2 havo herhalen hoofdzin, bijzin, voegwoord, bijstelling

Binnen is beginnen.


Log in met de code van LessonUp.
Pak jouw leesboek en begin met stillezen.
stopwatch
00:00
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Binnen is beginnen.


Log in met de code van LessonUp.
Pak jouw leesboek en begin met stillezen.
stopwatch
00:00

Slide 1 - Tekstslide

  • stap 1: Is er één persoonsvorm of zijn er meer persoonsvormen
enkelvoudige zin
samengestelde zin
ow + pv naast elkaar
hoofdzin
ow + pv  niet naast elkaar
bijzin

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Maak oefening 2 samen met jouw buurman of buurvrouw.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Maak oefening 3 samen met jouw buurman of buurvrouw.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Noteer de bijvoeglijke bepaling
Matt Cox, een vader uit Ohio, heeft zijn pestende dochter hard gestraft

Slide 8 - Open vraag

Noteer de bijstelling
Matt Cox, een vader uit Ohio, heeft zijn pestende dochter hard gestraft

Slide 9 - Open vraag

Noteer de bijvoeglijke bepaling
Matt filmde zijn vermoeide en klappertandende dochter vanuit zijn jeep, een grote terreinwagen.

Slide 10 - Open vraag

Noteer de bijstelling
Matt filmde zijn vermoeide en klappertandende dochter vanuit zijn jeep, een grote terreinwagen.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

In een normale zin komt de persoonsvorm na het onderwerp. Als je in een zin de volgorde van onderwerp en persoonsvorm omdraait, spreek je van inversie. 

Je mag inversie alleen gebruiken in vraagzinnen.
Beginnen we vanmiddag om drie uur?

Slide 13 - Tekstslide

Elke taal kent een standaardvolgorde van zinsdelen. Dat wil zeggen dat de verschillende zinsdelen die je kent van redekundig ontleden (onderwerp, persoonsvorm, gezegde, etc.) elk een eigen standaardplaats in de zin hebben. In het Nederlands kennen we twee standaardvolgorden: één voor hoofdzinnen en één voor bijzinnen. 

Deze zijn als volgt:



HZ: onderwerp - persoonsvorm - overige zinsdelen
BZ: onderwerp - overige zinsdelen - gezegde

Slide 14 - Tekstslide

Is er sprake van onjuiste inversie? Zo ja, verbeter de zin.
Pink was voor haar tournee in Canada én bezocht ze al diverse steden in Amerika.

Slide 15 - Open vraag

We gaan met de klas naar Parijs en zullen daar een week blijven.
A
twee hoofdzinnen
B
een hoofdzin en een bijzin

Slide 16 - Quizvraag

Maak twee goede zinnen
Eerst hoofdzin - bijzin, en dan bijzin - hoofdzin.
Hij kan morgen niet komen.
Hij heeft om half elf een afspraak in het ziekenhuis.
omdat

Slide 17 - Open vraag