Wat / Van: uitdrukken als percentage van inkoopprijs en verkoopprijs

Wat : van x 100%
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat : van x 100%

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Voorkennis testen: wat weet je nog van de vorige lessen?
2. extra sommen afgelopen weken bespreken:
     hou de antwoorden paraat!
3. uitleg nieuw onderwerp: wat : van x 100%
4. aan de slag met de sommen van de afgelopen weken

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het einde van deze les weet je:

  • Hoe je brutowinst van de nettoverkoopprijs berekent
  • Hoe je brutowinst van e inkoopprijs berekent
  • Hoe je brutowinst uitdrukt als percentage van de nettoverkoopprijs
  • Hoe je brutowinst uitdrukt als percentage van de inkoopprijs

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis: een product heeft een inkoopprijs van
€ 14,-. De winkelier wil een brutowinst maken van
€ 6,-. Hoeveel bedraagt de nettoverkoopprijs?
A
€8,-
B
€ 20,-

Slide 4 - Quizvraag

Voorkennis: Een winkelier betaald inkoop € 12,- voor zijn product. Hij wil een brutowinst maken van 20% van de inkoopprijs.
Bereken de nettoverkoopprijs.

Slide 5 - Open vraag

De inkoopprijs van een laptop is € 350,- De winkelier rekent met een winst van 30% van de nettoverkoopprijs. Hoeveel bedraagt de nettoverkoopprijs?

Slide 6 - Open vraag

Antwoord en berekening:
De brutowinst is 30% van de verkoopprijs, dus de verkoopprijs is 100%. Blijft er 70% over voor de inkoopprijs.
€ 350 / 70 x 100

Slide 7 - Tekstslide

Een tube tandpasta heeft als inkoopprijs € 1,70. De winkelier wil een brutowinst maken van 45% van de nettoverkoopprijs. Bereken de nettoverkoopprijs.

Slide 8 - Open vraag

Antwoorden en berekening
De brutowinst is 45% van de verkoopprijs, dus de verkoopprijs is 100%. Blijft er 55% over voor de inkoopprijs.
€ 1,70 / 55 x 100

Slide 9 - Tekstslide

Brutowinst als percentage van de inkoopprijs


Brutowinst als percentage van de verkoopprijs
De inkoopprijs van een product is € 2-. De winkelier rekent met een brutowinst van 20% van de inkoopprijs. Bereken de nettoverkoopprijs.
De brutowinst is een percentage van de inkoopprijs. Dus: de inkoopprijs is 100%. Dat betekent dat de verkoopprijs 120% is. 

Berekening: € 2,- : 100 x 120
De inkoopprijs van een product is € 2-. De winkelier rekent met een brutowinst van 20% van de verkoopprijs. Bereken de nettoverkoopprijs.
De brutowinst is een percentage van de verkoopprijs. Dus: de verkoopprijs is 100%. Dat betekent dat er 80% overblijft voor de inkoopprijs.

Berekening: € 2,- : 80 x 100

Slide 10 - Tekstslide

Nakijken
Nakijken sommen H5. 

Slide 11 - Tekstslide

Nieuw! wat : van x 100%
Als verkoopspecialist is het belangrijk dat je goed kunt rekenen met procenten. Zo moet je ook iets kunnen uitdrukken als een percentage. We beginnen met een makkelijke:

Hoeveel procent is 5 van 10?
Juist. 5 is precies de helft van 10, dus 50%. Maar hoe gaat deze berekening?

5 : 10 x 100%

Slide 12 - Tekstslide

Wat : van x 100%
Stel nou dat de vraag is: hoeveel procent is 14 van 150?

                  Dit vraagstuk kun je oplossen met bovenstaande formule: 
                  wat : van x 100%.
stap 1: stel de vraag anders: wat is 14 van 150?
stap 2: vul de formule in.
  wat is 14 ....                          wat : van x 100%                          14 : van x 100%
  van 150                                  wat : van x 100%                          14 : 150 x 100%
9,3%

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel procent is 85 van 160?

Slide 14 - Open vraag

uitwerking
stap 1: stel de vraag anders: wat is 85 van 160?
stap 2: vul de formule in.
  wat is 85 ....                       wat : van x 100%                        85 : van x 100%
  van 160                                wat : van x 100%                       85 : 160 x 100%
53,13%

Slide 15 - Tekstslide

De brutowinst van een product is €5,-
De inkoopprijs van dit product is € 14. Hoeveel procent bedraagt de brutowinst van de inkoopprijs?

Slide 16 - Open vraag

uitwerking
stap 1: stel de vraag anders: wat is 5 van 14?
stap 2: vul de formule in.
         wat is 5 
           van 14
          x 100%
                   wat : van x 100%                 5 : 14 x 100% =  

 
35,7%

Slide 17 - Tekstslide

De nettoverkoopprijs van een product is € 60,-. De brutowinst is € 15,-. Hoeveel is de brutowinst als percentage van de nettoverkoopprijs?
A
25%
B
20%

Slide 18 - Quizvraag

Kies de 2 juiste antwoorden. Welk antwoord hoort op de stippellijn te staan?
De brutowinst van een product is € 4,-.
De inkoopprijs van dit product is € 8,-
De nettoverkoopprijs van dit product is € 12,-.

De brutowinst is .... % van de inkoopprijs
De brutowinst is .....% van de nettoverkoopprijs

A
25% en 33,3%
B
33,3% en 100%
C
50% en 25%
D
50% en 33,3%

Slide 19 - Quizvraag

Opgave 5
Een winkelier maakt €4,- winst op zijn product. De inkoopprijs van dit product is € 12,-.
A) Hoeveel is deze brutowinst in procenten van de inkoopprijs?
B) Hoeveel bedraagt de nettoverkoopprijs?
C) Hoeveel is deze brutowinst in procenten van de verkoopprijs?

Slide 20 - Open vraag

Opgave 6
Een winkelier maakt €5,- winst op zijn product. De nettoverkoopprijs is €25,-.
A) Hoeveel is de brutowinst in procenten van de verkoopprijs?
B) Hoeveel bedraagt de inkoopprijs?
C) Hoeveel is deze brutowinst in procenten van de inkoopprijs?

Slide 21 - Open vraag

Aan de slag!
Je gaat aan de slag met hoofdstuk 7 uit de reader. 


Slide 22 - Tekstslide

Evaluatie

Je weet nu:
  • Hoe je brutowinst van de nettoverkoopprijs berekent
  • Hoe je brutowinst van de inkoopprijs berekent
  • Hoe je brutowinst uitdrukt als percentage van de  nettoverkoopprijs
  • Hoe je brutowinst uitdrukt als percentage van de inkoopprijs

Slide 23 - Tekstslide