4.1: kaarten

Soorten kaarten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Soorten kaarten

Slide 1 - Tekstslide

Thematische kaarten vs overzichtskaarten


Soorten kaarten

Slide 2 - Tekstslide

Tabel: Specifieke informatie --> geen ruimtelijk patroon!
Kaart: Ruimtelijk patroon! --> Maar niet specifiek

Nut van kaarten

Slide 3 - Tekstslide

Voor kwalitatieve gevens (vs. kwantitatief); bijvoorbeeld geloof, geslacht, politieke partij en etniciteit in Londen
De andere kaarten gebruiken allemaal kwantitatieve gegevens: gemiddelde leeftijd en inkomen bijvoorbeeld
Mozaïekkaarten

Slide 4 - Tekstslide

Op een stippenkaart geeft elke stip de aanwezigheid van iets aan; bevolking VS (stip = 50.000 inwoners)
Stippenkaart

Slide 5 - Tekstslide

Op een hoeveelhedenkaart staan symbolen. Hoe groter het symbool, hoe hoger de hoeveelheid. In kaart 86C (Grote Bosatlas, 55e druk; hierna wordt dit GB55 genoemd) staat zo'n kaart over de herkomst van asielzoekers. De gele bollen symboliseren de herkomstlanden van asielzoekers, waarbij de grootte van de bol aangeeft
hoeveel asielzoekers uit een bepaald
land komen.
Hoeveelhedenkaart

Slide 6 - Tekstslide

Waarschijnlijk is een choropleet de meest gebruikte kaart in de atlas. Bij een choropleet worden gebieden ingekleurd en de gebruikte kleur staat voor een waarde. Zo is snel een ruimtelijk patroon te ontdekken. In kaart 47A (GB55) is de bevolkingsdichtheid weergegeven. Het blijkt heel snel dat in het westen (De Randstad) de bevolkingsdichtheid veel hoger is
dan in het noordoosten. 
Choropleet

Slide 7 - Tekstslide

In de driedimensionale kaart staan gegevens driedimensionaal weergegeven. Je hebt voor deze kaart een zijaanzicht nodig. Deze kaart wordt ook wel een ruimtelijk model genoemd, naar een model met hoogteverschillen in een gebied om reliëf weer te geven. In de kaart wordt de economische productie per vierkante kilometer weergegeven (bron 2 uit paragraaf 4.4 uit je boek)
Driedimensionale kaart / ruimtelijk model

Slide 8 - Tekstslide

In een diagrammenkaart (of cartogram) worden in de kaart diagrammen weergegeven. In kaart 91E van GB55 wordt het aantal buitenlandse vakanties van Nederlanders weergegeven. De diagrammen geven de verhouding weer tussen zomer- en wintervakanties. De choropleet die er onder ligt (de geel tot bruinrode kleur) geeft het aandeel van Nederlanders weer in
het totaal aantal toeristen. 
Diagrammenkaart

Slide 9 - Tekstslide

Een bewegingskaart geeft door middel van pijlen een beweging aan. Vaak gaat het om het transport van mensen (migratie) of goederen. In kaart 90A van GB55 is het transport van goederen over water weergegeven. 
Bewegingskaart / stroomdiagram

Slide 10 - Tekstslide

Op een isolijnenkaart worden punten met dezelfde waarde verbonden door een lijn. Vervolgens kunnen de vlakken worden ingekleurd. In kaart 38E GB55 is het gemiddeld aantal uren zonneschijn weergegeven. In het oosten is er minder uren zonneschijn dan in het westen van Nederland. 
Isolijnenkaart

Slide 11 - Tekstslide

Bij een anamorfosekaart is het oppervlak van een gebied groter weergegeven als de waarde van gegevens groter zijn en wordt het gebied kleiner weergegeven als de waarde van gegevens kleiner zijn. Hierdoor ziet de kaart er onwerkelijk uit. Het doel is dus ook niet om een getrouwe kaart te maken, maar de kaarten zijn wel geschikt om ruimtelijke patronen weer te geven. 

Op de volgende dia staat een link naar worldmapper, een organisatie die gratis anamorfosekaarten aanbiedt. Daarna staan enkele (niet-verplichte) vragen over het combineren van anamorfosekaarten met de juiste onderwerpen. 


Anamorfosekaart

Slide 12 - Tekstslide

In de 8 kaarten op de volgende dia is informatie weergegeven over globalisering. Welke kaart hoort bij welk onderwerp? Kies uit:
Computer export
Jaren ongezond leven
Auto export
Speelgoed export
Vertrek vliegtuigen
Medicijn export
Kinderarbeid
Kleding export



Anamorfosekaart

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 14 - Tekstslide