De stroomkring

doelen van deze les
  1. je weet wat statische elektriciteit is
  2. je weet wat een stroomkring is
  3. je weet hoe je een stroom moet meten
  4. je weet wat een serieschakeling is
  5. je weet wat een parallelschakeling is
  6. je kunt stroomsterktes in beide kringen uitrekenen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

doelen van deze les
  1. je weet wat statische elektriciteit is
  2. je weet wat een stroomkring is
  3. je weet hoe je een stroom moet meten
  4. je weet wat een serieschakeling is
  5. je weet wat een parallelschakeling is
  6. je kunt stroomsterktes in beide kringen uitrekenen

Slide 1 - Tekstslide

Bloed tot stroom

Je bloed stroom door je lichaam. 

Je lichaam is ook elektrisch, maar hoe werkt een stroomkring nu eigenlijk?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Opbouw atoom
Proton
  • Kern
  • Positief geladen
  • Kan niet verplaatsen
Neutron
  • Kern
  • Niet geladen
  • Kan niet verplaatsen
Elektron
  • Negatief geladen
  • Kan verplaatsen

Slide 5 - Tekstslide

Vrije elektronen in geleider

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Statische elektriciteit
Wrijf de voet over de grond en raak de deurknop aan

Slide 8 - Tekstslide

Statische elektriciteit - lading
Te veel elektronen
Te veel elektronen
Negatieve lading
Te weinig elektronen
Te weinig elektronen
Positieve lading
Elektronen - Protonen gelijk
Evenveel elektronen
als protonen
Geen lading (neutraal)

Slide 9 - Tekstslide

Gevaren statische elektriciteit

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Statische elektriciteit - afstoten
Gelijke ladingen stoten elkaar af

Slide 12 - Tekstslide

Statische elektriciteit - aantrekken
Ongelijke ladingen trekken elkaar aan

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Er is druk, maar geen stromend water
Er is spanning, maar geen stroom

Slide 15 - Tekstslide

Watermeter meet hoeveel 
water
Stroommeter meet hoeveel stroom

Slide 16 - Tekstslide

Stroom meten

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Serie: It = I1 = I2 = I3

Slide 19 - Tekstslide

Parallel: It = I1 + I2 + I3

Slide 20 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Slide 21 - Tekstslide

Hoeveel stroomkringen bevat een serieschakeling?
A
één
B
meerdere

Slide 22 - Quizvraag

Wat voor schakeling zie je hier?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling

Slide 23 - Quizvraag

Een serieschakeling heeft lampjes .....
A
onder elkaar
B
achter elkaar

Slide 24 - Quizvraag

Een serieschakeling is een .....
A
schakeling met vertakkingen
B
schakeling zonder vertakkingen

Slide 25 - Quizvraag

Wat is er constant bij een serieschakeling?
A
De stroomsterkte
B
De spanning
C
De weerstand
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 26 - Quizvraag

Hoeveel stroomkringen bevat een parallelschakeling
A
één
B
meerdere

Slide 27 - Quizvraag

Wat voor schakelingen zijn dit?
A
A = parallelschakeling B = serieschakeling,
B
A = serieschakeling B = parallelschakeling
C
A & B zijn serieschakelingen
D
A & B zijn parallelschakelingen

Slide 28 - Quizvraag

Wanneer is de Stroomsterkte constant?
Bij Serie of Parallel?
A
Een serieschakeling
B
Een parallelschakeling

Slide 29 - Quizvraag

Ga verder met de module

Slide 30 - Tekstslide