4 - Tekstslide

Afspraken en ECB
Landen maken financiële afspraken bijv. over begrotingstekort. 
Ander kan de koers dalen. 

Europese Centrale Bank (ECB) bewaakt de waarde van de euro.
Door bijvoorbeeld rente te verhogen/ verlagen.

Slide 5 - Tekstslide

Aan de slag
Maken alle opdrachten van §4.6

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
§4.6 Reëel &nominaal inkomen (PM)

T.boertien@ooz.nl

Slide 7 - Tekstslide

Begrippen 4.6
Nominaal (nationaal) inkomen: het inkomen in geld van één persoon (of van een heel land).

Prijscompensatie: Het deel van de inkomensstijging dat nodig is om de koopkracht te handhaven. Dit eisen vakbonden.

Slide 8 - Tekstslide

Reëel (nationaal) inkomen
De koopkracht van het inkomen van één persoon (of van een heel land).

Formule: nominale inkomensverandering (%) – inflatie (%) = reële inkomensverandering

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Stijging nominale inkomen 2024 = 4%
Inflatie 2024 = 2,5%. -
Reëel inkomen = 1,5%

Slide 10 - Tekstslide

Nominale inkomen: 1%
Inflatie: 12%
Reeël inkomen?
Reeël inkomen: 2%
Inflatie: 3%
Nominaal inkomen?
Nominaal inkomen: 3%
Reeël inkomen: 2%
Inflatie?
Nominaal inkomen: 2%
Reeël inkomen: 3%
Inflatie?
– 1%
5%
– 11%
1%

Slide 11 - Sleepvraag

Aan de slag
Zelfstandig maken: 
  • Hoofdstuk: 4 paragraaf: 6
  • Opdracht(en): alles
  • Tijdsduur: 20 minuten
  • Klaar?: test jezelf

Slide 12 - Tekstslide