De Tabor verkeersquiz

De grote TABOR Verkeersquiz
Verkeersregels en - borden:
Ken jij ze allemaal?
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerkeerPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De grote TABOR Verkeersquiz
Verkeersregels en - borden:
Ken jij ze allemaal?

Slide 1 - Tekstslide

Je moet hier... borden. Deze zijn rond en blauw.
Je mag hier niet... borden. Deze zijn rond en hebben een rode rand.
Kijk hier is ... borden. 
Deze zijn vierkant of rechthoekig en blauw.
Pas op ... borden. Deze zijn rood en driehoekig. De punt wijst naar boven.
Voorrangsborden. Hebben geen vaste kleur of vorm. 

Slide 2 - Tekstslide

Ik mag hier
niet lopen.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Ik rij met een scooter
Ik mag hier rijden.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag


Ik moet stoppen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Je moet hier voorrang geven aan iedereen die van links en rechts komt rijden.
Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.
Kijk, hier is een erf. Je mag hier overal lopen, spelen en fietsen, maar je mag niemand hinderen. 
Je mag hier niet fietsen. Als je verder wilt, moet je gaan lopen met je fiets aan de hand.
Je moet hier lopen. Je moet hier het voetpad opgaan. Je mag hier ook skaten, skelteren en steppen.

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Video

Mag deze auto hier parkeren om passagiers in te laten stappen?
A
B

Slide 8 - Quizvraag


Ik mag nu fietsen.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Mag je hier fietsen?
A
B

Slide 11 - Quizvraag

De auto's en fietsen moeten stoppen.
Ik mag nu eerst lopen.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Dit is goed.
A
Dit is goed
B
Dit is niet goed

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Mag de auto hier inrijden?
A
B

Slide 15 - Quizvraag

Dit is niet goed.
A
Dit is goed
B
Dit is niet goed

Slide 16 - Quizvraag


A
Dit is goed
B
Dit is niet goed

Slide 17 - Quizvraag

Welk bord betekent:
Je moet hier fietsen!
A
B
C

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Wie heeft hier voorrang?
A
B

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Wie mag eerst?
A
VO
B
LA

Slide 22 - Quizvraag


Wie mag eerst?
A
OR
B
AT

Slide 23 - Quizvraag


Wie mag eerst?
A
PM
B
NG

Slide 24 - Quizvraag


Wie mag eerst?
A
AN
B
NE

Slide 25 - Quizvraag


Wie mag eerst?
A
EM
B
DV

Slide 26 - Quizvraag


Wie mag eerst?
A
JE
B
OR

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video


Wie mag eerst?
A
GA
B
NI

Slide 29 - Quizvraag


Wie mag eerst?
A
ET
B
AN

Slide 30 - Quizvraag

Welk bord betekent:
Pas op! Overstekend kinderen!
A
B
C

Slide 31 - Quizvraag

Welk bord betekent:
Je rijdt op een voorrangsweg.
(Jij mag eerst)

A
B
C

Slide 32 - Quizvraag

Goed opletten: wat zou dit betekenen?
A
Einde voorrangsweg
B
Nu moet ik oppassen. Rechts heeft voorrang
C
Voorrangsweg
D
Spoorweg overgang

Slide 33 - Quizvraag

Wat betekent dit ook alweer?
A
Let op het overige verkeer
B
Je nadert een voorrangsweg.
C
Het verkeer van links en rechts heeft voorrang
D
Hier mag je niet verder rijden

Slide 34 - Quizvraag

Wat betekent dit onderbord?

(er hangt dus altijd een ander verkeersbord boven)
A
Hier mogen alleen herenfietsen
B
Hier mag je je fiets neerzetten zonder trappers
C
Hier mag je de straat wel in fietsen
D
Alle fietsen mogen, uitgezonderd de herenfiets

Slide 35 - Quizvraag


A
Je komt in de buurt van een vliegveld
B
Hier kunnen raketten opstijgen
C
Jij rijdt op een voorrangsweg en moet voorrang krijgen
D
Kijk uit voor verkeer van rechts en links

Slide 36 - Quizvraag

Waar zijn de tegels met ribbels voor?
A
Voor mensen die doof zijn.
B
Voor mensen met een bril.
C
Voor mensen die blind zijn.
D
Voor mensen in een rolstoel.

Slide 37 - Quizvraag

Welkom in Ursel. Wat betekent
dit bord?
A
Hier komt de wind altijd uit het westen.
B
Pas op..kans op harde winden
C
Pas op...zijwind

Slide 38 - Quizvraag


A
Kijk, hier is een doorgang waar jij eerst mag
B
Tegenliggers hebben voorrang
C
Deze weg mag je alleen in rijden.

Slide 39 - Quizvraag


A
Fiets rustig door en als er niets aankomt mag je door
B
Je MOET hier stoppen
C
Dit bord geldt niet voor fietsers

Slide 40 - Quizvraag


A
Pas op, de weg maakt een bocht naar links
B
Pas op, de weg maakt een bocht naar rechts
C
Pas op, je moet hier naar rechts

Slide 41 - Quizvraag


A
Je moet hier voorrang krijgen
B
Kijk uit voor verkeer van links
C
Let op verkeer van rechts

Slide 42 - Quizvraag


A
Vanaf hier de straat in rijden
B
Kijk, hier is een eenrichtingsstraat
C
Je moet hier in rijden
D
Kijk, hier omhoog

Slide 43 - Quizvraag


A
Let op verkeer van rechts heeft voorrang
B
Hier moet jij voorrang krijgen
C
Voorrang hebben is geen voorrang nemen
D
Geen idee

Slide 44 - Quizvraag

Ik ken de verkeersregels
😒🙁😐🙂😃

Slide 45 - Poll