In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Bedrijfsadministratie
Slide 1 - Tekstslide
Balans?
Slide 2 - Woordweb
Balans
Links:
Bezittingen (debet zijde)
Rechts:
Vermogen (geld, credit zijde)
Slide 3 - Tekstslide
Vaste activa
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Tekstslide
Vlottende activa
Slide 6 - Woordweb
Slide 7 - Tekstslide
Wat zijn liquide middelen?
Slide 8 - Open vraag
Wat is de credit (passiva) zijde?
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
0
Slide 12 - Video
Slide 13 - Tekstslide
timer
0:45
Liquide middelen
Eigen vermogen
Kort vreemd vermogen
Lang vreemd vermogen
Vaste activa
Vlottende activa
Slide 14 - Sleepvraag
Een balans is een overzicht van
A
bezit, schuld en vreemd vermogen.
B
bezit, winst en vreemd vermogen.
C
bezit, schuld en eigen vermogen.
D
bezit, winst en eigen vermogen.
Slide 15 - Quizvraag
Eigen Vermogen (EV)
Bezit - schuld = EV
Als je van een organisatie alle bezittingen optelt en daar alle schulden van aftrekt hou je het eigen vermogen (EV) over.
Over het algemeen is het eigen vermogen (EV) een positief getal.
Slide 16 - Tekstslide
Onder welke categorie valt een hypothecaire lening?
A
Liquide middelen
B
Eigen vermogen
C
Lang vreemd vermogen
D
Kort vreemd vermogen
Slide 17 - Quizvraag
Het eigen vermogen bereken je door de het vreemd vermogen van het totale vermogen af te trekken
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Onder welke balanspost zetten we de debiteuren?
A
Vaste activa
B
Eigen Vermogen
C
Liquide middelen
D
Vlottende activa
Slide 19 - Quizvraag
Rinus heeft zijn eigen glazenwassersbedrijf. Elke dag wast hij de ramen bij mensen thuis. Zijn administratie laat hij doen door een administratiekantoor.
In zijn bedrijf heeft hij onder andere de volgende kosten.
Zijn dit vaste of variabele kosten? Sleep de kosten naar de juiste plek.
Vaste kosten
Variabele kosten
Afschrijving van de bedrijfswagen.
Benzinekosten
Kosten van water
Maandelijkse vergoeding aan het administratiekantoor.