mercredi le 12 février (H3c-s07)

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Salut!

00:07

Hoeveel stappen moet je leren om te slagen in het leven volgens de coach?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

00:14

Stap 1: Wat betekent de zin: un poing levé?

00:21

In stap 2, verwijst de coach naar een sport. Welke is dat?

00:29

Stap 3: noteer een letter met een accent circonflexe!

00:36

Stap 4: wat betekent de zin: attrapper le bonheur?

1. geluk vermijden
2. geluk vangen
3. geluk verdienen
4. geluk geven

Menu du jour

- apprendre 2 geleerd? lire goed gemaakt?

- uitleg grammaire I: ww devoir

- oefenen

doelen:

 - je leert de theorie over het werkwoord devoir

- je kunt het toepassen

apprendre 2 geleerd?

lire goed gemaakt?

- afmaken LIRE exercices 5-6 p.12-15

- samen bespreken

Maintenant le verbe devoir p.37

kunnen

moeten

willen

vouloir 

pouvoir

devoir

ik moest

jij zult moeten

zij heeft (ge)moeten

jullie moeten

u zult moeten

elle a dû

je devais

vous devrez

tu devras

vous devez

Devoir (présent, passé composé, imparfait, futur)

Jij hebt gemoeten

Zij moesten

Hij zal moeten

Zij moet

Jullie moeten/ U moet

zij zal moeten

Men moet/ Wij moeten

Wij moeten

Ik moet

Je dois

Nous devons

elle devra

Ils devaient

Elle doit

il devra

On doit

Vous devez

Tu as dû

Devoir

Vorm van devoir + heel ww

   Par exemple:​

Tu dois faire des exercices! – Je moet oefeningen doen/maken!​

Il devait aller au docteur! - Hij moest naar de dokter gaan!

Il FAUT

Il faut

il faut + heel ww

​

     Par exemple:​

Il faut faire des exercices! – Jij moet oefeningen doen/maken!​

Il faut aller au docteur! -Jullie moeten naar de dokter gaan!

Vertaal met ww moeten:
Tu dois écouter.

Vertaal:
Il faut écouter.

Et maintenant

- faire grammaire I exercices 8A-B-C p.16-17

Les devoirs

- leren apprendre 6 p. 38

- leren apprendre 3 p. 37

- afmaken grammaire I ex: 8A t/m 8C p.16-17