In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
adolescent
baby
puber
kleuter
Leeftijd:
0 - 1,5
Leeftijd:
4 - 6
Leeftijd:
12 - 17
Leeftijd:
17 - 21
Slide 2 - Sleepvraag
Bij de baby is het hoofd in verhouding erg...
A
klein
B
groot
Slide 3 - Quizvraag
De benen van de baby zijn in verhouding erg...
A
kort
B
lang
Slide 4 - Quizvraag
Het hoofd van de volwassene is in verhouding...
A
klein
B
groot
Slide 5 - Quizvraag
Bij welk nummer in de tekening zie je de hypofyse?
A
1
B
2
C
3
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de hypofyse?
A
Het zijn hormonen.
B
Dat is een lekker snoepje.
C
Het is een belangrijke hormoonklier.
D
Het is een orgaan vlak bij je maag.
Slide 7 - Quizvraag
Nieuwe cellen ontstaan door...
A
celdeling
B
celgroei
Slide 8 - Quizvraag
Geslachtskenmerken die je hebt vanaf je geboorte zijn...
A
primaire geslachtskenmerken
B
secundaire geslachtskenmerken
Slide 9 - Quizvraag
Secundaire geslachtskenmerken die jongens én meisjes hebben...
A
schaamhaar en bredere schouders
B
ongesteldheid en zaadlozingen
C
okselhaar en meer vet onder de huid
D
schaamhaar, meer zweetgeur, okselhaar
Slide 10 - Quizvraag
Waardoor merkt een jongen dat hij vruchtbaar is?
A
Hij gaat meer zweten.
B
Hij krijgt zaadlozingen.
C
Hij krijgt puistjes.
D
Hij gaat snel groeien.
Slide 11 - Quizvraag
Sleep de goede omschrijving naar het goede woord.
ander woord voor jeugdpuistjes
zwart puntje in een verstopte porie
kleine openingen in je huid
vettige stof
porie
acne
mee-eter
talg
Slide 12 - Sleepvraag
Wat zie je op de tekening hiernaast?
A
een normale porie
B
een verstopte porie
C
een ontstoken porie
Slide 13 - Quizvraag
Wat is een transgender?
A
Een man die zich graag verkleedt als vrouw.
B
Iemand die zich als jongen een meisje voelt, of andersom.
C
Iemand die valt op mannen en vrouwen.
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een biseksueel?
A
Een man die op mannen valt.
B
Een vrouw die op vrouwen valt.
C
Iemand die op mannen en vrouwen valt.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een ander woord voor klaarkomen?
A
orgasme
B
zelfbevrediging
C
masturbatie
Slide 16 - Quizvraag
Bacteriële soa's
Virale soa's
Chlamydia
Gonorroe
Herpes
Syfilis
HIV
Hepatitis
HPV
Slide 17 - Sleepvraag
Wat hoort bij elkaar?
Ander woord voor klaarkomen.
De man krijgt een zaadlozing.
Jezelf strelen en dan klaarkomen.
De penis schuift heen en weer in de vagina.
klaarkomen
masturberen
geslachts-gemeenschap
orgasme
Slide 18 - Sleepvraag
Wat betekent de afkorting soa?
A
sociaal overdraagbare aandoening
B
seksueel overdraagbare aandoening
C
slapeloze overdraagbare aandoening
Slide 19 - Quizvraag
Kun je een soa krijgen: door een vieze tatoeagenaald?
A
goed
B
fout
Slide 20 - Quizvraag
Kun je een soa krijgen: als je de penis van een jongen zoent?
A
goed
B
fout
Slide 21 - Quizvraag
Als je besmet bent met het aidsvirus (hiv), dan ben je seropositief. Kun je een ander besmetten?
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
Tijdens het besnijdenisritueel bij de Massai wordt vaak één mesje gebruikt om verschillende mannen te besnijden. Dit vergroot het risico op de overdracht van geslachtsziekten zoals aids, want ...
Slide 23 - Open vraag
Zet in de juiste volgorde neer...
Infectie met HPV na seksueel contact
Ontstaan van licht tot matig afwijkende cellen.
Binnendringen van HPV in de cellen van de baarmoederhals
Ontstaan van kankercellen
Slide 24 - Sleepvraag
Bij sommige apotheken kun je condooms uit een automaat halen.
Vind je dit een goed idee of niet? Leg je antwoord uit.