Les 3A - Burgers aan de macht

Burgers aan de macht
Hoofdstuk 2: Politiek
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Burgers aan de macht
Hoofdstuk 2: Politiek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennisquiz

Burgers aan de macht

Stadhouders vs raadpensionaris



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt uitleggen hoe de Republiek werd bestuurd en wat daar bijzonder aan was.
Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen dat de stadhouder en de regenten soms verschillende belangen hadden.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt de "Gouden Eeuw" de GOUDEN eeuw genoemd?
A
Doordat de Nederland erg veel verdiend hebben in deze eeuw.
B
In de kunst werd erg veel goud gebruikt.
C
Deze eeuw was Nederland leidend op veel gebieden. Bijvoorbeeld sport.
D
Het was een eeuw van grote voorspoed.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was géén reden voor de bloei van kunst in de gouden eeuw?
A
De republiek was verdraagzaam.
B
Rijke regenten wilden pronken met hun rijkdom.
C
Goede armenzorg
D
Rijke families lieten portretten maken.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kunst vóór de Gouden eeuw was
A
Voornamelijk christelijk en realistisch
B
Voornamelijk christelijk en niet-realistisch
C
Voornamelijk niet-christelijk en realistisch
D
Voornamelijk niet-christelijk en niet-realistisch

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie waren voornamelijk de opdrachtgevers voor de kunst in de Gouden Eeuw?
A
Adel
B
Kerk
C
Rijke burgerij
D
Boeren

Slide 7 - Quizvraag

De rijke burgerij liet zich portretteren om hun status vast te leggen. De burgerij bestond uit ambachtslieden en handelaren. Het gewone volk bestond uit boeren en arbeiders. 
Wat is de Gouden Eeuw?
A
Er is veel goud
B
Er was een bloei in de kunst
C
De eeuw is goud
D
Er was een periode van rijkdom en welvaart

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakte de kunst van de Gouden Eeuw zo bijzonder?
A
De figuren in schilderijen leken niet te bewegen.
B
Er werden alleen koningen en edelen geschilderd.
C
Onderwerpen uit het dagelijks leven.
D
Onderwerpen uit de Bijbel.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt er dat zoveel mensen een portret van Rembrandt konden betalen?
A
Het was gewoon goedkoop
B
Er waren veel mensen rijk in de Gouden Eeuw (door bijvoorbeeld de handel)
C
De mensen kregen geld van de overheid om kunst te kopen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De welvaart in de Gouden Eeuw bracht ook de kunsten tot bloei.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke begrippen horen bij de VOC
A
handelsmonopolie
B
aandelen
C
Naamloze Vennootschap
D
slavenhandel

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De VOC had een aantal rechten. Wat zijn rechten van de VOC?
A
De VOC mocht oorlog voeren
B
De VOC mocht verdragen sluiten
C
De VOC mocht forten bouwen
D
De VOC mocht als enige handel drijven met Azië

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De WIC handelde in?
A
Slaven, tabak en specerijen
B
Slaven, suikerriet en specerijen
C
Steenkool, tabak en suikerriet
D
Slaven, tabak en suikerriet

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat past NIET bij de WIC?
A
Middelburg
B
Slavenhandel
C
Monopolie
D
Specerijen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WIC stond voor?
A
Werenigd Oost-Indische Compagnie
B
West-Indische Compagnie
C
West Indiaanse Gemeenschap
D
West Indonesische Compagnie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De WIC is opgericht in...
A
1602
B
1611
C
1621
D
1630

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Wetenschappelijke Revolutie was
A
Een tijd waarin vrouwen meer wetenschap gingen beoefenen.
B
Een tijd waarin wetenschap binnen 10 jaar heel erg veranderde.
C
Een tijd waarin wetenschap veranderde.
D
Een tijd waarin smartphones belangrijk werden.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Wetenschappelijke Revolutie was in de:
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antoni van Leeuwenhoek was een...
A
uitvinder van het slingeruurwerk.
B
uitvinder van de Snelle kaart.
C
aanhanger van het rationalisme.
D
uitvinder van de microscoop.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bestuur was op 2 opzichten anders in de Republiek
  1. Geen koning, maar regenten
  2. Geen centraal bestuur, maar lokaal

maar wel: bestuur is een mannenzaak want meest geschikt

vrouwen wel in staat eigen geld te verdienen
Het bestuur van de Republiek

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Louise Hollandine van de Palts (1622-1709)
Maria Schalcken (1645-voor 1700)
Johanna Koerten (1650-1715)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regenten en Stadhouders
De twee belangrijkste bestuurders in de Republiek waren de stadhouder en de raadpensionaris van Holland 

Zoek op wat deze bestuurders deden op blz 80
  • stadhouders:
  • raadpensionaris: 
timer
2:30

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies