Doel: Leren hoe de samenleving veranderde tussen 1750 -1850 door de Industriële revolutie
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
De Industriële revolutie
Hoofdstuk 5
Doel: Leren hoe de samenleving veranderde tussen 1750 -1850 door de Industriële revolutie
Slide 1 - Tekstslide
Industriële Revolutie
=Grote verandering in West-Europa door de komst van fabrieken en nieuwe vervoermiddelen aan het einde van de 18e en in de 19e eeuw
= Overgang van handarbeid naar machinale productie
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Engeland
rond 1700
Machtig land met een enorm groot rijk dat zich over de hele wereld uitstrekte.
De bevolking van Engeland groeit, hierdoor is er meer kleding nodig.
Veel kleding wordt gemaakt van katoen, dat door slaven op plantages in Amerika wordt geplukt. .Engelse wol wordt ook veel gebruikt.
Het Britse Rijk omstreeks 1700
Slide 4 - Tekstslide
van kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken
Slide 5 - Tekstslide
Oorzaken van de Industriële Revolutie
Engeland
Bevolkingsgroei
Agrarische revolutie
Technische Kennis -Uitvindingen
Kapitaal
Grondstoffen: Steenkool en ijzererts
Het bezit van Koloniën
Slide 6 - Tekstslide
Van spierkracht ........
- in de huisnijverheid:
-schietspoel -John Kay
-Spinning Jenny -James Hargreaves
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Spinning Jenny
1764
Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Cotton Gin
1793
Omdat het spinnen en weven veel sneller ging was er ook meer katoen nodig.
Om de zaden sneller uit katoenpluizen te halen vond de Amerikaan Eli Whitney de Cotton Gin uit ("Katoen motor").
Slavernij neemt toe: er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...
Slide 11 - Tekstslide
Van spierkracht naar waterkracht en uiteindelijk stoomkracht.
1769
Richard Arkwright: een spinmachine die met een waterrad werd aangedreven=> waterframe. Zo kon er nog sneller, meer draad gesponnen worden. Enige nadeel is dat je wel voldoende water voor het waterwiel moet hebben.
De machine was groot en duur => einde aan de thuisnijverheid.
De eerste fabriek ontstond nu, waar veel mensen aan het werk waren aan machines.
Slide 12 - Tekstslide
naar waterkracht.......
-uitvinders
- waterframe (Richard Arkwright 1769)
-Gevolg: fabrieken
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Stoommachine
rond 1764
De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet
De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.
Slide 15 - Tekstslide
Veranderingen door
de stoommachine
Leegpompen van mijnen, waardoor je dieper de grond in kunt (grondstoffen)
Oude energiebronnen (wind-, spier- en waterkracht) worden langzaam vervangen
Stoommachine is overal te plaatsen, niet alleen aan het water
Doordat de vraag naar delfstoffen (ijzer en steenkool voor de machines) sterk toenam, moest er steeds dieper worden gegraven. Met stoommachines werd het grondwater weggepompt.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Aan de slag
Maak opdracht 12, 13, 14, 15 blz 13.
timer
9:00
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Gevolgen van de industrialistatie
Huisnijverheid (gedaan door boeren) kan niet meer concurreren tegen de fabrieken.
Arbeiders trekken naar de stad: urbanisatie
Steden groeien erg snel
Massaproductie
Slide 20 - Tekstslide
De Industriële samenleving
Doel:
Leren hoe de werk-en leefomstandigheden waren voor de Engelse bevolking door de opkomst van de fabrieken
Slide 21 - Tekstslide
Hoe zag het leven van de fabrieksarbeiders eruit?
Weinig loon.
lange werkdagen
slechte omstandigheden
Slide 22 - Tekstslide
vies en druk
er gingen steeds meer mensen in de fabriek wonen --> er kwam een tekort aan goedkope huizen --> er werden bij de fabrieken goedkope kleine huizen gebouwd --> arbeidersbuurten
huizen dicht op elkaar
kleine huisjes
geen riolering of waterleiding
lucht en bodemvervuiling
VIES --> er waren regelmatig epidemieën (cholera, tuberculose, tyfus)
Slide 23 - Tekstslide
Nederland in 1848
lesdoel:
Leren wat de politieke veranderingen waren in Nederland rond 1850