In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
Leerdoel: Ik kan uitleggen waardoor het christendom steeds meer aanhangers kreeg.
Slide 2 - Tekstslide
Joden en christenen, geloven in 1 God=monotheïsme
In Palestina waren de Romeinen de baas.
De meeste mensen waren Joods.In hun heilige boek stond dat de messias nog moest komen. Die zou vrede, rechtvaardigheid brengen en de vijanden van de joden verdrijven.
Volgelingen van Jezus dachten dat hij de messias was. Gevolg=> joodse hogepriesters geloofden dat niet en waren bang voor onrust waardoor Romeinen boos zouden worden.
Slide 3 - Tekstslide
Rond 30 na Chr. Jezus werd gearresteerd door de Romeinen en gekruisigd, omdat hij de orde verstoorde.
De volgelingen van Jezus (Apostelen) gingen zijn boodschap verspreiden in het Romeinse Rijk=> als je in onze éne God gelooft, krijg je na je dood een beter leven. Voor iedereen=> man, vrouw, arm, rijk, slaaf. Iedereen is gelijk in de ogen van God.
Volgelingen Jezus noemen we christenen.
Slide 4 - Tekstslide
Vervolgingen van de christenen
Christenen probeerden veel Romeinen te bekeren tot het christendom.
De volken in het Romeinse rijk hadden allemaal hun eigen geloof, ideeën christenen in het begin niet zo duidelijk.
Vrouwen en slaven hadden geen rechten bij de Romeinen en die werden als eerste christen.
Vanaf de 3e eeuw na chr. werden meer rijke mensen christen, zo kon de kerk armen en zieken helpen met geld, voedsel.
Slide 5 - Tekstslide
Joden en christenen hebben een geloof dat monotheïstisch is.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Een verschil tussen het geloof van de joden en christenen is dat?
A
de joden geloven in 1 god Jaweh en de christenen alleen in God
B
De joden geloven dat de messias er al is en de christenen geloven dat die nog moet komen
C
de joden geloven dat de messias nog moet komen en de christenen geloven dat Jezus Christus de messias is.
Slide 7 - Quizvraag
de volgelingen van Christus (apostelen) gingen de boodschap (evangelie) verder verspreiden en dat was?
A
als je in onze éne God
gelooft, krijg je nu en na je dood een beter leven
B
als je in onze éne God gelooft, krijg je na je dood een beter leven
C
als je in onze éne God gelooft, dan krijg je nu een beter leven
D
als je in onze éne God gelooft, dan krijg je na je dood een leven in de hel
Slide 8 - Quizvraag
De boodschap van Christus was voor
A
alleen de rijke mensen
B
alleen de arme mensen
C
alleen voor de vrouwen en slaven die geen rechten hadden
D
voor iedereen: man, vrouw, arm, rijk, slaaf.
Slide 9 - Quizvraag
Waarom was het het voor veel volken in het begin niet duidelijk waar het christendom voor stond?
A
De volken in het Romeinse rijk hadden allemaal hun eigen geloof
B
De volken in het Romeinse rijk begrepen de taal van de christenen niet
C
De volken in het Romeinse rijk vonden dat ze wel genoeg goden hadden
D
De volken in het Romeinse rijk wilden geen 1 God
Slide 10 - Quizvraag
Vrouwen en slaven bekeerden zich als eersten tot het christendom, omdat?
A
zij geen rechten hadden en als de christenen de baas waren kregen ze die wel
B
zij geen rechten hadden en die van God wel kregen
C
zij geen rechten hadden en Christus die hen wel kon bezorgen
D
zij geen rechten hadden en bij het christendom is iedereen gelijk.
Slide 11 - Quizvraag
Er kwamen steeds meer christenen bij en dat werd steeds gevaarlijker. Omdat ze de Romeinse goden en keizer niet wilden vereren stond op christen zijn de doodstraf.
3e eeuw na chr.: grote politieke, militaire en economische problemen in het Romeinse rijk=> christenen kregen de schuld en er kwamen de ergste en wreedste christenvervolgingen.
Slide 12 - Tekstslide
Christenen geloofden dat ze na de dood een beter leven zouden krijgen en bleven vasthouden aan hun geloof, zelfs als ze op het punt stonden ter dood gebracht te worden.
Meer Romeinen werden christen omdat ze het wel heel bijzonder vonden dat de christenen niet bang waren voor de dood en omdat de christenen elkaar hielpen met voedsel en andere zaken.
Slide 13 - Tekstslide
Het christendom wordt staatsgodsdienst
313 na chr. keizer Constantijn komt met het tolerantie-edict: alle godsdiensten moeten voortaan zonder ruzie samenleven. Christendom niet meer verboden. Christenen kregen hun bezittingen terug.
Keizer Constantijn had gedroomd volgens christelijke schrijvers, dat christus hem in een veldslag zou helpen. Met het kruis op de schilden won hij. Of dat echt waar is valt te betwijfelen, hij bleef zelf de Romeinse goden vereren.
Slide 14 - Tekstslide
Een nieuwe maatschappij
391 na chr.: het christendom werd staatsgodsdienst en het werd verboden om de Romeinse goden te vereren.
De leiders van de christenen, de bisschoppen, kregen steeds meer macht, ook in het bestuur.
Toen de Romeinen verdwenen uit Nederland bleven de bisschoppen hun bisdommen en de steden besturen. Zoals in Maastricht die nu met de bisschop weer uitgroeide tot grote stad.
Slide 15 - Tekstslide
A: Leg uit waarom vooral slaven en vrouwen zich als eerste tot het christendom bekeerden. B: Noem 2 voorbeelden waarom meer Romeinen christelijk werden. C: Leg uit waarom de christelijke bisschoppen ook na de val van het West-Romeinse Rijk nog macht bleven houden en noem daarbij een Nederlands voorbeeld.