12.2 De huid

12.2 De huid
Thema 12 Gaswisseling en uitscheiding
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

12.2 De huid
Thema 12 Gaswisseling en uitscheiding

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten we al?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 12.1
  • Je kunt het verschil beschrijven tussen het inwendige en het uitwendige milieu van een organisme.
  • Je kunt het belang uitleggen van een constant inwendig milieu.
  • Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu constant blijft door opname, opslag en uitscheiding.

Slide 3 - Tekstslide

Begrippen 12.1
  • Inwendig milieu
  • Uitscheiding
  • Uitwendig milieu

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen 12.2
  • Je kunt de delen van de huid in een afbeelding aanwijzen.
  • Je kunt de functies van de onderdelen van de huid beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe de huid zorgt voor een constant inwendig milieu.

Slide 5 - Tekstslide

Bouw van de huid
De huid bestaat uit twee delen:
De opperhuid
De lederhuid
Onder de huid ligt het onderhuidse bindweefsel
Het onderhuidse bindweefsel hoort niet bij de huid.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Bouw van de opperhuid
  • De opperhuid bestaat uit twee lagen: de kiemlaag  en de hoornlaag.
  • De kiemlaag ligt onder de hoornlaag en bestaat uit levende cellen. De onderste cellen delen zich, daardoor komen er steeds nieuwe cellen bij.
  • De oudere cellen verhoorneren, dat betekent dat de cellen hoornstof maken. Als cellen verhoornd zijn, sterven ze af, zo ontstaat de hoornlaag.
  • De hoornlaag is de buitenste huidlaag. Dat is dus de laag van de huid die je aanraakt.
  • De hoornlaag bestaat uit dode, verhoornde cellen.
  • De buitenkant van de hoornlaag slijt af.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Functies van de hoornlaag
  • De dode, verhoornde cellen van de hoornlaag liggen in lagen over elkaar en houden ziekteverwekkers tegen.
  • Hierdoor voorkomt de hoornlaag infecties.
  • Daarnaast beschermen deze cellen de levende cellen onder de hoornlaag tegen beschadiging.
  • De hoornlaag houdt ook de verdamping van water uit je huid tegen en beschermt je dus tegen uitdroging.

Slide 10 - Tekstslide

Functie van de kiemlaag
  • De kiemlaag maakt nieuwe cellen en vult steeds de hoornlaag aan de onderzijde aan.
  • Ook beschermt de kiemlaag tegen uv-straling.
  • Bepaalde cellen van de kiemlaag maken pigment.
  • Pigment komt ook in de cellen eromheen terecht
  • Pigment is een bescherming tegen uv-straling.
  • Door uv-straling maken de cellen meer pigment, je huid wordt daardoor donkerder.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bouw van de lederhuid
  • De haren steken door de opperhuid heen. In de lederhuid zit een laagje cellen om een haar. Dat is het haarzakje
  • In de haarzakjes zitten talgklieren. De talgklieren maken talg.
  • Talg is een vettige stof die de haren en de hoornlaag soepel houdt. Talg helpt ook om de hoornlaag waterdicht te houden.
  • Aan het haarzakje zit een haarspiertje vast. Hierdoor kunnen de haren op je huid soms rechtop worden getrokken.
  • In de lederhuid liggen daarnaast zintuigen. Met deze zintuigen kun je druk, tast, pijn, warmte en kou opmerken.

Slide 13 - Tekstslide

Bloedvaten en zweet klieren
  • In de lederhuid liggen ook bloedvaten en zweetklieren. Bloedvaten en zweetklieren helpen bij het regelen van de lichaamstemperatuur.
  • Bij kou worden de bloedvaten nauwer. Er stroomt minder (warm) bloed doorheen. Je wordt bleker en houdt warmte vast.
  • Bij warmte worden de bloedvaten wijder. Er stroomt veel bloed doorheen. Je wordt roder en geeft warmte af.
  • De zweetklieren in de lederhuid produceren zweet. Zweet bestaat uit water en zouten. Zweet verdampt en de warmte die hiervoor nodig is, komt uit het lichaam. Het lichaam koelt daardoor af.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Onderhuids bindweefsel
  • Onder de huid ligt het onderhuidse bindweefsel.
  • In het onderhuidse bindweefsel liggen vetcellen.
  • In de vetcellen kun je vet opslaan.
  • Je lichaam kan het vet als reservevoedsel gebruiken.
  • Ook zorgt het vet voor warmte-isolatie.
  • Door de vetlaag verlies je minder snel lichaamswarmte.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Begrippen 12.2

  • Haar
  • Haarspiertje
  • Haarzakje
  • Hoornlaag
  • Kiemlaag
  • Lederhuid

  • Onderhuidsbindweefsel
  • Opperhuid
  • Pigment
  • Talg
  • Talgklieren
  • Zweet
  • Zweetklieren 

Slide 18 - Tekstslide

Ik kan nu
  • Je kunt het verschil beschrijven tussen het inwendige en het uitwendige milieu van een organisme.
  • Je kunt het belang uitleggen van een constant inwendig milieu.
  • Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu constant blijft door opname, opslag en uitscheiding.

Slide 19 - Tekstslide

Aan het werk!
Maken opdrachten 12.2: 1 t/m 10
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 12.2
Veel goed? -> Maken Samenhang H12

 

timer
25:00

Slide 20 - Tekstslide