les 1.1 en 1.2

1.1 linaire verbanden
Je leert:
  • wat een lineaire formule is.
  • hoe je vaststelt of bij een tabel een lineair verband hoort.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.1 linaire verbanden
Je leert:
  • wat een lineaire formule is.
  • hoe je vaststelt of bij een tabel een lineair verband hoort.

Slide 1 - Tekstslide

Is er hier een lineair verband?

Slide 2 - Tekstslide

een lineair verband

Slide 3 - Tekstslide

Is er sprake van een lineair verband?
x
0
1
2
3
4
5
y
8
6
4
2
0
-2
t
0
1
2
3
4
5
l
12
18
24
30
36
42
t
0
1
2
3
4
5
l
25
20
16
13
11
10

Slide 4 - Tekstslide

Bij welke grafiek is er sprake van een lineaire grafiek?
A
B

Slide 5 - Quizvraag

De tabel hoort bij een lineair verband. Welke uitkomst hoort er bij x=3?
A
10
B
7
C
8
D
9

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de beginwaarde van deze formule?
A
0
B
5
C
40
D
140

Slide 7 - Quizvraag

Instructie 
  • De grafiek bij een lineair verband is een rechte lijn
  • De formule bij een rechte lijn heet een lineaire formule
  • Er is altijd een beginwaarde: het snijpunt met de verticale as. 
  • De beginwaarde is eenvoudig af te lezen in de formule
s = 15 - 3a

Slide 8 - Tekstslide

1.2 Formules van lijnen

Slide 9 - Tekstslide

Algemene formule van een rechte lijn: (lineaire formule)

y = ax + b

Slide 10 - Tekstslide

Startgetal: (begingetal)
> is een 'vast' getal, bijvoorbeeld startbedrag wat je krijgt als je een baantje hebt, of vaste kosten, die gerekend worden (dierenarts/monteur)

y = ax + b    b is startgetal.
Deze vind je in een tabel onder x = 0  of in een grafiek bij verticale as

Slide 11 - Tekstslide

Hellingsgetal:

> staat voor variabele (van horizontale as)

Slide 12 - Tekstslide

Als er in de onderste rij steeds dezelfde afname is, dan is de bijbehorende grafiek een......
A
stijgende lijn.
B
dalende lijn.

Slide 13 - Quizvraag

1.2 Formules van lijnen
Een lineaire formule heeft altijd de vorm: y = x + b
Waarbij a de hellingsgetal is (stapgrootte).
Het hellingsgetal geeft de richting aan van de grafiek. 




Loop een lijn evenwijdig met de y-as, dan is het een verticale lijn (x=getal)

a > 0  stijgende lijn
a = 0  horizontale lijn
a < 0  dalende lijn
evenwijdig = parrallel = dezelfde richting

Slide 14 - Tekstslide

wat is het startgetal in onderstaande formule
y=4x2
A
4
B
2
C
weet niet
D
-2

Slide 15 - Quizvraag

het hellingsgetal van de rode lijn is
A
0,5x
B
0,5
C
-2
D
1

Slide 16 - Quizvraag

stijgend of dalend?
y=-4x+3                              y=5x
k=8-2s                            k=11s+4
b=3a-5                         b=-7-8a
m=-6-3n                      m=8+3n

Slide 17 - Tekstslide