Ch 3 - les 5

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

We verwachten van jou dat je...

• rustig het lokaal binnenkomt zonder telefoon: je telefoon zit in je tas.
  
• jouw spullen/boeken op tafel legt.
  
• laptop is opgeladen.
  
• vriendelijk praat tegen je klasgenoten en de docenten.
  
• stil 🤫 bent als dat gevraagd wordt. Je praat niet door de docent of door je klasgenoten heen!
  
• een actieve houding hebt (je zit rechtop, doet goed mee en stelt vragen als je het niet begrijpt)
• goed voorbereid naar de les komt (je hebt je huiswerk gemaakt en geleerd)

Script:

eerste keer waarschuwing

tweede keer aan het eind van de les blijven zitten

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Objectifs
• Parler
  
• Vocabulaire
• Grammaire
• Les nombres
• Lire
• Devoirs

Objectifs

• Ik ken woorden en zinnen die met winkelen te maken hebben.
• Ik kan het aanwijzend voornaamwoord gebruiken.
• Ik ken de getallen t/m 1000.

Parler

Réponds aux questions en phrases complètes.

Vocabulaire

www.nearpod.com

NIET inleveren!!

Grammaire

Het aanwijzend voornaamwoord

... fille s'appelle Marianne.

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

... homme a une belle voiture

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

... enfants ont fait leurs devoirs.

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

... couleur est vraiment belle!

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

... vélo est trop petit!

1. ce
2. cet
3. cette
4. ces

les nombres

1 t/m 69

Tientallen

20  -  vingt

30  -  trente

40  -  quarante

50  -  cinquante

60  -  soixante

eenentwintig, eenendertig, etc

21  -  vingt et un

31  -  trente et un

41  -  quarante et un

51  -  cinquante et un

61  -  soixante et un

Let op: 

nieuwe spelling -> streepje mag

vingt-et-un  /  trente-et-un

tweeëntwintig, drieëndertig, etc

22  -  vingt-deux

33  -  trente-trois

44  -  quarante-quatre

55  -  cinquante-cinq

66  -  soixante-six

67  -  soixante-sept

68  -  soixante-huit

les nombres

70 t/m 100

Tientallen

70    -     soixante-dix

80    -     quatre-vingts

90    -     quatre-vingt-dix

100  -     cent

Les nombres 70-100

70: soixante-dix

71: soixante et onze

74: soixante-quatorze

80: quatre-vingts

81: quatre-vingt-un  

87: quatre-vingt-sept

90: quatre-vingt-dix

91: quatre-vingt-onze

93: quatre-vingt-treize

100: cent

Vanaf 100

200:  deux-cents

250:  deux-cent-cinquante

300:  trois-cents

360:  trois-cent-soixante

999:  neuf-cent-quatre-vingt-               dix-neuf

1000:  mille

Lire

Prends ton livre à la page 103.

On va faire: 

ex. 9 + 10abcd + 11 + 12

huiswerk

• herhalen vocabulaire A + B
• leren gram. D
• leren getallen t/m 1000
• maken ex.  9, 10abcd, 11 + 12

Objectifs

• Ik ken woorden en zinnen die met winkelen te maken hebben.
• Ik kan het aanwijzend voornaamwoord gebruiken.
• Ik ken de getallen t/m 1000.

Praktische opdracht

• Alleen of in tweetallen
• Fictief persoon
• Drie verhaaltjes  + tekeningen
• Drie lessen: 7, 14 en 21 februari
• Vlog
• Uiterlijke inleverdatum dinsdag 14 maart.

Objectifs

• Ik kan mijzelf en anderen voorstellen
• Ik ken woorden en zinnen die te maken hebben met de thema's familie, vrienden, woonplaats, huis, school, hobby's