In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 1.5 min
Onderdelen in deze les
COMMUNICATIE
Slide 1 - Tekstslide
Onderwerp
Module 1| Professioneel communiceren
Leerdoelen en inleiding
Hoofdstuk 1: Communicatie
1.1 Wat is communicatie?
1.2 Communicatiestijlen
1.3 Communiceren met ruis
1.5 Communiceren via sociale media
Slide 2 - Tekstslide
Doel
Je kent de vormen van communicatie.
Je herkent verschillende betekenissen van communicatie in het contact.
Je leert wat het belang is van communicatie in je werk.
Inleiding: samen het praktijkvoorbeeld doornemen
Slide 3 - Tekstslide
Hoe gebruik je communicatie in je werk?
Slide 4 - Woordweb
Wat is communicatie?
Communicatie is het overbrengen van informatie van de een naar de ander.
Bij communicatie gaat het altijd om het uitwisselen van woorden en signalen tussen mensen. Dat kan rechtstreeks, maar steeds vaker gebruiken we hulpmiddelen als e-mail, internet etc.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
De beroepskracht MZ luistert aandachtig naar een cliënt die vertelt over zijn thuissituatie.
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quizvraag
De praktijkopleider geeft feedback aan de stagiaire die onderuitgezakt zit en boos kijkt.
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quizvraag
De praktijkopleider maakt middels een gebaar duidelijk dat de student nog even moet wachten op de gang. Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quizvraag
De docent mailt een student dat zij een onvoldoende heeft voor haar paper.
Is hier sprake van communicatie?
A
Ja
B
Nee
Slide 10 - Quizvraag
"Je kunt niet niet communiceren"
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Licentie
Orientatie - Moeilijke woorden
Zorg ervoor dat je de woorden begrijpt die je nog niet kent.
hoofdstuk 1.1 t/m 1.3.2
communicatie
verbaal - non - verbaal
interpreteren
referentiekader
vier aspecten boodschap:
inhoudelijke aspect
relationeel aspect
appellerend aspect
expressief aspect.
communicatiestijlen - analyser - promotor - supporter - de controller
effectieve communicatie
waarnemen (en interpreteren)
Slide 13 - Tekstslide
Referentiekader
Iemands communicatiegedrag wordt namelijk sterk beïnvloed door zijn referentiekader.
Het referentiekader is het geheel van denkbeelden, overtuigingen, gewoonten, waarden en normen die iemand heeft opgebouwd in zijn leven en van waaruit hij de wereld om zich heen interpreteert en beoordeelt.
Slide 14 - Tekstslide
Referentiekader en interpreteren
Je ziet de wereld niet zoals hij echt is, maar zoals jij denkt dat hij is. Jouw waarneming wordt gekleurd door allerlei zaken.
Denk aan:
je opvoeding;
je normen en waarden;
ervaringen die je hebt opgedaan;
je stemming en gevoelens;
het land waar je woont;
je geslacht;
je geloof.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Dirk zegt tegen collega Elya: 'Ik ga zo meneer Driesen helpen. Help jij mevr. Reus?'
Wie is de zender? Wie is de ontvanger? Wat is de boodschap?
Slide 17 - Tekstslide
Communiceren met een symbool
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Verbale communicatie
Verbale communicatie is de communicatie waarbij iemand met woorden (gesproken of geschreven) informatie overbrengt.
Non-verbale communicatie
Alle communicatie die niet via woorden verloopt, valt onder non-verbale communicatie.
Bewust: Bijv.: zwaaien
Onbewust: Bijv.: Zweten, blozen
Slide 20 - Tekstslide
Welk misverstand is er hier?
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Stemklank en toonhoogte
Stemklank is het geluid van de stem, dat het resultaat is van stembandtrillingen in het strottendhoofd.
Intonatie is de zinsmelodie, het verloop van de toonhoogte bij het spreken.
Slide 23 - Tekstslide
Hoe klinkt jouw stem?
Warm of koud?
Zacht of hard?
Vrolijk of verdrietig?
Bang of vol zelfvertrouwen?
Enthousiast of voorzichtig?
Helder of hees?
Mopperend of luchtig?
Schreeuwerig, piepend of fluisterend?
Slide 24 - Tekstslide
Non verbaal - Algemeen voorkomen (uiterlijk)
Aan je uiterlijk en aan hoe je je kleedt, kunnen anderen zien wat je wilt uitstralen of hoe je je voelt.
We bekijken de afbeeldingen op de volgende slides.
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Lichaamshouding
Slide 28 - Tekstslide
Gebaren
Slide 29 - Tekstslide
Gezichtsuitdrukkingen
Slide 30 - Tekstslide
Oogcontact
Slide 31 - Tekstslide
Uit onderzoek blijft dat mensen hun stem minder goed onder controle kunnen houden dan hun gezichtsuitdrukkingen.
Sommige zangers en zangeressen weten je door liedjes te raken. Vaak is het dan niet alleen de tekst die de emotie bij je oproept, maar ook de manier waarop zij dit lied zingen.
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Video
Inhoudelijk aspect van communicatie
'Deur dicht!'
Wat is het belang van de inhoud?
Relationeel aspect van communicatie
'Wil je alsjeblieft de deur dicht doen?'
Wat is het belang van de relatie?
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Dubbele boodschap
'Morgen ben ik vrij, ik heb dat echt even nodig, maar als het echt niet anders kan, dan kom ik wel werken.'
Slide 36 - Tekstslide
Appellerend aspect van de boodschap
VOORBEELD
'Ga jij vandaag jouw bed opmaken?' is niet alleen een vraag, maar je wil dat de cliënt zijn bed opmaakt. Je doet dus een appel op de ander.
Expressief aspect van de boodschap
VOORBEELD
'Ik houd niet van honden'
Wat kan de achterliggende expressie zijn?
Slide 37 - Tekstslide
Medium
Communicatie kan direct plaatsvinden tussen twee mensen, maar communicatie kan ook indirect plaatsvinden. Er is dan sprake van een medium.
Een medium is een informatiedrager die zorgt voor de overdracht van de boodschap.
Wat zijn voordelen? Wat zijn nadelen?
Slide 38 - Tekstslide
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
Slide 39 - Quizvraag
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
Slide 40 - Quizvraag
Slide 41 - Video
Vier communicatiestijlen
analyser
promoter
supporter
controller
Slide 42 - Tekstslide
Je eigen communicatiestijl herkennen
Slide 43 - Tekstslide
Effectieve communicatie
Effectief betekent: doeltreffend.
De communicatie waarbij de boodschap overkomt bij de ontvanger zoals de zender bedoelt.
Maar, effectief is óók zorg voor het relatieaspect.
Slide 44 - Tekstslide
Problemen door ruis
Ruis omvat alle factoren in zender, ontvanger en omgeving die de communicatie bemoeilijken of verstoren.
Interne ruis
Externe ruis
Slide 45 - Tekstslide
Communiceren via social media
Wat kunnen nadelen zijn?
Slide 46 - Tekstslide
Communiceren via social media
De toon van je bericht kan heel anders overkomen dan jij hebt bedoeld.
Je hebt geen invloed op hoe de ander jouw bericht ervaart.
Je kunt niet adequaat reageren op reacties op je bericht.
Je kunt je bericht niet toelichten of nuanceren.
Slide 47 - Tekstslide
Zoek op....
Veelvoorkomende regels binnen organisaties in de maatschappelijke zorg wat betreft effectief omgaan met social media:
Slide 48 - Tekstslide
Opdrachten
1: Communicatie
Verwerkingsopdrachten
Niveau 3.
Slide 49 - Tekstslide
Extra oefening: Betekenis geven
Zoek een gebaar of non verbale uitdrukking en laat zien aan de klas.