Zet de woorden op de juiste plaats.
Rond het jaar 500 begint een nieuwe periode in de geschiedenis: de …A… In het zuiden van Europa waren toen al veel mensen bekeerd tot het …B….
In de tijd van monniken en ridders van 500 tot …C…. stichtten monniken als Willibrord …D… om van daaruit de mensen in West-Europa te bekeren.