8.2 toonhoogte en frequentie

8.1 geluid maken en horen
Aan het einde van de les kan je vertellen wat een frequentie is en kan je de trillingstijd berekenen
Uitleg 8.2
-> later volgt er uitleg voor plus en Havo opdrachten
Nask
Maken van de opdrachten 1 tot en met 14
Vragen via een whiteboard
Alles dat niet af is.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

8.1 geluid maken en horen
Aan het einde van de les kan je vertellen wat een frequentie is en kan je de trillingstijd berekenen
Uitleg 8.2
-> later volgt er uitleg voor plus en Havo opdrachten
Nask
Maken van de opdrachten 1 tot en met 14
Vragen via een whiteboard
Alles dat niet af is.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. 10 min   uitleg 8,1 geluid maken en horen   - klassikaal
2. 5 min     extra uitleg                                               - deels klassikaal
3. 15 min   opdrachten maken                               - zelfstandig 
4. 10 min   leerdoelen check                                   - klassikaal

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je vertellen wat een frequentie is en kan je de trillingstijd berekenen.

Slide 3 - Tekstslide

Geluidsinstrumenten met snaren. 
Toonhoogte hangt van 3 dingen af:
Dikte van een snaar
Wanneer een snaar dikker is is de toon lager, hoe dunner de snaar hoe hoger de toon.
De lengte van de snaar
Hoe korter de snaar, hoe hoger de toon.
Hoe strak de snaar is gespannend
Hoe meer spanning op de snaar (strak gespannen) hoe hoger de toon

Slide 4 - Tekstslide

De beweging van een stemvork
Als je een stemvork aanslaat, beginnen de benen van de stemvork te trillen. 

Ze bewegen elke seconde steeds even vaak heen en weer. 
 

Slide 5 - Tekstslide

Drie verschillende tonen. De breedte van het scherm is steeds 0,01 s.

Slide 6 - Tekstslide

Het aantal trillingen per seconde noem je de frequentie van de trilling.

Tijd berekenen van 1 trilling
Op de oscilloscoop zijn twee trillingen te zien.

De breedte van het scherm is 0,01 s.
Eén trilling duurt dus = 0,01 : 2 = 0,005s
 

Slide 7 - Tekstslide

Formules die je nodig hebt
Trillingstijd (T) = 1 : frequentie (f)
frequentie (f) = 1/trillingstijd (T)

Slide 8 - Tekstslide

Frequentie bereik

Slide 9 - Tekstslide

Korte check
Vraag 1: Welke factoren kan je benoemen die van invloed zijn op de toonhoogte van een snaar?

Slide 10 - Tekstslide

Korte check
Vraag 2: 
We hebben 2 stemvorken, 1 stemvork met een frequentie van 440Hz en 1 stemvork met een frequentie van 128Hz. 

Welke frequentie is hoger?

Slide 11 - Tekstslide

Korte check
Vraag 3: Bereken de frequentie bij B.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Aan de slag met opdrachten
Maken opdrachten 1 tot en met 14.

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Frequentie kun je meten met een decibel-meter.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Hoe groter de frequentie hoe ... het geluid.
A
harder
B
zachter
C
hoger
D
lager

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het symbool voor frequentie?
A
F
B
f
C
Fr
D
freq

Slide 17 - Quizvraag

Bij een frequentie van 404 Hz zijn er:
A
0,002 trillingen per sec
B
404 trillingen per sec
C
202 trillingen per sec
D
808 trillingen per sec

Slide 18 - Quizvraag

Als de trillingstijd 0,012 seconde is, wat is dan de frequentie;
( f = 1 : T )
A
83,3 Hz
B
83,3 sec
C
8,33 Hz
D
833 Hz

Slide 19 - Quizvraag