Les 1&2: Van de vroege naar de Late Middeleeuwen

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Overzicht lessen en vaardigheden
Geschiedenis Periode 2 Deel I:

         Les 1: Overgang vroege naar late ME Deel I
         Les 2: Overgang vroege naar late ME Deel II
         Les 3: De rol van de kerk (investituurstrijd)
         Les 4: Kruistochten
         Les 5: Tussentoets
         Havo: HS2     Vwo: HS3.1/3,2/3.3& HS4

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  1. Je kan de overgang de van Romeinse tijd naar de vroege ME verklaren en de overgang van de vroege naar de late ME.
  2. Je kan aangeven wat de ME zo'n unieke tijdsperiode maakt.
Hoe gaan we dit doen?

  1. Terugblik en opdracht met filmpje
  2. Opdracht 
  3. Uitleg + filmpje
  4. Aan de slag uit het boek
  5. Checken leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vraag: Wat kenmerkt deze overgang en waarom? Gebruik historische begrippen.

Slide 5 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Schrijf de volgende vraag op:

1: Wat maakt Karel de Grote een belangrijk historisch persoon?
  •  Denk hierbij aan de politieke/ economische hervormingen bijv. schrijf zijn bijdrage per onderwerp op




*Onderdeel van leerdoel 1&2

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Schrijf de volgende vraag op:

1: Wat maakt Karel de Grote een belangrijk historisch persoon?
  •  Denk hierbij aan de politieke/ economische hervormingen bijv. schrijf zijn bijdrage per onderwerp op




*Onderdeel van leerdoel 1&2

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht Feodale Stelsel
  • Neem de opdracht eerst goed door.
  •  Jullie krijgen 5 minuten om zelfstandig de antwoorden op te schrijven.
  • Overleggen mag wel.
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen d.m.v. opdrachten
Opdrachten
H:  Opdr: 6,9&12 blz 48      
V:   Opdr: 1,2&4 blz 88  
                                          

Hoe: Overleggen prima

Antwoorden volgen in ItsLearning (eventuele chek)

timer
1:00

Slide 14 - Tekstslide

De Late Middeleeuwen

Slide 15 - Tekstslide

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 16 - Tekstslide

The Dark Ages

Slide 17 - Tekstslide

Schrijf de volgende vraag op:

1: Waarom is de term Dark Ages niet volledig terecht?
  •  Schrijf op wat de ME een speciale en ook unieke tijdsperiode maakt. Noteer voorbeelden plus waar kan een korte verklaring voor je gekozen antwoord.




*Onderdeel van leerdoel 1&2

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Late Middeleeuwen
  • Tijd van Steden en Staten         (1000-1500)

  • Het is 'veiliger' en 'rustiger'
  • Er komt meer handel
  • Geld komt weer terug
  • Bevolking groeit
  • Er ontstaan steden
  • Macht van de steden neemt toe
  • De adel krijgt (soms) minder macht
Dit is een plattegrond van Zwolle in de Middeleeuwen

Slide 20 - Tekstslide


Verbeteringen in de landbouw
Rond het jaar 1000


  • Drieslagstelsel
  • IJzeren ploeg
  • Halsjuk

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video


Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op >
  • Overschotten worden verkocht of geruild op markten >
  • Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
  • Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
  • Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.

Slide 23 - Tekstslide


De Hanze
  • De meeste steden hadden een plein, waarop markten werden gehouden.
  • De belangrijkste markt was de jaarmarkt, die een paar weken duurde.
  • Veel handelaren reisden van jaarmarkt naar jaarmarkt.
  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer handel te krijgen. 
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
Dit is een plattegrond van Deventer, een van de Hanze-steden.

Slide 24 - Tekstslide

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Oefenen d.m.v. opdrachten
Opdrachten
H:  Opdr: 1,2,5&9 blz 57      
V:   Opdr: 1,2,4&9 blz 104  
                                          

Hoe: Overleggen prima

Antwoorden volgen in ItsLearning (eventuele chek)

timer
1:00

Slide 27 - Tekstslide