Identiteit en Leefstijl

Identiteit en Leefstijl
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Identiteit en Leefstijl

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen:
  • uitleggen wat identiteit is.
  • verschil aangeleerde - en erfelijke eigenschappen.
  • aangeven wat leefstijl is.
  • uit welke factoren gezonde leefstijl is opgebouwd.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je eigen identiteit?
Noem één woord.

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is identiteit?
Het geheel van eigenschappen van een persoon, zoals:
  • uiterlijke kenmerken [haarkleur]
  • karaktereigenschappen [ongeduldig, intelligent]
  • afkomst en cultuur
  • leefstijl

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen
aangeleerde - en erfelijke eigenschappen?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aangeleerde eigenschappen:
Eigenschappen die zich tijdens je leven vormen. Het kan aangepast worden door vrienden, familie of juist een idool. Eigenschappen zoals: 
  • kledingsmaak
  • omgang met mensen
  • trainen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erfelijke eigenschappen:
Eigenschappen die je al hebt.
 Eigenschappen zoals: 
  • huidskleur
  • oog kleur

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aangeleerd of erfelijk?
Een politie paard staat midden in een conflict waar vuurwerk te horen is, het paard is niet bang en rent niet weg. Er is geen reden voor paniek, zou het paard wel denken.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heeft het politie paard te maken met aangeleerde of erfelijke eigenschappen?
A
Aangeleerde eigenschappen
B
Erfelijke eigenschappen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is leefstijl?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leefstijl:
De keuzes die je maakt over de manier waarop je leeft. 
Op het gebied van voeding, beweging, kleding, relaties en vrije tijd.
Iedereen maakt andere keuzes bijvoorbeeld:
  • de één sport veel en gaat in het weekend altijd uit terwijl een ander het fijner vindt om thuis op de bank te hangen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke leefstijl valt het meest bij jou op?

Slide 13 - Woordweb

Bijvoorbeeld:
sporten.
voeding.
uitgaan.

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Gezonde leefstijl:
Bestaat uit verschillende factoren:
  • gezonde voeding
  • genoeg bewegen
  • goed in je vel zitten
  • geluk ervaren
  • goede balans tussen werk en vrije tijd
  • goede relatie met anderen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezonde leefstijl in positieve opzicht:
  • gezonde voeding en genoeg beweging.
  • genoeg rusten en dingen aangaan die jou een plezier opleveren.
  • hierdoor ervaar je geluk en daarmee voel je je ook goed.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezonde leefstijl in negatieve opzicht:
  • ongezonde voeding en weinig beweging maakt je vatbaarder voor overgewicht en ziektes waaronder hart - en vaat ziektes, diabetes.
  • stress en slechte balans tussen werk en vrije tijd.
  • dit alles zorgt voor lichamelijke ongemakken en mentale problematiek.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leefstijl heeft invloed op:
  • lichamelijke gezondheid [ bestaat uit het welzijn en het optimaal functioneren van het lichaam] 
  •  geestelijke gezondheid [komt in beeld als er hulp geboden moet worden aan mensen met psychische problemen zoals depressie.]

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan je terecht?
  • sociale omgeving.
  • huisarts.
  • psycholoog.
  • maatschappelijke werkers
  • vertrouwenspersoon.. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten:
Er staan 3 opdrachten voor jullie gereed. 
De opdrachten worden door jou docent gemaild.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies