present simple, present continuous, past simple

Grammar Recap!
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar Recap!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's schedule
Today we are going to cover all grammatical tenses (tijden) you have had until now.
1. First: we'll use Lesson Up.
2. Finally, we'll do some creative writing via google classroom.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van de les kunnen jullie...
1. Het verschil tussen Present Simple & Present Continuous benoemen.
2. twee korte zinnen bedenken met de Present Simple.
3. twee korte zinnen bedenken met de Present Continuous.
4. een kort verhaaltje schrijven van 3 zinnen, met de Present Simple en Present Continuous.
5. Een kort schrijfopdrachtje maken met de Past Simple.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is the difference between the sentences left with those on the right?
1. I walk to school. 
1. I am walking to school.
2. He does the shopping.
2. He is doing the shopping.
3. We walk to school.
3. We are walking to school.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do you remember about the Present Simple?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple theory
Vorm:
- Hele werkwoord / hele werkwoord + s (he/she/it).
Wanneer gebruik je het?
- Feit / gewoonte
Signaalwoorden:
Always, usually, often, never, every day, every week.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examples

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple:
He always ___(to give) such great parties.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple: Kyle never _____ (to cycle) to school.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Simple: I definitely _____ (to know) how to make the Present Simple.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de signaalwoorden uit deze zinnen:
1. Bart always bites his nails.
2. These kids often play with each other.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenken twee zinnen met de Present Simple!

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

What do you remember about the Present Continuous?

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous theory
Vorm:
"to be"+ hele werkwoord + ing.
Wanneer gebruik je het?:
NU bezig, aan de gang.
Signaalwoorden:
Now, at the moment, look, listen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examples

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous: I _____ (to study) at the moment.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet deze hele zin in de Present Continuous: (we / watch / TV).

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet deze hele zin in de Present Continuous: (We / not / go to the cinema tonight).

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk twee zinnen met Present Continuous!

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recap Present Simple
  1. facts 
  2. habits 
  3. regular things 

keywords 
  • times:  10 o'clock. 
  • habits: always, every.
  • dates: Monday, week, year.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

She... a lot for school. 
They ..... to school. 
she .... to read
They..... a movie every weekend.
they ..... always late to school
watch 
are 
doesn't like 
studies 
walk 

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
Pick the present continuous.
A
I am going to be waiting at the crossroads.
B
I was waiting at the crossroads.
C
I am waiting at the crossroads.
D
I will be waiting at the crossroads.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Present Continuous
Wanneer gebruik je de Present Continuous?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present continuous:
Pick the present continuous.
A
We are eating lunch at the cafeteria.
B
They have eaten lunch at the cafeteria before.
C
She ate lunch at the cafeteria.
D
He has eaten lunch at the cafeteria.

Slide 29 - Quizvraag

Present continuous
1. aan te geven dat iets NU aan de gang is. Signaalwoorden zijn o.a: "now, at the moment, listen..." enz.
2. aan te geven dat je iets van plan bent. Meestal staat er bij wanneer je in de toekomst dat van plan bent.
3. irritatie aan te geven
Maak de present continuous door: vorm van 'to be' (am/is/are) + ww+ ing
Susanne is singing right now
Present continuous:
Wat is de regel van de present continuous?
A
ww + - ed
B
shit = bij she/he/it : ww +-(e)s
C
vorm van to be + ww+-ing

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Present Continuous:
Pick the present continuous.
A
She walks from the car park to the shopping centre.
B
She had been walking from the car park to the shopping centre.
C
She was walking from the car park to the shopping centre.
D
She is walking from the car park to the shopping centre.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan de Present Continuous toepassen.
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What is the Past Simple?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple 
verleden tijd

Things that happened in the past. Het is al gebeurd. 
Past Simple is te herkennen aan tijdsaanduiding: yesterday, last week, last year, three days ago. 

I play tennis -> I played tennis yesterday
He watches a movie -> He watched a movie three days ago
We are visiting my uncle -> We visited my uncle last week

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How to make the Past Simple?
Werkwoorden krijgen -ed  in de Past Simple. 

let op de spelling van werkwoorden die eindigen op -y.  
staat er geen klinker voor, dan wordt -y -> -ied. Wel een klinker ervoor, dan wordt -y -> -yed.
werkwoorden die eindigen op -e worden ->  + -d

to talk -> we talked
to try -> I tried
to play/enjoy -> she played / she enjoyed
to love/bake -> you loved / you baked

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PAST SIMPLE 
YOU NEED TO KNOW ALL IRREGULAR VERBS ON PAGE 164.
STUDY ON QUIZLET. ( 2ND ROW)
e.g. to be- I was/ to catch- we caught/ to cost- it cost/ 
give- you gave etc.......

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Link

Deze slide heeft geen instructies

I can make the Past Simple (Verleden Tijd) with regular verbs and verbs that end on -y & -e.
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Link

Deze slide heeft geen instructies

I can make the Past Simple (Verleden Tijd) with irregular verbs.
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

homework
GO TO GOOGLE CLASSROOM FOR WRITING ASSIGNMENT USING THE 3 TENSES. HAND IN THERE FOR NEXT LESSON.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies