Oefenen voor de toets H1
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is GEEN middel van bestaan?
A
Jagen
B
Verzamelen
C
Wonen
D
Vissen
Slide 2 - Quizvraag
Het eerste tijdvak heet....
A
De tijd van jagers en boeren
B
De tijd van jagers en verzamelaars
C
De tijd van Grieken en Romeinen
D
De tijd van ongeschreven bronnen
Slide 3 - Quizvraag
Je bent zelfvoorzienend als je...
A
Geen vaste woonplek hebt
B
Aan landbouw doet
C
Voor jezelf kan zorgen
D
Wapens van hout maakt
Slide 4 - Quizvraag
Mensen zonder vaste woonplaats noem je....
Slide 5 - Open vraag
Welk materiaal werd NIET gebruikt door de jager-verzamelaars?
A
IJzer
B
Botten
C
Hout
D
Steen
Slide 6 - Quizvraag
Een archeoloog onderzoekt...
A
Boeren in onze tijd
B
Jager-verzamelaars in onze tijd
C
Bronnen uit het verleden
D
Mensen die het verleden naspelen
Slide 7 - Quizvraag
Typen! Wat is de naam van de eerste periode waaruit we geen geschreven bronnen hebben? (let op spelling!)
Slide 8 - Open vraag
Landbouw bestaat uit 2 onderdelen. Akkerbouw en ...................
Slide 9 - Open vraag
Waar en wanneer begonnen mensen aan landbouw te doen?
A
5000 jaar geleden in het Midden-Oosten
B
11.000 jaar geleden in het Midden-Oosten
C
5000 jaar geleden in Zuid-Europa
D
11.000 jaar geleden in Zuid-Europa
Slide 10 - Quizvraag
De landbouwrevolutie is de overgang van...
A
landbouw naar jagen-verzamelen
B
jagen-verzamelen naar landbouw
C
veeteelt naar akkerbouw
D
akkerbouw naar veeteelt
Slide 11 - Quizvraag
Wat past NIET bij de eerste boeren?
A
Op een vaste plek wonen
B
Aardewerken potten maken
C
Leven als nomaden
D
Stevige huizen bouwen
Slide 12 - Quizvraag
Wanneer kwamen de eerste boeren naar Nederland?
A
Rond 5300 voor Christus
B
Rond 7300 voor Christus
C
Rond 9300 voor Christus
D
Rond 3300 voor Christus
Slide 13 - Quizvraag
Waar of niet waar: In de landbouwsamenleving was meer verschil tussen arm en rijk dan in de samenleving van jager-verzamelaars
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Hunebedden horen bij een...
A
Landbouwsamenleving
B
Samenleving van jager-verzamelaars
Slide 15 - Quizvraag
Basisbehoeften
Overige behoeften
Slide 16 - Sleepvraag
Wat is welvaart?
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
De rijkdom van een land gemeten op basis van geld.
C
Hoe leuk je je leven vindt
D
Hoeveel je kunt bewegen
Slide 17 - Quizvraag
Bij welzijn gaat het over:
A
gezondheid, woning en inkomen
B
woning, onderwijs en koopkracht
C
gezondheid, onderwijs en inkomen
D
gezondheid, onderwijs en koopkracht
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent BNP (Bruto Nationaal Product)?
A
Wat alle mensen in het buitenland verdienen.
B
Gemiddelde inkomen per inwoner.
C
Wat alle mensen samen in één land verdienen.
D
Wat meerdere landen bij elkaar verdienen.
Slide 19 - Quizvraag
Sleep de groepen koplopers, volgers, achterblijvers naar het juiste land:
- Bangladesh is een...
- Nederland is een...
- Brazilië is een...
Koploper
Volger
Achterblijver
