In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
§ 7.4 De wereld wordt kleiner
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Terugblikken op 7.3
Instructie 7.4
verwerking 7.4
Examentraining
Slide 2 - Tekstslide
7.3
Interne markt (vrij verkeer van?)
Verschil tussen de EU en EMU?
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoelen
In deze les leer je:
waardoor globalisering steeds meer toeneemt
wat een handelsverdrag is en wat de voordelen ervan zijn
hoe een land (nog) beter kan concurreren met andere landen
wat de nadelen zijn van toename vrije wereldhandel
Slide 4 - Tekstslide
Wereldwijde productie
Globalisering
Door toenemende contacten raken mensen en bedrijven wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden
Slide 5 - Tekstslide
De toenemende internationale handel is een voorbeeld van globalisering. Noem een technologische ontwikkeling die globalisering heeft bevorderd.
Slide 6 - Open vraag
Wereldwijde productie
Toegenomen wereldhandel door:
deels wegvallen handelsbelemmeringen.
technologische ontwikkelingen
o.a. communicatie en transport
Slide 7 - Tekstslide
Akkoord over handel
Handelsverdrag (handelsakkoord)
De EU (Nederland) kan handelsverdragen
afsluiten met niet EU-landen.
Hierin staan afspraken tussen landen
op het gebied van:
handel in goederen en diensten
investeringen.
Slide 8 - Tekstslide
Handelsverdrag (handelsakkoord)
Afspraken over:
verlagen of afschaffen invoerheffingen,
veiligheidseisen voor producten,
arbeidsomstandigheden, milieu, duurzaamheid.
EU sluit handelsakkoorden namens alle lidstaten.
Slide 9 - Tekstslide
Blijven we concurrend?
Groot deel inkomsten van ons land uit export.
Daarom is een sterke internationale concurrentiepositie belangrijk voor Nederland: goederen en diensten leveren van goede kwaliteit tegen aantrekkelijke prijs.
Hiervoor moet Nederland blijven zorgen voor:
goed onderwijs
innovaties
goede infrastructuur
goede gezondheidszorg
Slide 10 - Tekstslide
Keerzijde globalisering
Nederland profiteert van toegenomen globalisering.
Globalisering heeft ook nadelen:
laagopgeleide werknemers verliezen hun baan (productie naar lagelonenlanden)
ongelijke welvaartsverdeling
milieuschade.
Slide 11 - Tekstslide
8.1
Wat is belangrijk?
Slide 12 - Tekstslide
Inkomen per hoofd van de bevolking
Nationaal inkomen : aantal inwoners
Voorbeeld
Luxemburg Nationaal inkomen : 70,85 miljard
Aantal inwoners: 640.000
70850000000 : 640.000 = 110.703,13
De gemiddelde inwoner van Luxemburg verdient dus dit bedrag op jaarbasis.
Slide 13 - Tekstslide
Wat zegt het nationaal inkomen per hoofd?
Weinig.
1. Zijn de inkomens gelijk verdeeld over de bevolking?
2. Hoe hoog zijn de prijzen in een land?
3. Hoe is de informele sector? (zelfvoorziening)
Slide 14 - Tekstslide
Hoe werkte de Lorenz curve?
Slide 15 - Tekstslide
Vicieuze cirkel
Het ene probleem veroorzaakt weer een ander probleem.