Herhalen H1: De Eerste Wereldoorlog

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een kenmerk van een moderne massasamenleving?
A
Gebruik van massamedia
B
Snel verplaatsen van mensen en vracht
C
Snel verspreiden van ideeën
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen van de ontwikkelingen in de industrie zijn milieuveranderingen en massavernietiging tijdens WOI
A
Alleen milieuvervuiling is een onbedoeld gevolg van de ontwikkelingen in de industrie
B
Alleen massavernietiging is een onbedoeld gevolg van de ontwikkelingen in de industrie
C
Beiden zijn onbedoelde gevolgen van de ontwikkelingen in de industrie
D
Beiden zijn bedoelde gevolgen van de ontwikkelingen in de industrie

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

De opkomst van abstracte kunst hing samen met de uitvindingen die eind 18e eeuw werden gedaan. Welke uitvinding maakte de weg naar abstracte kunst vrij?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaken van oplopende spanningen in Europa rond 1900
Militarisme
Nationalisme
Modern imperialisme
Opkomst Duitsland
Bondgenootschappen
Verzwakking Ottomaanse Rijk
Moord op kroonprins Oostenrijk-Hongarije

Slide 13 - Sleepvraag

Slide 14 - Tekstslide

In het Ottomaanse Rijk woonden veel verschillende volken. Het opkomende nationalisme zorgde ervoor dat deze volken een eigen staat wilden en in opstand kwamen tegen het Ottomaans bestuur.
A
Deze uitspraak is juist
B
Deze uitspraak is onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Het ontstaan van een kettingreactie in oorlogsverklaringen was een bedoeld gevolg van het sluiten van bondgenootschappen.
A
Deze uitspraak is juist
B
Deze uitspraak is onjuist

Slide 17 - Quizvraag

De Centralen
De Geallieerden
Engeland
Ottomaanse Rijk
Duitsland
Oostenrijk-Hongarije
Frankrijk
Rusland

Slide 18 - Sleepvraag

Slide 19 - Tekstslide

Indirecte oorzaak WOI
Directe oorzaak WOI
Modern imperialisme 
Opkomend nationalisme 
Moord kroonprins Oostenrijk-Hongarije 
Ottomaanse Rijk valt langzaam uiteen 

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Tekstslide

Welk kenmerk van een totale oorlog past bij de afbeelding?
A
Hele samenleving is onderdeel van de oorlog.
B
Vrouwen nemen werk fabrieken/land over van mannen die aan het front zijn.
C
Burgers worden beïnvloed met propaganda om voor de oorlog te zijn.
D
De hele economie staat in dienst van de oorlog, wapens produceren gaat voor alles.

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Een gevolg van WOI was dat landen grondgebied kwijtraakte of landen ophielden met bestaan. Wat voor soort gevolgen zijn dit?
A
Sociale gevolgen
B
Economische gevolgen
C
Politiek-bestuurlijke gevolgen
D
Culturele gevolgen

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

De Republiek van Weimar kende grote economische problemen. De regering wilde dit oplossen door geld bij te drukken. Het gevolg was hyperinflatie.
A
Dit was een bedoeld gevolg
B
Dit was een onbedoeld gevolg

Slide 26 - Quizvraag

In de Republiek van Weimar waren grote politieke problemen. Het Duitse volk had wel vertrouwen in de parlementaire democratie, maar niet in hun regering.
A
Deze uitspraak is juist
B
Deze uitspraak is onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Kenmerken Fascisme
Eén sterke leider
Afkeer democratie
De staat boven alles
Verkiezingen
Geen individuele vrijheid
Nationalisme
Militarisme
Meerdere politieke partijen
Tolerant naar andere meningen

Slide 29 - Sleepvraag

Slide 30 - Tekstslide

Nederland voerde een neutraliteitspolitiek, omdat ze
1: bang waren om Nederlands-Indië te verliezen en omdat ze 2: geen partij wilden kiezen, zodat ze met iedereen konden blijven handelen.
A
Alleen reden 1 is juist
B
Alleen reden 2 is juist
C
Beide redenen zijn juist
D
Beide redenen zijn onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Gevolgen van de neutraliteitspolitiek van Nederland:
1: Er was veel vertrouwen in de parlementaire democratie
2: Leger en vloot verzwakte door weinig investeringen, Nederland werd militair zwak.
A
Gevolg 1 is bedoeld en gevolg 2 is onbedoeld
B
Gevolg 1 is onbedoeld en gevolg 2 is bedoeld
C
Beide gevolgen zijn bedoeld
D
Beide gevolgen zijn onbedoeld

Slide 32 - Quizvraag