Unit 2 - les 5

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Op tafel:
- boek

-schrift

- pen

Start opdracht

Opdracht Woordzoeker

• Vertaal eerst de Nederlandse woorden hieronder naar het Engels.
• Zoek de Engelse woorden op in de woordzoeker.
• Gebruik de woordenlijst van Kidulthood aan het einde van het hoofdstuk in je werkboek om de vertalingen te vinden.
• Klaar? Maak je werkblad van gisteren af.

Klaar met de startopdracht? 

• Open je schift en schrijf de datum van vandaag op (6 november)
• Maak een zin in de verleden tijd
• Maak een zin die over de toekomst gaat

Welcome to English class 

Spullen op tafel:

- boek

-schrift

- pen

- laptop (dicht)

Goals:

-practice for your reading exam
-Work on your assignments 

Planning 

- Startup exercise

-Reading

-News Round

-Practice examn

-Speaking 

-Speaking groups

Klaar met de startopdracht? 

• Open je schift en schrijf de datum van vandaag op (6 november)
• Maak een zin in de verleden tijd
• Maak een zin die over de toekomst gaat

Stil lezen

Haal je boek uit de kast dat je de vorige keer las.

• Maak aantekeningen bij elk hoofdstuk dat je leest.
• Volgende keer ga je verder met het boek.
• Lees in stilte.

News Round

Nieuwsbericht Samenvatten - sumarise the news

• Listen to the news and take notes while listening
• Luister naar het nieuws en maak aantekeningen terwijl je luistert
• Summarise the news - vat het nieuws in vijf Engels zinnen samen
• Tell your classmate some key points about the news you saw
• Vertel je klasgenoot in een paar punten over het nieuws

Oefen examen

Oefen Examen 

1. Pak het oude examen Engels van je tafel.
2. Lees de teksten goed door.
3. Lees daarna de vragen die bij de teksten horen.
4. Controleer in de tekst of je het juiste antwoord hebt omcirkeld.
5. Je mag belangrijke stukken in de tekst onderstrepen met je pen of markeerstift.

Je komt verschillende soorten vragen tegen:

Meerkeuzevragen: Kies het juiste antwoord.

Open vragen: Beantwoord de vraag met een volledige zin.

Werk zelfstandig aan het examen.

Beantwoord de vragen zo goed mogelijk.

Vraag om hulp als je iets niet begrijpt.

Ik loop rond in de klas en ben hier om je te helpen.

Stel gerust vragen als je ergens mee zit.

Blijf rustig en focus op het maken van het examen.

Introductie tot het Spreekexamen

Wat wordt van je verwacht op het spreekexamen:
1. een gesprek voeren over bekende onderwerpen en je mening kunnen geven.

Doel: je weet wat ervan je wordt verwacht na het spreekexamen

Thema’s voor het Spreekexamen

De vier belangrijkste onderwerpen:

1.Hobby’s: Wat doe je graag in je vrije tijd? Wat zijn je favoriete hobby’s en waarom?

2.Familie: Hoe ziet je gezin eruit? Wat vind je leuk om samen met je familie te doen?

3.Schoolleven: Wat zijn je favoriete vakken? Wat vind je het leukst en minst leuk aan school?

4.Omgeving: Beschrijf de plek waar je woont, jouw buurt of stad. Wat vind je fijn of minder fijn aan je omgeving?                                                                                

Thema’s voor het Spreekexamen

De vier belangrijkste onderwerpen:

Voorbeelden van vragen:

“What are your hobbies?” / “Wat zijn je hobby’s?”

Thema’s voor het Spreekexamen

De vier belangrijkste onderwerpen:

Voorbeelden van vragen:

“Can you tell me about your family?” / “Kun je iets vertellen over je familie?”

“Can you tell me about your family?” / “Kun je iets vertellen over je familie?”

Thema’s voor het Spreekexamen

De vier belangrijkste onderwerpen:

Voorbeelden van vragen:

“I really enjoy…” / “Ik vind het heel leuk om…”

“I think that…” / “Ik denk dat…”

“In my opinion…” / “Naar mijn mening…”

Thema’s voor het Spreekexamen

De vier belangrijkste onderwerpen:

Voorbeelden van vragen:

“I really enjoy…” / “Ik vind het heel leuk om…”

Tip: Gebruik eenvoudige woorden en wees duidelijk.

 details over zijn/haar hobby’s.