Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
M2 - week 6
Week 6 - les 1
- Wij herhalen woordenschat
- Wij gaan verder met thema 1:
Klanten en gasten ontvangen
- spellen
- gesprekjes voeren:
in- en uitchecken
- Wij spelen kennismakingsbingo
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
MBO
Studiejaar 3
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
90 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Week 6 - les 1
- Wij herhalen woordenschat
- Wij gaan verder met thema 1:
Klanten en gasten ontvangen
- spellen
- gesprekjes voeren:
in- en uitchecken
- Wij spelen kennismakingsbingo
Slide 1 - Tekstslide
A
Aparcamiento
B
Pausa
Slide 2 - Quizvraag
A
Tarjeta de crédito
B
Permiso de conducir
Slide 3 - Quizvraag
A
Habitación individual
B
Bienestar
Slide 4 - Quizvraag
A
Secador de pelo
B
Peluquería
Slide 5 - Quizvraag
Vertaal:
Hoe spreek je dat uit?
A
¿Cómo se deletrea?
B
¿Cómo se escribe?
C
¿Cómo se pronuncia?
D
¿Cómo se habla?
Slide 6 - Quizvraag
Welke vraag stel je NIET bij het inchecken?
A
¿Cuántas personas son ustedes?
B
¿A qué nombre ha reservado?
C
¿Cuál es su número de reserva?
D
¿Lo puedo preguntar algo?
Slide 7 - Quizvraag
Wat zeg je bij het uitchecken?
A
Esperamos recibirle de nuevo
B
Bienvenidos
C
¿Quiere usar caja fuerte?
D
El bienestar está cerrado
Slide 8 - Quizvraag
Wat heb je in februari nodig in een Spaans hotel?
A
calefacción
B
aire acondicionado
Slide 9 - Quizvraag
Als je je kleding gewassen wilt hebben, maak je gebruik van
A
El servicio de lavandería
B
El servicio de planchado
C
El servicio de traslado
D
El servicio médico
Slide 10 - Quizvraag
Als je je huisdieren meeneemt, mag dat als er staat
A
Se prohiben mascotas
B
Se admiten animales domésticos
C
Se admiten perros
D
Se prohiben animales domésticos
Slide 11 - Quizvraag
Las tareas
Wat?
Maak opdracht 1.14 op pag 30-31
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
15 minuten
Hulp?
Boek
Eerder klaar?
Bereid opdracht 1.15 en 1.16 voor
Slide 12 - Tekstslide
En naar welk zwembad ga je in februari?
A
una piscina exterior
B
una piscina interior
Slide 13 - Quizvraag
Las tareas
Wat?
Voer het gesprek van opdracht 1.15 op pag 32
Hoe?
In tweetallen
Tijd?
10 minuten (waarvan 5 voorbereiding)
Hulp?
Boek, opdracht 1.12 en 1.14
Eerder klaar?
Bereid opdracht 1.16 voor
Slide 14 - Tekstslide
Bienvenidos
- Wij herhalen de datum en de tijd
- Wij oefenen de getallen
- Wij leren over belangrijke
feestdagen
- Wij leren de rangtelwoorden
Slide 15 - Tekstslide
Waarom getallen leren?
1.
La fecha: de datum
¿Que día es hoy? : Welke dag is het vandaag?
- Hoy es miércoles quince de octubre de 2014.
2.
Mi edad: mijn leeftijd
¿ Qué edad tiene usted? / ¿ Cuántos años tienes?
- Tengo 25 años : Ik ben 25 jaar oud. (Soy 25 )
Slide 16 - Tekstslide
Días de la semana
Meses del año
Slide 17 - Tekstslide
Waarom getallen leren?
3.
Bij reserveringen
:
Mi número de teléfono:
mijn telefoonnummer
- Mi número de teléfono es el 0478/67 98 45.
Mi dirección:
mijn adres
- Vivo en la calle Velázquez, 35 en Madrid.
El precio
: de prijs
El importe total es de 683,75 €
Slide 18 - Tekstslide
Hoy es lunes, diecisiete de octubre
Slide 19 - Tekstslide
De tijd
Slide 20 - Tekstslide
De tijd
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
De tijd
Slide 23 - Tekstslide
Noem bij elke klok de juiste tijden
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Eerste t/m tiende
De rangtelwoorden geven de rangorde in een reeks aan. Bepaalde rangtelwoorden geven een absolute positie in de reeks aan, onbepaalde een relatieve.
Slide 26 - Tekstslide
In het Spaans staan de bijvoeglijke naamwoorden bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord
Uitzonderingen: mucho, poco & rangtelwoorden (1e, 2e, 3e, enz.)
Slide 27 - Tekstslide
Los números ordinales
De tweede kat (mnl) -->
el
segund
o
gato
De tweede kat (vrl) -->
la
segund
a
gata
1. Het rangtelwoord past zich aan het zelfst. nw. aan
2. Het rangtelwoord staat vóór het zelfst. nw.
UITZONDERINGEN
el
primer
gato/ la primera gata
el
tercer
gato/la tercera gata
Slide 28 - Tekstslide
Las fiestas
el 6 de enero se celebra el día de los Reyes Magos
14 februari = el día de los enamorados
maart = las Fallas
1 mei = la fiesta del trabajo
23 juni = San Juan
juli = san Fermín
Slide 29 - Tekstslide
Las fiestas
el 6 de enero se celebra el día de los Reyes Magos
12 oktober = el día de la Hispanidad
1 november = el día de Todos los Santos
2 november = el Día de Muertos
6 december = el día de la Constitución
24 december = Navidad
Slide 30 - Tekstslide
Evaluatie
- Hoe ging het?
- Wat heb je nodig?
Slide 31 - Tekstslide
Extra (online) oefeningen
1. werkwoorden vervoegen
2. woordenschat
3. woordvolgorde
4. 25 belangrijke werkwoorden om te leren
5. veelgebruikte bijvoeglijke naamwoorden
6. bijvoeglijke naamwoorden
7. gebruik van de werkwoorden ser, estar, hay en tener
Slide 32 - Tekstslide
www.verbuga.eu
Slide 33 - Link
www.ver-taal.com
Slide 34 - Link
https:
Slide 35 - Link
aprendehablando.com
Slide 36 - Link
https:
Slide 37 - Link
www.todo-claro.com
Slide 38 - Link
Meer lessen zoals deze
HU P4 les 1 vocabulario Versie 2 nav feedback
April 2024
- Les met
50 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les + Soluciones Unidad 7 vocabulario
Augustus 2024
- Les met
33 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Día de los muertos MMT
November 2024
- Les met
35 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Día de los muertos MMT
November 2024
- Les met
28 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Día de los muertos MMT
Oktober 2022
- Les met
20 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Navidad
December 2020
- Les met
12 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1
HU P4 les 1 vocabulario Versie 4 Vakdidactiek 3
April 2024
- Les met
40 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3. La Navidad - 13/12/24 (2 p)
10 dagen geleden
- Les met
14 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3