H3 voorbereiding toets

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hola chicos y chicas

¿Qué vamos a hacer hoy? 

El programa de hoy:

- Presente

- Wederkerende werkwoorden

- Gerundio

- Perfecto

Waar hebben jullie het meeste behoefte aan om te herhalen? Het onderwerp met de meeste stemmen beginnen we mee.

1. Presente/onregelmatige werkwoorden
2. Wederkerende werkwoorden (levantarSE)
3. Gerundio (estar + ando/iendo)
4. Perfecto (haber + ado/ido)

Geef antwoord op de volgende vragen:
1. Tú (estudiar) ___________ para el examen.
2. Ellos (tener) __________ dos gatos y tres perros.
3. Vosotros (escribir) _________ cartas a sus abuelos.

Presente

Hoe maak je de presente?

1. Klinkerwisseling? Nee? 

2. Stam (hele ww - ar, er of ir)

3. Welke persoon?
4. Juiste uitgang erachter plakken

Voorbeeld: Sara en ik eten een appel.  

Presente

	-ar	-er	-ir
Yo	-o	-o	-o
Tú	-as	-es	-es
Él/ella/usted	-a	-e	-e
Nosotros	-amos	-emos	-imos
Vosostros	-áis	-éis	-ís
Ellos/ellas/ustedes	-an	-en	-en

Presente irregular

Hoe maak je de presente?

1. Klinkerwisseling? Ja? 

2. Bota/laars 

3.Stam (hele ww - ar, er of ir)

4. Welke persoon?
5. Juiste uitgang erachter plakken

Welke onregelmatige ww moet ik kennen?

Bota	Sombrero	Sombrero y bota	Helemaal onregelmatig
M e ntir (ie)	Poner (go)	D e cir (i)/(go)	Ver
Qu e rer (ie)		T e ner (ie)/(go)	Ir
Ent e nder (ie)			Ser
D o rmir (ue)			Estar
M o rir (ue)

De laars (wij en jullie = regelmatig)

Mentir (ie)

Querer (ie)

Entender (ie)

Morir (ue)

Dormir (ue)

De hoed (ik-vorm onreglematig)

Laars en hoed samen.

Digo

Dices

Dice

Dicen

Decimos

Decís

Decir

Helemaal onregelmatige ww

Ver	Ir	Ser	Estar
veo	voy	soy	estoy
ves	vas	eres	estás
ve	va	es	está
vemos	vamos	somos	estamos
veis	vais	sois	estáis
ven	van	son	están

Presente:
1. Nosotros --> Morir (ue)
2. Él --> bailar
3. Yo --> Poner

Wederkerende werkwoorden:
Wat doe je met "SE"

1. Niks
2. Vervoegen en achter het vervoegde ww zetten
3. Vervoegen en voor het vervoegde ww zetten
4. Die mag je weg laten

Wederkerende werkwoorden

Werkwoorden die eindigen op SE. 

Hoe vervoeg je een wederkerend werkwoord?

1. Neem de stam van het werkwoord (- ar, er of ir EN se)

2. Vervoeg het werkwoord in de juiste persoon.

3. Vervoeg SE in de juiste persoon en zet dit VOOR het vervoegde werkwoord.

Voorbeeld

Ducharse = zich douchen

Yo

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/Ellas/Ustedes

Me 

Te

Se

Nos

Os

Se

Ducho

Duchas

Ducha

Duchamos

Ducháis

Duchan

Onreglematige ww

acostarse (ue)                 despertarse (ie)                   vestirse (i)

Me	ac ue sto
Te	ac ue stas
Se	ac ue sta
Nos	acostamos
Os	acostáis
Se	ac ue stan

Me	desp ie rto
Te	desp ie rtas
Se	desp ie rta
Nos	despertamos
Os	destpertáis
Se	desp ie rtan

Me	v i sto
Te	v i stes
Se	v i ste
Nos	vestimos
Os	vestís
Se	v i sten

Wederkerende werkwoorden:
Vervoeg despertarse in de ik-vorm

1. Me desperto
2. despertome
3. Despiertome
4. Me despierto

Wederkerende werkwoorden:
Vervoeg lavarse in zij meervoud (ellos)

1. Se lavan
2. Nos lavamos
3. Ses lavan
4. Se lava

Gerundio:
Vertaal de zin naar het Nederlands:
Estamos bailando en la fiesta

Gerundio

Nu iets aan het doen zijn.

Om de gerundio te maken hebben we nodig:

- Estar 

- Stam werkwoord
- ando/iendo

Gerundio

Yo

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/Ellas/Ustedes

Estar

+

Stam + ando/iendo

Gerundio

Yo

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/Ellas/Ustedes

Estar

+

Stam + ando/iendo

Estoy

Estás

Está

Estamos

Estáis

Están

Gerundio

Yo

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/Ellas/Ustedes

Estar

+

Estoy

Estás

Está

Estamos

Estáis

Están

Stam + ando/iendo

Gerundio onregelmatig

Leer

Dormir

Ir

Leyendo

Durmiendo

Yendo

Vertaal de zin naar het Spaans:
Wij zijn aan het slapen.

Perfecto:
Welke van de vervoegingen van "haber" klopt NIET?

1. han
2. hamos
3. habéis
4. he

Perfecto

Voltooid deelwoord - (heb gedaan, ben geweest)

Wat heb je nodig voor de perfecto?

- Haber

- Stam werkwoord

- ado/ido

Perfecto

Yo

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/Ellas/Ustedes

Haber

Stam + ado/ido

+

Perfecto

Yo

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/Ellas/Ustedes

He

Has

Ha

Hemos

Habéis

Han

Haber

Stam + ado/ido

+

Perfecto

Yo

Tú

Él/ella/usted

Nosotros

Vosotros

Ellos/Ellas/Ustedes

He

Has

Ha

Hemos

Habéis

Han

Haber

Stam + ado/ido

+

Perfecto onregelmatig

escribir

ver

ir

abrir

hacer

decir

leer

escrito 

visto

ido

abierto

hecho

dicho

leído

Vertaal:
1. Ik heb gezegd.
2. Wij hebben gegeten.
3. Jullie hebben geschreven.

¡Mucha suerte!