H5.4 Vermogen uitwerkingen

H5.4 Vermogen uitwerkingen
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
naskMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5.4 Vermogen uitwerkingen

Slide 1 - Tekstslide

Opgaven 38

Slide 2 - Tekstslide

Beantwoord de volgende vragen.

a/ Van welke factoren hangt het vermogen van een elektrisch apparaat af?

Slide 3 - Open vraag

b/ Met welke formule kun je het vermogen van zo'n apparaat berekenen?

Slide 4 - Open vraag

c/ Waarom wordt het vermogen van een telefoon zo laag mogelijk gehouden?

Slide 5 - Open vraag

d/ Hoe helpt de software van een telefoon om het vermogen laag te houden?

Slide 6 - Open vraag

Opgaven 39

Slide 7 - Tekstslide

Grootheid
Letter
Eenheid
Symbool
Spanning
Stroomsterkte
Vermogen
Elektrisch energie
E
P
U
I
Kilowattuur
Watt
Ampère
Volt
V
W
A
kWh

Slide 8 - Sleepvraag

Opgaven 40

Slide 9 - Tekstslide

smartwatch (stand-by)

elektrische tandenborstel

boormachine (snoerloos)

tv-toestel (grootbeeld)
wasdroger
Zet de apparaten op volgorde van vermogen: het apparaat met het kleinste vermogen bovenaan.

Slide 10 - Sleepvraag

Opgaven 41

Slide 11 - Tekstslide


Mireille voert de proef uit die in figuur 4 getekend is.

a/ Noteer de spanning en de stroomsterkte.

Slide 12 - Open vraag



b/ Bereken het vermogen van het motortje in W.

Slide 13 - Open vraag

Opgaven 42

Slide 14 - Tekstslide


In figuur 5 zie je de gegevens van drie lampjes. Van elk lampje is steeds één gegeven weggelaten.

a/ Bereken het vermogen dat lampje a opneemt.
Zie de vaardigheid Werken met formules.

Slide 15 - Open vraag


In figuur 5 zie je de gegevens van drie lampjes. Van elk lampje is steeds één gegeven weggelaten.

b/ Bereken de spanning waarop lampje b brandt.

Slide 16 - Open vraag


In figuur 5 zie je de gegevens van drie lampjes. Van elk lampje is steeds één gegeven weggelaten.

c/ Bereken de stroomsterkte die door lampje c loopt.

Slide 17 - Open vraag

Opgaven 43

Slide 18 - Tekstslide

Het beeldscherm van Franks computer werkt op een spanning van 12 V. Als het beeldscherm aan staat, is de stroomsterkte 2,0 A.
a/ Bereken hoe groot het vermogen van het beeldscherm is.

Slide 19 - Open vraag

Het beeldscherm van Franks computer werkt op een spanning van 12 V. Als het beeldscherm aan staat, is de stroomsterkte 2,0 A.
Als het beeldscherm in de slaapstand staat, is het vermogen 0,6 W.
b/ Bereken hoe groot de stroomsterkte in de slaapstand is.


Slide 20 - Open vraag

Opgaven 44

Slide 21 - Tekstslide

Op veel plaatsen in ontwikkelingslanden is geen goede elektriciteitsvoorziening. Met het oog daarop is de Firefly Solar Led Light ontwikkeld (figuur 6). In deze bureaulamp zitten twaalf leds. De lamp brandt op een oplaadbare batterij van 1,2 V. De batterij wordt opgeladen met een zonnepaneeltje dat meegeleverd wordt. Door één led loopt een stroom van 18 mA als hij aan is. De leds zijn parallel geschakeld.
a/ Hoe groot is de totale stroomsterkte als alle twaalf leds aan staan?


Slide 22 - Open vraag

b/ Bereken het totale vermogen van de lamp als alle twaalf leds aan staan.


Slide 23 - Open vraag

c/ Leg uit waarom de lamp niet rechtstreeks op het zonnepaneel wordt aangesloten, maar op een oplaadbare batterij werkt.

Slide 24 - Open vraag

Opgaven 45

Slide 25 - Tekstslide

Tina heeft een smartphone die ze intensief gebruikt.
Neemt het vermogen van haar telefoon toe of af in de volgende situaties?
a/ als ze gebeld wordt door een vriend of vriendin
Het vermogen neemt .......

Slide 26 - Open vraag

Tina heeft een smartphone die ze intensief gebruikt.
Neemt het vermogen van haar telefoon toe of af in de volgende situaties?
b/ als ze gps uitzet, omdat ze wel weet waar ze is
Het vermogen neemt .......


Slide 27 - Open vraag

Tina heeft een smartphone die ze intensief gebruikt.
Neemt het vermogen van haar telefoon toe of af in de volgende situaties?
c/ als ze de helderheid van het scherm hoger zet
Het vermogen neemt ......


Slide 28 - Open vraag

Tina heeft een smartphone die ze intensief gebruikt.
Neemt het vermogen van haar telefoon toe of af in de volgende situaties?
d/ als ze een app na gebruik meteen weer afsluit
Het vermogen neemt .......



Slide 29 - Open vraag

Tina heeft een smartphone die ze intensief gebruikt.
Neemt het vermogen van haar telefoon toe of af in de volgende situaties?
e/ als ze in de pauze een onlinegame gaat spelen
Het vermogen neemt ......



Slide 30 - Open vraag

Opgaven 46

Slide 31 - Tekstslide

Voor smartphones zijn er verschillende apps die ervoor zorgen dat de batterij minder vaak opgeladen hoeft te worden. Dit gebeurt vooral door programma's en apps die telkens verbinding maken met internet uit te zetten als je ze niet gebruikt.
a/ Leg uit waarom de batterij dan minder vaak opgeladen hoeft te worden.



Slide 32 - Open vraag

Voor smartphones zijn er verschillende apps die ervoor zorgen dat de batterij minder vaak opgeladen hoeft te worden. Dit gebeurt vooral door programma's en apps die telkens verbinding maken met internet uit te zetten als je ze niet gebruikt.
b/ Leg uit wat er gebeurt met het vermogen dat de smartphone gebruikt.



Slide 33 - Open vraag

Opgaven 47

Slide 34 - Tekstslide


Een elektrische fiets gebruikt ongeveer 175 W als je zelf helemaal niet meetrapt. Je kunt ook zelf fietsen en de elektrische motor alleen gebruiken om lichter te hoeven trappen. De motor verbruikt dan ongeveer 70 W.
a/ Leg uit waarom het vermogen van de elektrische motor minder wordt als je zelf meetrapt.


Slide 35 - Open vraag


Een elektrische fiets gebruikt ongeveer 175 W als je zelf helemaal niet meetrapt. Je kunt ook zelf fietsen en de elektrische motor alleen gebruiken om lichter te hoeven trappen. De motor verbruikt dan ongeveer 70 W.
b/ Hoe ver kom je op een volle accu als je zelf wel meetrapt?


Slide 36 - Open vraag


Een elektrische fiets gebruikt ongeveer 175 W als je zelf helemaal niet meetrapt. Je kunt ook zelf fietsen en de elektrische motor alleen gebruiken om lichter te hoeven trappen. De motor verbruikt dan ongeveer 70 W.
c/ Maakt het voor de afstand die je op een volle accu kunt afleggen, ook uit of je wind mee of wind tegen hebt? Licht je antwoord toe.


Slide 37 - Open vraag

Opgaven 48

Slide 38 - Tekstslide


Een powerbank heeft een capaciteit van 2900 mAh. De spanning van de powerbank is 3,7 V. Joris gebruikt deze powerbank om zijn smartphone op te laden. Door de lader gaat een stroom van 0,1 A.
a/ Bereken na hoeveel uur de powerbank van Joris leeg is.

Slide 39 - Open vraag


Een powerbank heeft een capaciteit van 2900 mAh. De spanning van de powerbank is 3,7 V. Joris gebruikt deze powerbank om zijn smartphone op te laden. Door de lader gaat een stroom van 0,1 A.
b/ Bereken hoe groot het vermogen van de lader is.

Slide 40 - Open vraag

Opgaven 49

Slide 41 - Tekstslide


De oplaadbare batterij in figuur 7 levert een spanning van 1,2 V. De batterij wordt gebruikt in een zaklantaarn die een vermogen van 2,4 W heeft.
a/ Bereken hoe groot de stroomsterkte door de zaklantaarn is.

Slide 42 - Open vraag


De oplaadbare batterij in figuur 7 levert een spanning van 1,2 V. De batterij wordt gebruikt in een zaklantaarn die een vermogen van 2,4 W heeft.
b/ Bereken na hoeveel tijd de batterij weer opgeladen moet worden.

Slide 43 - Open vraag