sovjet unie

planning 
  • Wat gaan we de komende lessen doen?
  • Uitleg Sovjet Unie
  • Oefenen examen vragen 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

planning 
  • Wat gaan we de komende lessen doen?
  • Uitleg Sovjet Unie
  • Oefenen examen vragen 

Slide 1 - Tekstslide

planning 
Vandaag: Sovjet Unie
Do 22 april: 

Do 29 april:  

Slide 2 - Tekstslide

Wat wil je nog graag de komende lessen?
A
Uitleg , luisteren
B
Examenvragen oefenen en nakijken
C
Combi van uitleg en examenvragen
D
info over hoe je kunt leren

Slide 3 - Quizvraag

Waar wil je het liefst nog uitleg over?
A
H1 Staatsinrichting
B
H3 interbellum (1919-1938)
C
H4 tweede wereldoorlog
D
H5 koude oorlog

Slide 4 - Quizvraag

Welk stuk van staatsinrichting vind je nog lastig?
A
De geschiedenis (1848, 1917, 1919)
B
De eerste en tweede kamer (wetten, rechten)

Slide 5 - Quizvraag

Welke vraag heb je nog over je examen?

Slide 6 - Open vraag

planning 
Vandaag: Sovjet Unie
Do 22 april: 

Do 29 april:  


Geef je op voor een extra les!

Slide 7 - Tekstslide

H2.4 De Russische revolutie

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer was de Russische revolutie?
A
1914
B
1916
C
1917
D
1919

Slide 9 - Quizvraag

1917: Russische revolutie

Situatie in Rusland: 

  • Mensen waren ontevreden over de Tsaar
  • Veel hongersnood
  • Eerste wereldoorlog

Slide 10 - Tekstslide

Wie was de grondlegger van het communisme?
A
Karl Marx
B
Lenin
C
Stalin
D
Hitler

Slide 11 - Quizvraag

Het communisme
  • Gelijkheid
  • Grondstoffen en fabrieken zijn van de staat (overheid)

Slide 12 - Tekstslide

1917: Russische revolutie

Februari revolutie: Tsaar vlucht


Oktober revolutie: Lenin pakt de macht


Volgt een burgeroorlog ( Witten tegen de Rode)

In 1922: Sovjet Unie

Slide 13 - Tekstslide

Lenin

Einde WO1


Alle bedrijven in handen van de staat


Andere partijen verboden


Geheime politie


1924: Lenin sterft

Slide 14 - Tekstslide

communisme in andere landen
Nederland: 1918 Pieter Jelles Troelstra roept de revolutie uit. Mislukt: mislukking van Troelstra

Duitsland: 1918 proberen communisten de macht te pakken. mislukt

Slide 15 - Tekstslide

In welk jaar kwam stalin aan de macht?
A
1922
B
1924
C
1929
D
1933

Slide 16 - Quizvraag

H4.3 De sovjet Unie

Slide 17 - Tekstslide

Stalinisme 
1924: Stalin aan de macht
communisme onder Stalin : stalinisme 

1928: planeconomie : Regering bepaald wat en hoeveel er geproduceerd wordt. 
Doel: SU een machtig en sterk land maken

Slide 18 - Tekstslide

Planeconomie
vijfjarenplannen: wat en hoe veel moet er geproduceerd worden. Groot succes!
collectivisatie: zelfstandige boerderijen werden grote gezamelijke boerderijen (kolchozen)
boeren niet enthousiast 

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Sovjet Unie was een totalitaire staat
  • planeconomie
  • dictatuur 
  • persoonsverheerlijking
  • indoctrinatie 
  • terreur  

Slide 21 - Tekstslide

indoctrinatie 
gedachtes en gedrag van bevolking controleren

Hoe?
Censuur en propaganda 

Slide 22 - Tekstslide

terreur 
1934-1938
tegenstanders werden opgepakt of uit de weggeruimd

  • strafkampen
  • showprocessen 

Slide 23 - Tekstslide

examenvraag 
De wet die Stalin in 1934 invoerde, past bij meerdere kenmerken van het stalinisme.
 Noem twee kenmerken van het stalinisme die passen bij de bron.

Slide 24 - Tekstslide

Een nieuwe wet uit de Sovjet-Unie, ingevoerd door Stalin (1934):
artikel 1: Na de arrestatie volgt er binnen tien dagen een veroordeling.
artikel 2: De beschuldigden mogen niet aanwezig zijn bij de rechtszaak.
artikel 3: De uitslag van de rechtszaak kan niet worden aangevochten.
artikel 4: Bij de doodstraf wordt het vonnis direct uitgevoerd

Slide 25 - Tekstslide

antwoord mogelijkheden 
- terreur
− zuiveringen
− vervolging van (politieke) tegenstanders
− strafkampen
− showprocessen
− dictatuur / geen rechtsstaat
− totalitair

Slide 26 - Tekstslide

examenvraag
Welke begrippen horen bij de bron?
A censuur en totalitair
B censuur en zuivering
C collectivisatie en totalitair
D collectivisatie en zuivering 

Slide 27 - Tekstslide

Ik wilde een reportage maken over de aanleg van kanalen. Daarvoor moest ik eerst een tekst schrijven die ik daarna kon gebruiken voor de radio, voor de kranten en voor tijdschriften. Die tekst moest vooraf gecontroleerd worden. Toen ik de tekst terugkreeg, was bijna alles weggestreept. Ik mocht niet zomaar schrijven over de manier waarop er in de Sovjet-Unie gewerkt werd. 

Slide 28 - Tekstslide

antwoord
A censuur en totalitair 

Slide 29 - Tekstslide

examenvraag
De Nederlandse regering in ballingschap wilde eigenlijk niet met de Sovjet-Unie samenwerken. Toch gebeurde dat via een bondgenootschap wél.
Noem de naam van het bondgenootschap.
Geef daarna een politieke reden waarom de Nederlandse regering eigenlijk niet met de Sovjet-Unie wilde samenwerken.

Slide 30 - Tekstslide

Vandaag werd de Sovjet-Unie aangevallen. Daarom zullen wij
Nederlanders, nu de omstandigheden ons daartoe dwingen, samen vechten met de bevolking van de Sovjet-Unie. Wij zullen dit doen, ook al zijn we het in veel opzichten niet met de Sovjet-Unie eens. We moeten samen zien te winnen. 

Slide 31 - Tekstslide

antwoord
Naam van het bondgenootschap: de Geallieerden 
De Nederlandse regering wilde eigenlijk niet samenwerken met de Sovjet-Unie, omdat 
− de Sovjet-Unie communistisch was / Nederland kapitalistisch was.
− de Sovjet-Unie een totalitaire dictatuur was / Nederland een
parlementaire democratie/rechtsstaat was

Slide 32 - Tekstslide

examenvraag
1 De productie wordt vastgesteld door een plan van de regering.
2 De regering bepaalt de prijs van een aantal belangrijke producten.
3 Het aanbod van goederen wordt bepaald door de vraag van de
consument.
4 Het doel van productie is het maken van winst.
5 Natuurlijke hulpbronnen, zoals olie, zijn in handen van privébedrijven.
Welke twee uitspraken horen bij de economie van de Sovjet-Unie in
de periode 1930-1940? Schrijf alleen de nummers op

Slide 33 - Tekstslide

examenvraag 
Welke begrippen passen bij het dagboekfragment?
A censuur en persoonsverheerlijking
B censuur en zuiveringen
C showprocessen en persoonsverheerlijking
D showprocessen en zuiveringen 

Slide 34 - Tekstslide

Wat hier gebeurt, kun je alleen maar verraad noemen. De belangrijkste dingen worden tijdens rechtszaken niet gezegd. Het pijnlijkst is het gedrag van vroegere partijleiders. Eigenlijk zouden ze zich moeten verdedigen, maar ze zeggen ‘het spijt me’. Ze vertellen de rechter alles wat die wil horen.
Daarna worden ze naar een strafkamp gestuurd

Slide 35 - Tekstslide

Sovjet Unie was een totalitaire staat
  • planeconomie
  • dictatuur 
  • persoonsverheerlijking
  • indoctrinatie 
  • terreur  

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video