De oudere zorgvrager

De oudere zorgvrager
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

De oudere zorgvrager

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma 
Lesson-up
Opdrachten 
Achtergrondinformatie 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Brigitte Kaandorp
4,5 minuut
Stelling 
'Iedereen wil oud worden, maar niemand wil oud zijn'

Slide 4 - Tekstslide


1. vind je van bovenstaande stelling?
2. Hoe lijkt het jou om oud te worden?

Noem negatieve stereotype beelden van ouderen

Slide 5 - Woordweb

Ouderen
veel zorg nodig
kosten de maatschappij veel geld
zijn eenzaam
zijn conservatief
kunnen niet met verandering omgaan
zijn saai
Kunnen niet met computers omgaan 
zijn zwak
zijn minder bereid om te leren. 
Positieve kanten van ouder worden

Slide 6 - Woordweb

meer ervaring; meer zelfkennis, je minder van anderen aantrekken, beter kunnen relativeren, meer (financiële) vrijheid, meer kunnen genieten. 

Slide 7 - Video

De gemiddelde oudere bestaat niet.

Veel ouderen zijn soms vitaal en zelfstandig en op andere momenten kwetsbaar en eenzaam.
Naarmate iemand ouder wordt, neemt zijn veerkracht af. Dit betekent dat oudere zorgvragers minder snel herstellen en door een lichamelijke of geestelijke beperking heel snel achteruit kunnen gaan. Het ene probleem kan tot het andere leiden en zo kan een vitale oudere snel veranderen in een kwetsbare oudere.
Biologische leeftijd en kalenderleeftijd
Hoe oud iemand is, wordt niet alleen bepaald door het aantal levensjaren. De biologische leeftijd en de kalenderleeftijd komen niet altijd overeen. Met de biologische leeftijd wordt de veroudering op lichamelijk gebied bedoeld. De kalenderleeftijd geeft aan hoe vaak iemand jarig is geweest.

Benadering
Leg uit hoe je een fitte oudere persoon zou benaderen tegenover een kwetsbare, ‘klagerige’ oudere persoon. 
De fitte oudere
Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat je een fitte oudere persoon meer controle over zijn zorg laat houden door hem zo zelfredzaam mogelijk te laten zijn.
Een fitte oudere persoon zal het niet waarderen om betuttelend te worden behandeld en wil graag gelijkwaardig behandeld worden. Hij zal veel om informatie vragen.
Bij een kwetsbare oudere kun je ook de naasten en mantelzorgers inschakelen die hem kunnen ondersteunen en informatie kunnen geven die hij is vergeten of niet heeft begrepen.
Je houdt dus rekening met de kwetsbaarheid en de afhankelijke positie van de zorgvrager.

De kwetsbare oudere
Bij een kwetsbare oudere kun je ook de naasten en mantelzorgers inschakelen die hem kunnen ondersteunen en informatie kunnen geven die hij is vergeten of niet heeft begrepen.
Je houdt dus rekening met de kwetsbaarheid en de afhankelijke positie van de zorgvrager.

Slide 8 - Tekstslide

Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat je een fitte oudere persoon meer controle over zijn zorg laat houden door hem zo zelfredzaam mogelijk te laten zijn.
Een fitte oudere persoon zal het niet waarderen om betuttelend te worden behandeld en wil graag gelijkwaardig behandeld worden. Hij zal veel om informatie vragen.

Bij een kwetsbare oudere kun je ook de naasten en mantelzorgers inschakelen die hem kunnen ondersteunen en informatie kunnen geven die hij is vergeten of niet heeft begrepen.
Je houdt dus rekening met de kwetsbaarheid en de afhankelijke positie van de zorgvrager.

Normen en waarden
Het leven van de oudere mens verandert: ouderdomsverschijnselen treden op en zijn sociale netwerk verandert. Hij kan gezondheidsproblemen krijgen en wel of niet met hulp leven. Dit alles bepaalt mede de kwaliteit van zijn leven. Hoe iemand dat ervaart, is persoonlijk en afhankelijk van zijn normen en waarden.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een waarde in de zorg

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Noem bijbehorende normen

Slide 11 - Woordweb

Waarden streef je na door je aan concrete gedragsregels te houden. Die gedragsregels noemen we normen. Voorbeelden van normen zijn:
• Je spreekt een oudere met ‘u’ aan.
• Je wacht op je beurt.
• Je helpt iemand die gewond is.
• Je eet alleen biologische producten.

levensverhaal
Het kan een fijn gespreksonderwerp zijn.
Het kan ook meer grip op het leven geven. 

Slide 12 - Tekstslide

Herinneringen ophalen is meer dan alleen leuk voor de oudere zorgvrager. Door zijn verhaal te vertellen en te praten over zijn toekomst krijgt de zorgvrager ook meer grip op zijn leven. Dat is vooral belangrijk als het leven anders loopt dan hij had verwacht. Door verhalen over het leven te vertellen, verbindt de zorgvrager het heden aan het verleden en de toekomst. Dan klopt het weer. Een levensverhaal hoeft niet altijd dé waarheid te zijn. Zo kunnen broers en zussen in een gezin elk hun eigen verhaal hebben.
Kenmerken van de kwetsbare oudere (veroudering)

Slide 13 - Woordweb

Algemene kenmerken van veroudering zijn:
  • De spierkracht wordt minder, spieren worden slapper.
  • De conditie (het vermogen om zich in te spannen en te herstellen) wordt minder.
  • •Prikkels worden langzamer verwerkt.
  • De weerstand tegen ziektes wordt minder.

Opdracht 
Maak een overzicht van de meest voorkomende ziektes 
Onderzoek in de basis wat het probleem is.
Noteer eventuele vragen. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leeftijd 
Is er onderscheid tussen kalenderleeftijd of biologische leeftijd? 

Slide 15 - Tekstslide

Kalenderleeftijd is letterlijk hoe oud iemand is.

De biologische leeftijd geeft aan hoe gezond iemand is en hoe goed het lichaam functioneert. Om de biologische leeftijd te bepalen worden vooral gezondheidskenmerken gemeten, zoals:
Bloeddruk.
Bloedwaardes, zoals cholesterol en ontstekingswaarden.
Conditie van het hart, longen en andere organen.
De aanwezigheid van chronische ziekten zoals diabetes, kanker en de ziekte van Alzheimer.
Erfelijkheidsfactoren uit DNA-onderzoek.
Dankzij deze methode krijgen wetenschappers steeds beter inzicht in hoe veroudering werkt. En daardoor weten ze dus ook wat mensen moeten doen om hun biologische leeftijd te verlagen en gezond te blijven.

Verlies en rouw bij ouderdom, waar denk je aan?

Slide 16 - Woordweb

1. het aanvaarden van de realiteit van het verlies
2. het doorleven van pijn en verdriet
3. zich aanpassen aan een nieuw leven waarin de overledene niet meer aanwezig is
4. de overledene emotioneel een plaats geven en de draad van het leven weer oppakken

Een zorgvrager vanaf 70 jaar of ouder noemen we een geriatrische zorgvrager
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geriatrische zorgvrager
• een leeftijd van 70 jaar of hoger;
• twee of meer chronische ziekten, waarbij niet altijd duidelijk is welk symptoom bij welke chronische aandoening hoort (symptomen kunnen zowel op fysiek als op mentaal gebied tot uiting komen);
• toegenomen kwetsbaarheid;
• meerdere klachten en beperkingen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Screening vroegsignalering
  • delier (acute verwardheid) 
  • vallen
  • ondervoeding
  • fysieke beperkingen

Slide 19 - Tekstslide

Omdat voorkomen beter is dan genezen, is het belangrijk om te herkennen dat iemand een verhoogd risico heeft op zo’n probleem. Daarvoor zijn eenvoudige screeningsinstrumenten ontwikkeld, die bij elke zorgvrager van 70 jaar en ouder bij opname in een zorginstelling worden afgenomen.

Als eenmaal een verhoogd risico is gesignaleerd, worden preventieve interventies ingezet om te voorkomen dat het probleem optreedt. Ook kunnen uitgebreidere screeningsinstrumenten worden toegepast om een juiste diagnose te stellen en de juiste zorg en behandeling te bepalen

Vijf meest voorkomende gezondheidsproblemen (geriatrie) 
1. cognitieve problemen
2. incontinentie
3. immobiliteit & vallen
4. voeding & vocht
5. polyfarmacie

Slide 20 - Tekstslide

Deze reuzen zijn
1. cognitieve problemen
2. incontinentie
3. immobiliteit & vallen
4. voeding & vocht
5. polyfarmacie
Vragen?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies