Engels vervolg A1, thema 1, hoofdstuk 1 kijken en luisteren

Thema 1 jij & anderen



Hoofstuk 2 
kijken en luisteren
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 1 jij & anderen



Hoofstuk 2 
kijken en luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les


Je gaat kijken en luisteren naar video's. Je leert daarbij woorden en zinnen om iets over jezelf en anderen te zeggen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat kun of wil jij over jezelf vertellen als jij je voorstelt aan iemand?

Slide 3 - Woordweb

Woordblok 1A 
Welcome
Dutch
the Netherlands
with
too
beautiful
dark
hair
very
long

her
eyes
big
always
happy
a lot of
best
picture
great
watch
again

Slide 4 - Tekstslide

Iemand voorstellen
Wat kun jij in het Engels vertellen over de persoon die je hier op de foto ziet?


Kun jij wat over jezelf vertellen in het Engels?

Slide 5 - Tekstslide

Filmpje kijken 
* Hoe heet het meisje uit het filmpje?

* Hoeveel broers/zussen heeft zij?

* Hoe ziet Layla eruit?

* Wat gaat de oma van Laya in haar volgende vlog doen?

* Hoe heet haar beste vriendin?

Slide 6 - Tekstslide

Woordblok 2A

is about
job
days
per
teachers
students
class
so
fun

evenings
on Monday
at 7 o'clock
his
name
young
but
good
friendly

Slide 7 - Tekstslide

Filmpje kijken 

* Vindt Jamila haar klasgenoten leuk?

* Op welke dagen werkt Jamila in de pizzeria?

* Wat zegt Jamila over haar baas?

Slide 8 - Tekstslide

Uitlegblok: 'ben', 'is' en 'zijn' in het Engels
Ik ben jong
I am young
I'm young
Jij bent jong
You are young
You're young
Hij/zij is jong
He/she is young
He's/she's young
Het is jong
It is young
It's young
Wij zijn jong
We are young
We're young
Jullie zijn jong
You are young
You're young
Zij zijn jong
They are young
They're young

Slide 9 - Tekstslide

Kies uit: am - are - is
We always walk to the shop. It....not far.
A
am
B
are
C
is

Slide 10 - Quizvraag

Adilah and Jim are at school.
.....are students.
A
I
B
He
C
They
D
We

Slide 11 - Quizvraag

Uitlegblok: 'heb', 'heeft' en 'hebben' in het Engels
Ik heb een broer
I have a brother
Jij hebt een broer
You have a brother
Hij/zij heeft een broer
He/she has a brother
Het heeft een broer
It has a brother
Wij hebben een broer
We have a broter
Jullie hebben een broer
You have a brother
Zij hebben een broer
They have a brother

Slide 12 - Tekstslide

Kies uit: has / have
I.....a dog. His name is Trooper.
A
has
B
have

Slide 13 - Quizvraag

Kies uit: has / have
This is my sister Tess. She.... beatiful red hair.
A
I
B
He
C
They
D
We

Slide 14 - Quizvraag

Aan het werk
* Maak opdracht 1 tot en met 28.

* Opdracht 2, 12 en 16 niet
 

Slide 15 - Tekstslide