week 11 les 1

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Bonjour!

Les devoirs

Achterstand wegwerken... zijn Bloc E en F af? 

Verbeter je werk online en in jouw WB

Faire (Maken): woordzoeker(s) meenemen! Bloc H: ex 30+ 31. Neem zelfstandig ex 30b+ 31a door! Havo maakt ook ex 31f*

Apprendre (leren): vocabulaire E (luister zelf naar de woordjes online!)

Lesdoelen (Buts)

Overhoren HW: Bloc E

Je kunt de woorden en zinnen vertalen N-F/ F-N

Bloc H: Grammaire 

Je kunt de Franse ontkenning herkennen 

Je kunt de ontkenning 'niet of geen' toepassen 

Nakijktijd: 

Je hebt alles nagekeken en verbeterd t/m Bloc F

Overhoren Vocabulaire E

l'enfant

1. de olifant
2. het kind
3. de entree
4. de fantasie

demain

1. vandaag
2. gisteren
3. morgen
4. overmorgen

maintenant

1. ook
2. daarna
3. en
4. nu

chercher

1. praten
2. houden van
3. kijken naar
4. zoeken

Je voudrais une baguette.

Je ne comprends pas

Hoe ging het overhoren?

😒🙁😐🙂😃

Bloc H

Grammaire 'De ontkenning'

De ontkenning in het Frans

Ik ben in Parijs.

Je suis à Paris.

Ik ben niet in Parijs.

Je ne suis pas à Paris.

Tip

Het vinden van de persoonsvorm.

Om de persoonsvorm te vinden: zoek naar:

- namen of zelfstandige nw

- woorden als: je/tu/il/elle/on/nous/vous/ils/elles

De persoonsvorm staat hier altijd direct achter!

We gaan oefenen

On va pratiquer...

Uit welke woorden bestaat de Franse ontkenning

1. alleen pas
2. alleen ne
3. ne/n' pas
4. no pas

Wat betekent de ontkenning ne...pas?

1. geen
2. niet
3. nooit
4. niet meer

Maak de zin ontkennend:
Je parle français

1. Je ne parle français pas
2. Je ne parle pas français
3. Je parle ne français pas
4. Ne je pas parle français

Maak de zin ontkennend:
Cato cherche le chien.

1. Cato cherche ne le chien pas.
2. Ne Cato pas cherche le chien.
3. Cato ne cherche pas le chien.
4. Cato cherche ne le pas chien.

Attention!

Wanneer het werkwoord/persoonsvorm met een klinker (a/e/i/o/u) of een stomme h begint, dan verandert ne in n’. 

Voorbeelden:

J’habite à Velp. 

Je n’habite pas à Velp.

J’aime le français. 

Je n’aime pas le français.

C'est impossible.

Ce n'est pas impossible.

Maak de zin ontkennend:
J'habite à Arnhem.

1. J' n'habite pas à Arnhem.
2. Je ne habite pas à Arnhem.
3. Je n'habite pas à Arnhem.
4. Je n'habite à Arnhem pas.

Maak de zin ontkennend:
J'adore le chocolat.

1. J' n'adore pas le chocolat.
2. Je n'adore pas le chocolat.
3. Je ne adore pas le chocolat.
4. Je n'adore le chocolat pas.

Maak de zin ontkennend:
C'est bizarre!

1. C'n'est pas bizarre!
2. Ce n'est pas bizarre!
3. Ce ne est pas bizarre!
4. C'est ne bizarre pas!

Ik kan Franse zinnen ontkennend maken

Ja, dat kan ik best goed

Ja, maar ik moet nog wel oefenen

Ja, maar ik vind het nog wel lastig

Nee, ik kan het niet en heb hulp nodig

Au travail! Aan het werk

Nakijktijd! t/m Bloc F

Je zorgt ervoor dat je werk is nagekeken en verbeterd

Alles klaar? 

Faire (maken): Bloc H afmaken 

- ex 32a (maak 5 zinnen mbv de 3 kolommen, -er werkwoorden vervoegen!)

- ex 32b (maak de zinnen uit ex 32a ontkennend)

- ex 33a Vul het inschrijfformulier in 

Les devoirs

Faire (maken): Bloc H afmaken

- ex 32a (maak 5 zinnen mbv de 3 kolommen, -er werkwoorden vervoegen!)

- ex 32b (maak de zinnen uit ex 32a ontkennend)

- ex 33a Vul het inschrijfformulier in 

Apprendre (leren): Herhaal Voc E + Bloc H