Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Carnavalquiz 2025
1 / 34
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
Leerroute 4
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat betekent het woord carnaval?
A
Vaarwel feest
B
Vaarwel bier
C
Vaarwel vlees
D
Vaarwel
Slide 3 - Quizvraag
Wat vieren we met carnaval?
A
De laatste kans om nog eens goed los te gaan voor de vastenperiode.
B
De verdrijving van keizer Carnivalus in het Romeinse tijdperk.
C
De viering van de elf apostelen van Jezus.
D
De overwinning van de Spaanse heerser in de 17e eeuw.
Slide 4 - Quizvraag
Hoe noemen ze carnaval in Limburg?
A
Carnaval
B
Kernevel
C
Vastelaovend
D
Vastenavond
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel dagen duurt de vastenperiode?
A
20
B
30
C
40
D
50
Slide 6 - Quizvraag
Welke dag hoort bij carnaval?
A
Aswoensdag
B
Witte donderdag
C
Paarse vrijdag
D
Stille zaterdag
Slide 7 - Quizvraag
De vastenperiode eindigt dan met Pasen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
In welke maand wordt het carnavalsseizoen geopend?
A
februari
B
maart
C
juni
D
november
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het gekkengetal?
A
1
B
7
C
11
D
20
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de naam van de hoed die een lid van de raad van elf en de prins draagt?
A
Bolhoed
B
Steek
C
Puntmutsje
D
Carnavalshoed
Slide 12 - Quizvraag
Hoe heet dat ding dat de prins in zijn hand heeft?
A
Scepter
B
Totempaaltje
C
Prinsenstok
D
Zwaaipaal
Slide 13 - Quizvraag
Wie is de baas tijdens carnaval?
A
Raad van elf
B
Alle kinderen
C
Prins Carnaval
D
Prinses Carnaval
Slide 14 - Quizvraag
Op welke dag is carnaval afgelopen?
A
zondag
B
dinsdag
C
maandag
D
woensdag
Slide 15 - Quizvraag
Hoe noem je de woensdag na carnaval?
A
Kruisjeswoensdag
B
Haringhapwoensdag
C
Aswoensdag
D
Waswoensdag
Slide 16 - Quizvraag
Vanuit welk geloof is carnaval ontstaan?
A
Protestantse geloof
B
Katholieke geloof
C
Hindoeïsme
D
Islam
Slide 17 - Quizvraag
Wat zijn de drie kleuren van carnaval?
A
Rood, wit en blauw
B
Rood, geel en groen
C
Blauw, geel en wit
D
Oranje, geel en groen
Slide 18 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij de Carnaval?
A
Berliner Bollen
B
Zaate Hermenie
C
Sleutel-overdracht
D
Een Buut
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de oorsprong van Carnaval?
A
een katholiek feest
B
een hindoestaans feest
C
begin van het Chinese Nieuwjaar
D
een islamitisch feest
Slide 20 - Quizvraag
Van wie is deze carnaval hit?
A
Fabrizio
B
Peter Selie
C
Jan Biggel
D
Berk Music
Slide 21 - Quizvraag
Hoe moet de oorspronkelijk Alaaf (carnavalsgroet)?
timer
0:45
A
de vingertoppen van de rechterhand tegen de linkerslaap
B
de vingertoppen van de linkerhand tegen de rechterslaap
C
de vingertoppen van de rechterhand tegen de rechterslaap
D
de vingertoppen van de linkerhand tegen de linkerslaap
Slide 22 - Quizvraag
Wat zijn carnavalkrakers?
A
Dan wordt er gekraakt bij carnaval.
B
Liedjes die je heel veel hoort tijdens carnaval.
C
Dan hoor je je botten kraken als je danst.
Slide 23 - Quizvraag
Wat is geen carnavals muziekstijl?
A
Polonaise
B
Wals
C
Dance
D
Rumba
Slide 24 - Quizvraag
Wat is er zo bijzonder aan carnaval?
A
De maatschappelijke rollen zijn omgekeerd
B
Het wordt alleen in Europa gevierd
C
Iedereen is gelijk tijdens carnaval
Slide 25 - Quizvraag
Wat is het doel van carnaval?
A
Gek doen voordat vastentijd begint
B
Ontspannen na de winter
C
Voorbereiden op de zomer
D
Vieren van de lente
Slide 26 - Quizvraag
In Brabant doen ze 'hossen' in Limburg doen ze..
A
Klossen
B
Jumpen
C
Sjoenkelen
D
Jatzen
Slide 27 - Quizvraag
Slide 28 - Video
In welke stad aan de andere kant van de wereld vieren ze groots carnaval?
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Tekstslide
Wat zeg je bij deze carnavalsgroet?
Slide 31 - Open vraag
Welke twee provincies vieren de meeste mensen karnaval?
A
Zeeland en Limburg
B
Limburg en Noord-Brabant
C
Zeeland en Noord-Brabant
D
Gelderland en Noord-Brabant
Slide 32 - Quizvraag
Zelf vier ik Carnaval...
A
NOOIT, ik vind er niks aan
B
NOOIT, ik mag niet van thuis
C
ALTIJD, ik wil elk feest meemaken
D
SOMS, alleen als er een leuk feest is
Slide 33 - Quizvraag
The end: ALAAAAAFFFF!
Slide 34 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Carnavalquiz 2025
6 dagen geleden
- Les met
34 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
Leerroute 4
Carnavalquiz 2025
7 dagen geleden
- Les met
34 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
Leerroute 4
Carnavalquiz 2025
5 dagen geleden
- Les met
34 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
Leerroute 4
Carnavalquiz 2025
7 dagen geleden
- Les met
34 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Carnavalquiz 2025
7 dagen geleden
- Les met
34 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
Leerroute 4
Carnavalquiz 2025
5 dagen geleden
- Les met
34 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
Leerroute 4
Carnavalquiz 2025
5 dagen geleden
- Les met
34 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
Leerroute 4
Carnavalquiz 2025
5 dagen geleden
- Les met
34 slides
Zorg en Welzijn
Voortgezet speciaal onderwijs
MBO
Leerroute 4