43e les

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui,  c'est le mardi 11 janvier 
Bienvenue dans la classe de français!

Slide 3 - Tekstslide

AUJOURD'HUI

  • Herhalen App 1-5
  • SO woe 12 janvier 



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

APP 5: Exercice 16H page 84

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

APP 5: Exercice 16H page 84

  1. Les garçons prennent leurs baskets pour faire de l’athlétisme.
  2. Tu peux jouer cette musique sur ta guitare ?
  3. -A qui sont les balles là ? – À nous, ce sont nos balles de tennis !
  4.  Je voudrais écrire à Inès. Tu as son adresse e-mail ?
  5. Monsieur, vous voulez téléphoner mais vous avez oublié votre portable ?
  6.  Les joueurs de l’équipe discutent avec leur entraineur.
  7.  Vite ! Allons à la gare. Notre train part dans 20 minutes.
  8.  Ma grand-mère vit seule avec ses deux chats.

Slide 10 - Tekstslide

APP 3: Exercice 8G page 83

  1. Je peux
  2. Les joueurs peuvent
  3. tu peux
  4. Nous pouvons / on peut
  5. On peut
  6. vous pouvez
  7. Lionel a pu
  8. ils ont pu

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère
A
nos
B
notre
C
votre
D
vos

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) mère
A
nos
B
votre
C
notre
D
ta

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (onze) grands-parents
A
nos
B
notre
C
vos
D
votre

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (hun) organisation
A
sa
B
leurs
C
leur
D
son

Slide 16 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles
A
leur
B
tes
C
leurs
D
ses

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (hun) tantes
A
leurs
B
sa
C
ses
D
leur

Slide 18 - Quizvraag

App 1 , 2 , 4

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link