Klas 2KT3 Lesweek 12 - Les 3

Kapitel drei / Thema Schule
Iedereen zit op zijn / haar eigen plaats!

Achtung!
Handys in deine Tasche.
Nicht in deine Hosentasche.
Op tafel ligt:
dein Buch, dein Heft, dein Etui




1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kapitel drei / Thema Schule
Iedereen zit op zijn / haar eigen plaats!

Achtung!
Handys in deine Tasche.
Nicht in deine Hosentasche.
Op tafel ligt:
dein Buch, dein Heft, dein Etui




Slide 1 - Tekstslide

Afspraken 2TH1

- Elkaar respecteren (niet lachen)

- Luisteren naar elkaar.

- Dat het rustig is (in de klas).





Regels
- Gedraag je fatsoenlijk.
- Telefoon in de tas, daarna rustig binnenkomen, spullen pakken.
- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.
- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Slide 2 - Tekstslide

Afspraken 2KT4

- Aardig tegen elkaar doen (dus niet pesten, etc.)

- stil zijn als anderen praten

- plezier hebben





Regels
- Gedraag je fatsoenlijk.
- Telefoon in de tas, daarna rustig binnenkomen, spullen pakken.
- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.
- Ik zeg wanneer je je spullen mag inpakken.

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken 2KT3

- Aardig zijn voor elkaar (niet pesten, niet uitlachen).

- Luisteren naar elkaar.

- Het leuk hebben.




Regels
- Gedraag je fatsoenlijk.
- Telefoon in de tas, daarna rustig binnenkomen, spullen pakken.
- Liedje afgelopen en ik sta voor het bord dan is het stil en beginnen we.
- Ik geef aan wanneer je je spullen mag inpakken.

Slide 4 - Tekstslide

Was macht ihr diese Stunde?



• Kapitel 3 kennenlernen
• Wortschatz
• Hausaufgaben machen
• Test anschauen

Slide 5 - Tekstslide

Lernziele
Was lernt ihr diese Stunde?
• Je weet wat je aan het einde van Kapitel 3 moet kennen en kunnen.
• Je kent de betekenis van de Lernliste N-D: linker rijtje.
• Je kunt de woorden van de Lernliste N-D gebruiken.
• Je weet wat je goed hebt gedaan tijdens het leren voor de toets en ook wat beter kan (moet).



Slide 6 - Tekstslide

Achtung!
Test Kapitel 1 + 2 (2x)
Niemanden

Steckbrief
Dean

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Was lernt ihr dieses Kapitel?



KT + TH
Over school vertellen

- Weekdagen
- Kloktijden
- Lidwoorden: der / die / das
- Umlaute (ä ü ö)
(bijvoorbeeld: schön of Küchen)

TH -> meervoud van de zelfstandige naamwoorden

Slide 10 - Tekstslide

Was lernt ihr dieses Kapitel?



KT + TH
Over school vertellen

- Weekdagen
- Kloktijden
- Lidwoorden: der / die / das
- Umlaute (ä ü ö)
(bijvoorbeeld: schön of Küchen)

TH -> meervoud van de zelfstandige naamwoorden
- Toets K3 + K4 

Slide 11 - Tekstslide

Eintrittskarte
Welke Duitse woorden die met het thema
"Schule" te maken hebben, ken je?
We maken een woordweb.
Je mag hiervoor je telefoon gebruiken.
Je mag meerdere antwoorden insturen.

Slide 12 - Tekstslide

Welke Duitse woorden die met "Schule" te maken hebben, ken je?

Slide 13 - Woordweb

Wortschatz
KT + TH
- Ӧffnet euer Buch auf Seite 96.

- Wir lesen zusammen die Lernliste N – D 
-> die Hausaufgaben tm am Sonntag

Ik lees voor en jullie zeggen na.

Slide 14 - Tekstslide

Hausaufgaben
- Hausaufgaben machen.
- In stilte.
- Ik loop rond om vragen te beantwoorden.
- 3 minuten tijd.
- Morgen samen nakijken
- We maken de eerste opdracht samen.

Slide 15 - Tekstslide

Hausaufgaben






3 minuten in stilte werken.
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Toets nakijken
Boek, schrift en etui in je tas.
Check het aantal punten en ook je cijfer op SOM.
Overigens worden zelfstandige naamwoorden in het Duits met een hoofdletter geschreven. (1/2 fout per keer).
Pak je toets voor je en kijk mee 
-> Antwoorden op het digibord.
Josephine en Eduardo jullie kijken de toets na met behulp van je boek.
Toets aan het einde van de les op mijn bureau aub.
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

Zum Schluss
Vertel aan je buurmens wat je goed hebt gedaan qua leren voor deze toets en wat je de volgende keer anders gaat / moet doen.



Slide 18 - Tekstslide