Tekst: bloed redt levens

NT2 17-3
  1. Ik weet welke stappen ik moet uitvoeren voordat ik een tekst ga lezen.

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

NT2 17-3
  1. Ik weet welke stappen ik moet uitvoeren voordat ik een tekst ga lezen.

Slide 1 - Tekstslide

Stappenplan Leesvaardigheid
Leer jezelf dat je het volgende stappenplan uitvoert voordat je een tekst leest.

Stap 1: verkennend lezen --> Scan de tekst. lees de titel, de eerste en laatste alinea, bekijk de plaatjes en de tussenkopjes
Stap 2voorspellen--> Waar denk je dat de tekst over gaat en wat weet je al over dit onderwerp?
Stap 3: Lezen en begrijpen --> lees de tekst. Zoek de betekenis op van moeilijke woorden. Begrijp je de tekst?
Stap 4: Verwerken --> Zijn je voorspellingen uitgekomen? 
Vragen beantwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Voorkennis activeren
Schrijf op in je schrift:
1. Wat zie je op het plaatje?
2. Welke gedachtes komen
er in je op?
3. Wat zou je willen weten
over het plaatje/onderwerp?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Welke gedachten komen er in je op na het kijken van de video?

Wie zou bloed willen doneren later?


Slide 5 - Tekstslide

Tekst lezen
We gaan nu gezamenlijk de tekst 'Een halve liter leven: zo werkt een bloeddonatie' lezen.



Slide 6 - Tekstslide

Stap 1: verkennend lezen
Scan de tekst. 
Lees de titel, de eerste en laatste alinea
Bekijk de plaatjes en de tussenkopjes

Slide 7 - Tekstslide

Stap 2: voorspellen
Waar denk je dat de tekst over gaat 
Wat weet je al over dit onderwerp?

Slide 8 - Tekstslide

Stap 3: lezen en begrijpen
Lees de tekst. Onderstreep moeilijke woorden en zoek de betekenis hiervan op.
Begrijp je de tekst? Probeer te visualiseren -> plaatje voor je te zien

Slide 9 - Tekstslide

Stap 4: verwerken
  1. Wat had de schrijver beter moeten uitleggen?
  2. Welke dingen zou jij nog meer willen weten over (bloed)donatie?
  3.  Wat zou de schrijver willen bereiken met deze tekst?
  4. Probeer deze tekst in één zin samen te vatten. Wat is het belangrijkste dat in de tekst staat?
  5. Wat denk jij na het lezen van de tekst over bloed doneren?

Slide 10 - Tekstslide

Bedenk een andere titel voor de tekst.

Slide 11 - Open vraag

Wat zou de schrijver willen bereiken met deze tekst?

Slide 12 - Open vraag

In alinea 1 staat een tegenstelling. Noteer eerst het signaalwoord en daarna de tegenstelling.

Slide 13 - Open vraag

Kijk naar alinea 2. In deze alinea zitten twee verbanden. Welke verbanden herken je?
(tegenstelling, opsomming, voorbeeld)


Slide 14 - Open vraag

Schrijf op welke stappen je doorloopt als je bloed gaat doneren.

Slide 15 - Open vraag

Stappen bloed doneren
1. Medisch gekeurd worden -> vragenlijst invullen + bloed laten testen op infecties
2. Je krijgt een brief met goedkeuring + je oproepkaart
3. Nieuwe (korte) medische keuring
4. Stuwband
5. Naald in ader --> bloed in tube
6. Naald verwijderen --> gaatje met een watje afdrukken
7. Rustmoment
8. Free to go 

Slide 16 - Tekstslide

Hoe zijn de alinea's 5 t/m 9 met elkaar verbonden? (tegenstelling, opsomming, voorbeeld)

Slide 17 - Open vraag

Welke signaalwoorden herken je voor opsomming in deze alinea's?

Slide 18 - Open vraag

In alinea 10 staat een voorbeeld. Schrijf dit voorbeeld op. Waar is het een voorbeeld van?

Slide 19 - Open vraag